Kerk & religie

Slachtoffers onthutst over inperking misbruikonderzoek baptisten VS

Veel te mild. Zo oordelen slachtoffers van seksueel misbruik over het besluit van de leiding van de Zuidelijke Baptisten in de Verenigde Staten om „slechts” drie van de tien beschuldigde kerken nader te onderzoeken. „Het probleem wordt ernstig onderschat”, vindt Keith Whitfield.

27 February 2019 15:54Gewijzigd op 16 November 2020 15:23
Openingsbijeenkomst van de Zuidelijke Baptistenconventie in 2018, in Dallas. beeld Baptist Press, Van Payne
Openingsbijeenkomst van de Zuidelijke Baptistenconventie in 2018, in Dallas. beeld Baptist Press, Van Payne

„We belijden keer op keer dat in ieder mens het grofste kwaad leeft, ook dat van seksueel misbruik. Dat doen we vooral met de mond. Maar als het erop aankomt, geloven we er niets van”, zegt Whitfield, hoogleraar theologie aan het baptistenseminarie in Wake Forest, per telefoon. „In tal van preken in gemeenten is de achterliggende jaren gezegd dat we niet met de beschuldigende vinger moeten wijzen naar de rooms-katholieke priesters die zich schuldig hebben gemaakt aan seksuele uitspattingen. Algemeen werd erop gewezen dat ook onder ons dit kwaad zich kon voordoen. Maar nu het openbaar is gekomen, duikt men weg en onderschat men de ernst.”

Vergruisd

Jarenlang had de Conventie van de Zuidelijke Baptisten, met ruim 15 miljoen leden en 47.000 gemeenten de grootste protestantse kerk in de VS, het imago van een solide kerkgemeenschap waar het leven naar Bijbelse normen nog met overtuiging wordt nagestreefd. Dat beeld raakte beschadigd toen begin 2018 de eerste verhalen naar buiten kwamen over seksueel misbruik in pastorale situaties. Het vergruisde helemaal een maand geleden door de publicatie van een serie artikelen in de Houston Chronicle. Journalisten van de krant kwamen na nauwkeurig onderzoek tot de conclusie dat in twintig jaar tijd 380 voorgangers en kerkelijk werkers zich schuldig hadden gemaakt aan seksueel misbruik. De krant had ruim zevenhonderd slachtoffers geregistreerd. Van tien gemeenten waar misbruik zou hebben plaatsgevonden, werd de naam genoemd.

Daarbij constateerde de krant dat nogal wat voorgangers die werden geconfronteerd met een misbruikzaak in hun gemeente de neiging vertoonden om dit toe te dekken. Het voorbeeld werd genoemd van een veertienjarig meisje dat aangerand was door een medewerker van de Second Baptist Church in Houston – een gemeente met 60.000 leden. De predikant, Ed Young, van 1992 tot 1993 landelijk voorzitter van de Zuidelijke Baptisten, belde de moeder met de vraag of hij kon helpen. Toen zij vertelde dat ze de politie al ingeschakeld had, beëindigde hij het gesprek. „Ik heb nooit meer iets van hem gehoord”, vertelde de moeder aan de Houston Chronicle. Volgens de krant is dit geval symptomatisch voor de houding van kerkleiders.

Direct na het verschijnen van de krantenartikelen stelde James David Greear, voorzitter van de Conventie van de Zuidelijke Baptisten, dat er grondig onderzoek moet worden gedaan naar de gang van zaken in de tien genoemde gemeenten. Hij wilde beslist vermijden dat de zaken werden toegedekt.

Eind vorige week besloot het bestuur van de conventie echter dat er in drie gemeenten onderzoek moet worden gedaan. De overige zeven gaan vrijuit. De overgebleven drie gemeenten lopen de kans geroyeerd te worden.

Een van deze drie gemeenten wordt geleid door C. J. Mahaney, een theoloog die een vooraanstaande plaats inneemt binnen de beweging van conservatieve evangelicals en gerekend wordt tot de new calvinists. Hij had tot een jaar geleden intensieve contacten met het baptistenseminarie in Louisville, waarvan dr. Albert Mohler president is. Laatstgenoemde verdedigde Mahaney fel toen deze in de achterliggende jaren werd beschuldigd van seksueel misbruik. Mohler heeft twee weken geleden zijn „diepe spijt” hierover betuigd.

Het besluit van het landelijke bestuur van de Zuidelijke Baptisten om zeven gemeenten niet nader te onderzoeken wordt door slachtoffers scherp bekritiseerd. Zij stellen dat met hun emoties wordt gespeeld, aldus Dee Parsons, de advocaat die een aantal slachtoffers verdedigt. „Dit is het bewijs dat de commissie partijdig is. Het vertrouwen van de slachtoffers en hun familie was al geschokt, maar nu is de bodem eronder helemaal weggeslagen.”

Prof. Whitfield is niet verbaasd over het besluit van het landelijk bestuur van de Zuidelijke Baptisten. „De grondhouding is nog steeds het ontkennen of het bagatelliseren van het probleem.” Keith kent de bestuurscultuur door en door. Afgelopen jaar was hij vice-voorzitter van de commissie die de besluiten voor de jaarlijkse conventie moest voorbereiden. „Nog steeds staat de zorg over het imago van de gemeenten voorop en aandacht voor de slachtoffers op plaats twee.”

Misdaad

Whitfield vindt het onverstandig dat de kerkleiding denkt de zaken zelf te kunnen aanpakken. „Seksueel misbruik is een misdaad. Daar is de politie voor. Die moet het kwaad onderzoeken en de rechter moet het bestraffen. De kerk is er voor het pastoraat.” Hij noemt het flauw dat de kerkelijke leiding geen schuld belijdt. „Zij verschuilt zich achter de autonomie van de plaatselijke gemeente. Maar de kerkelijke leiding heeft ook een eigen aandeel. Die heeft steeds de neiging om eerst en vooral de voorganger te verdedigen. Dat is kwalijk.”

De crisis binnen het kerkverband noemt Whitfield ernstiger dan die van begin jaren negentig toen de liberale theologie dreigde door te breken. „Die theologische crisis was bedoeld om onze geloofsleer te redden, deze crisis raakt ons christen-zijn. Er moet een moreel reveil komen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer