Conservatief establishment hielp Hitler in het zadel
De vraag is ontelbare keren gesteld: Hoe kon Adolf Hitler aan de macht komen? De Amerikaanse historicus Benjamin Carter Hett wijst in ”De populist” met de beschuldigende vinger naar het conservatieve establishment.
Hett geeft in zijn boek een beschrijving van de Weimarrepubliek, van het einde van de Eerste Wereldoorlog tot de zomer van 1934, toen Hitler in de Nacht van de Lange Messen zijn macht consolideerde. De historicus, verbonden aan New York University, neemt de gangbare opvattingen over Weimar en de machtsgreep van Hitler op de korrel.
Zo prikkelt Hett de lezer met de opmerking dat de Duitse Weimarrepubliek nog zo slecht niet was. „Dit Duitsland was in zekere zin het hoogtepunt van de menselijke beschaving. De grondwet van de Weimarrepubliek uit 1919 schiep een hypermoderne democratie met een uiterst rechtvaardig, proportioneel kiesstelsel.”
Daarnaast had het land een achturige werkdag en de meest vooraanstaande homorechtenbeweging ter wereld. De tolerantie was er zo groot dat Joden uit Polen en Rusland naar Duitsland trokken. Op het gebied van kunst was het land toonaangevend, en dat gold ook voor wetenschap. In haar goede jaren leek de meerderheid van de Duitse bevolkimg zich met ‘Weimar’ te hebben verzoend.
Hett intrigeert als hij de ontwrichtende invloed van het vredesverdrag van Versailles in twijfel trekt. Volgens hem was het verdrag „de mildste van alle regelingen die na de Eerste Wereldoorlog getroffen zijn.”
Minder vernieuwend is Hett misschien in zijn verklaring voor het mislukken van de Weimarrepubliek, maar hij fascineert met de wijze waarop hij het verwoordt. Hij wijst allereerst naar de schaamte over het verlies van de Eerste Wereldoorlog. Daar kwam de schande van de herstelbetalingen nog eens bovenop. Hitler voedde voortdurend die gevoelens van onvrede door 1914 met 1918 te vergelijken. „In de zomerzon van augustus 1914 was de natie op glorieuze wijze verenigd geweest. In de kille herfst van 1918 hadden verraad en lafheid tot de nederlaag op het slagveld geleid. Beide delen van dit verhaal waren onjuist, maar door augustus voortdurend tegenover november te plaatsen kon Hitler beloven dat hij de verloren eenheid opnieuw tot stand kon brengen.” Het Duitse volk laafde zich aan de woorden van Hitler.
De enorme onvrede over de afloop van de Eerste Wereldoorlog is niet de enige reden waarom Hitler uiteindelijk aan de macht kwam. Hett komt dan uit bij de misrekening van het conservatieve establishment. „Grootindustriëlen wilden de vakbonden verzwakken. Het leger wilde meer geld voor wapens. Ze hadden dezelfde oplossing voor ogen: ze moesten de grootste politieke partij van Duitsland, de sociaaldemocraten, buiten de regering houden.” De fabrikanten en de militaire commandanten zagen in dat ze met hun belangen veel te weinig om een meerderheid in de Rijksdag te krijgen. Hitler zou hen kunnen helpen de arbeidersbeweging te vernietigen en het leger weer op te bouwen. Dus besloten ze Hitler ”in te huren”, zodat ze hun eigenbelang niet hoefden op te geven.
Hett: „Hitler had zijn functie te danken aan een kleine groep machtige mannen. Ze gingen ervan uit dat ze Hitler in hun zak hadden. Waarom ook niet? Dit waren mannen als vicekanselier Von Papen en president Von Hindenburg, aristocraten die waren opgeleid tot leiders en legerofficieren, die gewend waren het bevel te voeren. Hitler was de naamloze zoon van een lage Oostenrijkse douanebeambte, met weinig formele scholing.”
De heren vergisten zich schromelijk. Hitler zette hen stuk voor stuk buitenspel en trok alle macht naar zich toe. Miljoenen Duitsers verwachtten dat zijn bewind kortstondig en ineffectief zou zijn. Ook dat is niet gebeurd.
Hett merkt aan het slot van zijn boek op dat de groepen die Hitler in het zadel hielpen geen „wetteloze en barbaarse dictatuur” verlangden. Geen enkele Duitser had zich in 1933 een voorstelling kunnen maken van Treblinka of Auschwitz. Hun onschuld heeft hen echter in de steek gelaten, en ze hebben zich op catastrofale wijze in hun toekomst vergist. „Wij, die na hen komen, hebben één voordeel: wij kunnen hen als voorbeeld nemen.”
Boekgegevens
De populist, Benjamin Carter Hett, uitg. Balans; 346 blz.; € 24,95.