Cultuur & boeken

Het leed van de 
Groningers

Jarenlang zat journalist Louis Stiller er warmpjes bij in het Groningse Warffum. Niet wetend welke stille ramp zich onder zijn voeten en die van zijn provinciegenoten voltrok. Totdat de aardbevingen kwamen.

22 February 2019 15:23Gewijzigd op 16 November 2020 15:21
Louis Stiller. beeld Duncan Wijting
Louis Stiller. beeld Duncan Wijting

Stiller schreef het boek ”Gasland” over het leed van de Groningers, maar ook over een alles in nevelen hullende overheid én over een hoopvolle toekomst – als we tenminste niet weer dezelfde fouten maken.

U zit zelf midden in uw eigen verhaal toch?

„Het verhaal kwam eigenlijk vanzelf naar me toe. Ik woon in Warffum, op de rand van het aardbevingsgebied. Ik was niet thuis en mijn vrouw belde me in paniek op. Ze zei dat er scheuren in de muur zaten en de ramen kapot waren. Het bleek dat ze net een aardbeving mee had gemaakt. Eerder had ik daar al veel verhalen over gehoord, maar nu maakte ik het zelf mee. Voor Vrij Nederland schreef ik een artikel over de aardbevingen in Groningen en daar kreeg ik erg veel reacties op. Van alle verhaaltjes in de provincie wilde ik graag een doorlopend verhaal maken. Mensen moeten weten hoe diep, breed en hoog het probleem in Groningen is.”

Toen bent u al fietsend door heel Groningen getrokken.

„Dat klopt. Ik heb geen auto, dat is een stuk milieuvriendelijker. Op die fietstochten heb ik zo veel gezien en gehoord. Aan de buitenkant is het vaak lastig om te zien welke huizen schade hebben, want niet overal is dat in één oogopslag zichtbaar. Maar als je je er wat meer in verdiept, herken je de huizen die verstevigd zijn en dus uit de toon vallen. Net even een andere bouwstijl of een nieuwe kleur dak. Tijdens die tochten hoorde ik ook de verhalen van de mensen die er wonen en die waren vaak heftig.”

Wat is het schrijnendste verhaal dat u heeft gehoord tijdens uw fietstochten?

„Allereerst moet je weten dat er wel 170.000 mensen zijn die enige vorm van schade hebben. Van hen kampen er 10.000 met dusdanige problemen dat ze er letterlijk niet van kunnen slapen. Een van de verhalen die me het meest aangreep was dat van een ouder echtpaar in Appingedam. Heel hun leven hadden ze hard gewerkt en hun huis afbetaald. Dat was hun pensioen. Dolgraag willen ze naar een verzorgingstehuis nu ze ouder worden, maar dat kan niet. Niemand wil hier een huis kopen, dus ze krijgen hun woning maar niet verkocht en kunnen daarom niet ontsnappen aan de aardbevingsproblematiek. Je bent de vrijheid kwijt die je je leven lang hebt opgebouwd en dat vind ik verschrikkelijk.”

Waarom grijpt de overheid in dit soort situaties niet in?

„Je zou verwachten dat de overheid ervoor is om mensen voor dit soort problemen te behoeden. Alleen helpt de overheid niet, omdat ze ook haar economische belangen heeft hier. Waarom zou je anders een gebied waarin 400.000 mensen wonen laten gijzelen door twee grote oliebedrijven? De overheid is zo wankelmoedig omdat ze ook onderdeel is van het complot.”

Complot? Dat klinkt wel erg extreem.

„Zelf ben ik tegen complottheorieën, hoor. Er heerst alleen zo veel geheimzinnigheid rond de precieze constructie van ‘het gasgebouw’. Pas 55 jaar na het begin van de gaswinning werd openbaar dat de staat ook verantwoordelijkheid draagt voor het winnen van gas. En alleen doordat advocaten daar tijdens hun research voor een rechtszaak achter waren gekomen en de informatie met het Dagblad van het Noorden hebben gedeeld. Toen kwamen we ook achter het bestaan van de maatschap: een kleine club mensen, waarschijnlijk van de twee oliebedrijven en het ministerie van Economische Zaken, die buiten de Tweede Kamer om beslist hoeveel gas er elk jaar gewonnen moet worden. We hebben zo veel kritiek op het regime in Saudi-Arabië en in Noord-Korea, maar in Nederland zijn we voor een deel ook zo. Een gasdictatuur.”

Een dictatuur? Dat klinkt wel erg on-Nederlands.

„Ja, de Nederlandse overheid hoort juist naar de burgers te luisteren. Dat doet ze nu ook niet bij de windmolens in de veenkoloniën. Ja, we moeten over naar duurzame energie. Dat moet ook zo snel mogelijk. Maar ik kan me ook heel goed voorstellen dat je niet zo’n turbine van 150 meter hoog vlak voor je neus wilt hebben. De slagschaduw, de schittering en het geluid dat heel erg aanwezig is. Dan kun je niet zeggen: Wen er maar aan. Dat geldt voor zonnepanelen ook. Het is dom als je er niet in investeert, maar pas wel op waar je ze neerlegt. In het Duitse Lathen pakken ze dat slim aan. Daar liggen ze aan de achterkant van de school en op het platte dak van het ziekenhuis, in plaats van in de natuur. De overheid moet natuurlijk investeren in duurzame energie, maar doe het alleen wel in overleg met de bevolking en leg niet al je eieren weer in één mandje.”

Eieren?

„De overheid moet oppassen dat ze niet weer alles op één energiesoort inzet. Terwijl wij gas aan het winnen waren, hebben landen om ons heen geïnvesteerd in andere vormen van energie en daardoor lopen wij nu achter. Elektriciteit opwekken is heel mooi, maar mag nooit de enige manier zijn om aan onze energie te komen. Er zijn andere technieken, zoals biovergisters en warmtenetten die aardwarmte gebruiken. Maar alles begint met het bezuinigen op energie – en dat moeten we zelf doen.”

Er ligt dus nog een flinke taak voor ons allemaal?

„Jazeker. Door goed te isoleren kun je al heel veel energie besparen. In de toekomst denk ik dat dorpen en wijken hun eigen energie op moeten gaan wekken. Hier in het noorden zijn er al mensen die hun eigen energiecorporatie oprichten. Samen investeren ze dan in een kleine windmolen of wat zonnepanelen. Zo houd je het ook betaalbaar. Het is een offer, want het kost geld, maar het moet niet meer van bovenaf geregeld worden. Dat is een fout die we niet meer mogen maken.”

Boekgegevens

Gasland, Louis Stiller; uitg. De Geus; 272 blz.; € 18,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer