Leven zonder ijzer is ondenkbaar
Wat begon als een fotoboek over roest, werd uiteindelijk een breed uitgewerkt standaardwerk over ijzer en staal. Tien jaren werkten Pauline van Lynden en haar dochter Vanessa Everts met volharding aan een monsterklus.
IJzer een mannending? „Welnee”, zegt Pauline van Lynden. „Wij komen uit een familie van creatieve en vooral nieuwsgierige mensen. Mijn moeder kreeg een gedegen kunstopleiding en aquarelleerde regelmatig op plaatsen waar afbraak en verval zichtbaar waren. Of waar de bouwputten vol bedrijvigheid waren. Wij zijn niet opgegroeid met de beperking dat bepaalde dingen ongepast zouden zijn.”
Tegelijk heeft het vooroordeel dat ijzer –overigens een onzijdig woord– een mannending zou zijn eigen charme. „Je trekt als vrouw aandacht. Zeker als je grijs haar hebt en er camera’s om je nek hangen. Een eerste reactie kon zijn: ”Wat doet dat mens hier”. Maar als je oprecht belangstelling toont voor iemands werk of product, zetten mensen graag hun deuren open.”
Kleurschakeringen
Van Lynden is fotografe, beziet alles als door een cameralens; een waardeloos, platgetrapt en verroest blikje raakt haar. Niet alleen vanwege de vorm, vooral ook door de kleurenvariatie in het roest. Haar passie voor roest is geboren. „Er komen allerlei vragen op je af. Is dit ijzer of staal? En wat is eigenlijk het verschil? Waarom heeft ijzer de neiging om te roesten? Hoe komt roest aan al die kleuren en verrassende vormen?” Intussen groeide bij Van Lynden de gedachte een fotoboek samen te stellen over roest. „Ongeveer zoals ik al eerder deed met de paalhoofden die in lange rijen de Zeeuwse kust tegen erosie beschermen.”
Maar veel mensen vonden een boek over roest een slecht idee. In de industrie is roest een vijand; daar wil men niets mee te maken hebben. „Een mij eerder onbekende oudoom juichte mijn plannen echter toe.” Deze Franse oom Jacques Friedel had zich zijn leven lang al met ijzer beziggehouden. „Na de ramp met de kerncentrale in 2011 in Fukushima adviseerde hij de Japanse overheid. Friedel stimuleerde mij en schreef in 2014 alvast een voorwoord voor het boek. Helaas overleed hij in hetzelfde jaar.”
Geen roest zonder ijzer
„Hoewel het fotograferen van roest mij veel plezier gaf, begreep ik al snel dat het niet los verkrijgbaar is; ijzer en staal horen daarbij. Dus verdiepte ik mij ook daar in.” Toen de berg informatie haar boven het hoofd groeide, schoot dochter Vanessa te hulp. „Ik had mijn neus gevolgd en allerlei mensen gesproken. Zij bouwde de structuur en schreef uiteindelijk de tekst.”
Vanessa Everts: „Waar je gaandeweg achter komt, is de grenzeloosheid van het onderwerp. IJzer vind je overal: in de kosmos; op onze planeet, in het dagelijks leven en zelfs in het menselijk lichaam. In talloze vormen en samenstellingen.”
„Wie nieuwsgierig is, wil graag begrijpen”, zegt Van Lynden. „Ik zat rond 2010 aan een diner naast een vriendelijke Duitse heer. Tijdens het gesprek bleek dat de man zijn leven lang over heel de wereld staalfabrieken had gebouwd. Hij heeft veel deuren voor me open weten te krijgen. Ik mocht fotograferen in een Duitse staalfabriek, tot zelfs vlak bij de staaloven. Sta je daar met een groep mensen te kijken op een monitor tot de oventemperatuur 1535 graden bereikt, het punt waarop zelfs staal gaat smelten en vloeien.”
Van Lynden wilde ook graag foto’s maken van ertsschepen in de haven van Rotterdam. Daar lag een kolossaal schip –„het stak 26 meter diep”– dat ertsen uit Brazilië naar Nederland vervoerde. Ze was welkom, dankzij haar Duitse begeleider. Vervolgens nog de Rijn op met de duwbakken; hij zorgde ervoor. „Een andere keer moest ik met mijn rugzak en de camera’s een eng laddertje op om op een boot te komen die op punt van vertrek stond om schroot naar Turkije te brengen. Ik wilde niet in het water vallen, maar ook niet mijn gezicht verliezen. Het was een eng moment.”
Technische kant
Intussen groeide het boek. Vanessa Everts –zelf afkomstig uit de wereld van film en theater– ontrafelde de buit aan foto’s en informatie die Van Lynden binnenbracht en smeedde het af tot een mooi geheel. „Daarnaast verdiepte ik het onderzoek over met name de technische kant van ijzer. De rolverdeling tussen ons verliep eigenlijk als vanzelfsprekend. Hoewel, op een gegeven moment wist mijn moeder niet meer waar ik mee bezig was. Dat gaf nog wel wat spanning. Want dan ben je bezig met smeden, met puzzelen en je kunt nog niet zo goed vertellen wat je precies doet. En dit boek was, eerlijk gezegd, een hele grote puzzel.” Toch was er geen twijfel of het boek moest verschijnen. Van Lynden: „Je wilt graag delen wat je op je zoektochten tegenkomt. Bovendien bleek dat een dergelijk boek nog niet bestond. Terwijl ijzer zo’n belangrijk materiaal is in onze beschaving.”
Beide schrijfsters benadrukken hoe hun waardering voor het ambachtelijke vakmanschap in de maakindustrie toenam. „Als je een Vlaamse smid spreekt, die zijn vak met passie, uitoefent en de mooiste voorwerpen, hekken of krullen maakt uit dat weerbarstige ijzer, dan word je daar stil van. Of een neef die zijn werk doet als lasser en precies weet met welke techniek en bij welke temperatuur de verschillende soorten staal het beste versmelten. Fenomenaal.”
Everts: „Ga eens na hoe een schaar wordt gemaakt. Het is een heel verfijnd product dat met geweldige vakkennis wordt gemaakt. We willen die bewondering graag overbrengen. Je weet nauwelijks van ophouden. Anderzijds moet het voor de lezer nog wel te verteren zijn.”
Historische benadering
Volgens wetenschappers heeft ijzer een historie van 3,8 miljard jaar. Van Lynden: „In het boek probeer je aan te haken bij de huidige stand van de wetenschap. Daarmee willen we zeker niet tegenspreken wat andere overtuigingen zeggen. Lang verblijf in India leerde mij dat zich meer tussen hemel en aarde afspeelt dan wij vermoeden en dat wij allen geleid worden. Tegelijk ervaar ik geen tegenstelling. Onze oudoom Friedel uit de Elzas was een zeer gelovig mens, maar tevens een serieus en toegewijd wetenschapper die heel goed begreep dat hoe verder je onderzoekt, hoe dichter je nadert tot het onverklaarbare.”
Ratan N. Tata, oud-voorzitter van de Tata-Group, waaronder ook het vroegere Hoogovens valt, stelt in het boek dat de productie van ijzer nog op verrassend traditionele wijze plaatsheeft. Is het een bedrijfstak die zich onvoldoende ontwikkeld heeft?
„Als het gaat om het productieproces in de staalindustrie die vanuit erts werkt, heeft Tata wel een beetje gelijk. Eeuwen geleden werd ijzer gewonnen uit erts door smelting met koolstofrijk materiaal. Dat gebeurt ook nu nog. Hoewel de industrie druk zoekt naar schonere productiemethoden”, zegt Van Lynden. Maar, vult haar dochter aan: „Er is met name sinds het begin van de twintigste eeuw ook een hele industrie vanuit schroot gaan werken. En het aantal staalsoorten is buitensporig gegroeid. Het is een heel veelzijdig materiaal. De staalsoort die je gebruikt voor een paal op straat is nauwelijks te vergelijken met het staal van een tandartsboor of van een kogellager.” Van Lynden: „Een auto woog in het verleden veel meer dan nu. De autoindustrie stelt steeds hogere eisen. Het materiaal moet steeds lichter en sterker zijn. Het moet kunnen kreukelen, of in bepaalde situaties juist stijf blijven. De staalproducenten zoeken en vinden steeds nieuwe oplossingen.”
In de fietsenindustrie vervangt het lichte carbon het staal…
Everts: „Carbon is inderdaad sterk en licht, maar het is niet voor alle toepassingen geschikt en mist de combinatie van andere eigenschappen die staal vaak doet winnen. Verder hangt het natuurlijk van de productiekosten af. Er zijn weinig materialen die de concurrentie met staal echt aankunnen.”
Een heel nieuwe bedrijfstak in de staalindustrie lijkt de recycling te zijn?
Met name door de ontwikkeling van de elektro-oven is het verwerken van schroot tot prachtig nieuw staal mogelijk geworden. Recycling heeft inderdaad een heel nieuwe industrie voortgebracht. Waarbij wel het zuiveren van het schroot, het ontdoen van allerlei aan het ijzer toegevoegde stoffen, een ingewikkeld proces kan zijn.
IJzer is circulair; het ontstaat, wordt bewerkt, takelt af, verdwijnt doordat het bijvoorbeeld wegroest. Dat beeld laten we in het boek terugkomen. Het begint in de natuur, het eindigt in de natuur. Daar tussenin kan een langdurig ‘leven’ liggen.
Wetenschap en weetjes
Ter financiering van de oorlog tegen Napoleon I vroeg de koninklijke familie van Pruisen haar volk, goud en zilver in te leveren. In ruil daarvoor gaf zij hen prachtige gietijzeren voorwerpen, die vaak de inscriptie kregen ”Gold gab ich für Eisen”, ”ik gaf goud voor ijzer”.
Het boek ”Levend IJzer” bevat naast veel technische informatie ook prachtige anekdotes en interessante weetjes. Wie beseft bijvoorbeeld dat oude spoorrails gewild schroot vormen? Zoals zware paarden hoefijzers ineen stampen, zo zorgt de druk van talloze treinen op een treinrail voor mooi compact staal. Met de mix van weetjes en wetenschap hebben Vanessa Everts en Pauline van Lynden „uiteindelijk het boek geschreven dat we graag hadden willen lezen toen we begonnen.”
De jonge Vlaamse smid Klaas Remmer ervaart het boek als steuntje in de rug: „Als mensen mij nu vragen waarom ik zo bevlogen ben voor mijn vak, dan zal ik ze dit boek laten zien.”
Boekgegevens
Levend IJzer, Vanessa Everts en Pauline van Lynden; uitg. Visual Legacy, Doorn; 240 blz.; € 39,95.