Aanval Netanyahu op de media is nogal goedkoop
De Israëlische premier Benjamin Netanyahu heeft maandag de aftrap gegeven voor zijn verkiezingscampagne. Op 9 april gaan de Israëliërs naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen.
Netanyahu begint zijn campagne met een forse achterstand. Eind vorige week besloot procureur-generaal Avichai Mandelblit in principe de premier aan te klagen wegens fraude, omkoping en schending van vertrouwen. Alleen een overtuigend pleidooi van Netanyahu’s advocaten kan een daadwerkelijke gang naar de rechter nog afwenden.
De aanklachten liegen er bepaald niet om. Het zijn stuk voor stuk beschuldigingen die normaal gesproken dodelijk voor de carrière van een politicus zijn. Het draait immers in alle drie de zaken om betrouwbaarheid. Dat is een eigenschap waar het in de politiek nogal eens aan schort, in elk geval in de ogen van veel kiezers. Terecht klaagde Netanyahu dan ook dat het besluit van Mandelblit de uitslag van de verkiezingen kan beïnvloeden.
Die klacht is feitelijk een nogal schaamteloze miskenning van de kiezer. Mag de Israëlische burger op 9 april dan niet de keus hebben tussen een zittende premier die van corruptie wordt verdacht en een van de alternatieven van een andere partij? Het electoraat zou zich toch enigszins bekocht voelen als Netanyahu opnieuw de regering gaat leiden en pas na de verkiezingen in staat van beschuldiging wordt gesteld. Bovendien hingen deze verdenkingen al zo lang in de lucht dat niemand in Israël ze kunnen zijn ontgaan. Het verzoek van de Likudpartij van Netanyahu aan de procureur-generaal om zijn besluit geheim te houden is dan op zijn minst een beetje naïef te noemen.
Tegelijkertijd geldt ook in Israël het principe dat iemand pas schuldig is als de rechter dat oordeel heeft uitgesproken. Wat dat betreft ligt de bal momenteel volledig bij Netanyahu. Het is aan hem om de kiezer te overtuigen dat hij, ondanks de beschuldigingen die tegen hem zijn ingebracht, de beste papieren heeft om de Joodse staat ook na 9 april te leiden. Samen met zijn Likud en andere partijen die zich aan zijn zijde zouden willen scharen.
Netanyahu beseft dat zelf als geen ander. En dus opende hij maandag frontaal de aanval. Vooral op zijn belangrijkste tegenstander Benny Gantz die hij van uitgesproken linkse ideeën beschuldigde. Dat is een predikaat dat de meeste Israëlische politici niet graag opgeplakt krijgen.
Netanyahu viel ook de media hard aan. Dag in, dag uit zetten zij volgens hem hun heksenjacht op zijn persoon voort. Dat klinkt nogal goedkoop: je kunt altijd nog de pers de schuld geven. Bovendien gaat een van de aanklachten tegen Netanyahu juist over mogelijke afspraken over positieve berichtgeving rond zijn persoon in de media.
Benjamin Netanyahu heeft nog tot 9 april de tijd. Daarna is het woord aan de kiezer.