Kanttekeningen bij marktwerking in zorg
De marktwerking in de gezondheidszorg is „doorgeslagen” en de politiek moet die inperken. Als dat niet gebeurt, valt er op termijn geen goede en betaalbare zorg meer te organiseren. Deze waarschuwing liet minister De Jonge van Volksgezondheid vrijdag horen in een interview met het Algemeen Dagblad. Hij richt zijn pijlen vooral op de wijkverpleegkunde.
Dat De Jonge zijn zorgen minder dan twee weken voor de Provinciale Statenverkiezingen uit, zal ongetwijfeld met de campagne te maken hebben. De bewindsman van CDA-huize heeft een goed politiek gevoel. Zijn naam valt in de Haagse wandelgangen steeds vaker als opvolger van CDA-leider Buma.
Los daarvan is het dapper dat De Jonge kritische kanttekeningen durft te maken bij marktwerking in de zorg. Die kwam rond de eeuwwisseling op en was onder meer bedoeld om de wachtlijsten in met name de jeugdzorg weg te werken en de kosten terug te dringen. Van oorsprong is het een liberaal stokpaardje. Een positieve ‘bijwerking’ was dat er voor consumenten meer keuzevrijheid kwam. En soms ook meer ruimte voor identiteitsgebonden zorg.
De VVD voelt niet voor inperking van de keuzevrijheid, zo liet het liberale Kamerlid Rutte enkele uren na de verschijning van het interview al weten. Hij noemde het voorstel van De Jonge „een stap terug in de tijd” en waarschuwde voor nieuwe wachtlijsten en toenemende zorgkosten.
Nu kán marktwerking doorschieten. De markt heeft uit zichzelf namelijk niet zoveel moraal in zich. De Jonge noemt in het interview het voorbeeld van een seniorenflat waar auto’s van wijkverpleegkundigen af en aan rijden om de ouderen de gewenste zorg te geven. Dat kan volgens de bewindsman efficiënter als zorgverzekeraars, zorgverleners en gemeenten de zorg regionaler gaan organiseren zodat er in elke wijk een herkenbaar team van wijkverpleegkundigen komt waarbij de zorg ook niet meer per uur wordt gefinancierd, maar naar behoefte.
Aan deze benadering zitten aantrekkelijke kanten. Efficiency, daar kan niemand tegen zijn. En zorg naar menselijke maat ook niet.
Toch is het nog maar de vraag of De Jonge gelijk heeft met zijn vooronderstelling dat de zorg goedkoper wordt als er vaste teams van wijkverpleegkundigen komen. Grotere eenheden hebben ook meer overheadkosten. Dus is nog maar de vraag of zo’n team met wijkverpleegkundigen per saldo per uur goedkoper is dan het huidige systeem met verschillende zorgaanbieders en keuzevrijheid voor cliënten.
De zorgkosten zullen de komende jaren verder stijgen door vergrijzing en technologische ontwikkelingen. De overheid is niet meer in staat burgers van wieg tot graf te beschermen. Op enig moment moeten burgers meer eigen verantwoorlijkheid krijgen. Dat kan door cliënten vaker goedkope zorg vaker zelf te laten betalen en een groter beroep te doen op mantelzorg.
Hoofdredactie