Column: Tot wanneer leeft een mens?
Kort geleden liet D66-Kamerlid Pia Dijkstra zich in een interview kritisch uit over het gebrek aan snelheid waarmee minister De Jonge bezig is met het onderwerp ”voltooid leven”. Hij zou snel met een plan moeten komen. In het regeerakkoord staat namelijk dat het kabinet voor een brede discussie zal zorgen over „waardig ouder worden, de reikwijdte en toepassing van de huidige euthanasiewetgeving en het onderwerp voltooid leven”.
Snelheid is eigenlijk een raar woord voor een onderwerp waar het draait om trage vragen. ”Voltooid leven” klinkt als een vastomlijnd begrip, maar het gaat in werkelijkheid om een „kluwen van onvermogen en onwil om nog langer verbinding te maken met het leven”, zoals Els van Wijngaarden het in haar promotieonderzoek in 2016 omschrijft. De commissie Schnabel is destijds een behoorlijke tijd bezig geweest om tot een goed advies te komen.
Ondertussen gebeurt er al wel veel. Vorige maand is een onderzoek gestart naar de omvang van de groep mensen die vindt dat hun leven is ”voltooid” en daarom vraagt om hulp bij zelfdoding. Dat het kabinet onderzoek zou doen naar voltooid leven was ook afgesproken in het regeerakkoord. De Universiteit voor Humanistiek en het Julius Centrum van het Universitair Medisch Centrum Utrecht gaan dit onderzoek uitvoeren. Als projectleider gaat Els van Wijngaarden verder met dit thema.
Het valt me op dat op Twitter vaak bijeenkomsten worden aangekondigd waar het thema voltooid leven centraal staat. Er is volop maatschappelijk debat, concludeer ik daar uit.
Zelf word ik ook regelmatig gevraagd een bijdrage te leveren aan bijeenkomsten over dit thema. Ik geef dan eerst uitleg over het verschil tussen de euthanasiewet en de ideeën over een voltooid-leven-wet. En ik neem mensen mee in de discussie van de afgelopen tien jaar. In de gesprekken die ik in het land meemaak, zie ik hoe we steeds weer uitkomen bij de belangrijkste conclusies die de commissie Schnabel in 2016 trok. Dat waren er drie:
De groep mensen waarover het gaat is waarschijnlijk klein. De euthanasiewet biedt nu al veel ruimte, ook voor situaties waarin mensen lijden aan een stapeling van ouderdomsklachten.
Invoering zou een uitholling van de toetsing bij euthanasie betekenen. Zelfbeschikking van mensen zou uitgangspunt worden, in plaats van de zorgvuldigheidscriteria waaraan artsen zich hebben te houden.
Omdat het hier in de meest letterlijke zin gaat om een vraagstuk van leven en dood, is het naar het oordeel van de adviescommissie onwenselijk op dit gebied een zo grote mate van vrijheid te laten ontstaan. Het risico van een bedreiging van (het gevoel van) veiligheid van personen is hier te groot.
De bedreiging van (het gevoel van) veiligheid van personen is reëel. De mogelijkheden van hulp bij zelfdoding voedt de vraag naar de zin van het lijden en de zin van het bestaan als het leven moeilijk wordt.
„Tot wanneer leeft een mens?”, vroeg iemand mij laatst na afloop van een lezing. Het antwoord op die vraag is kennelijk niet meer vanzelfsprekend. Voor mij is er altijd nog maar één antwoord mogelijk: een mens leeft tot het einde. En als een mens lijdt aan het verlies van waardigheid, zin en betekenis, dan wordt er een appel gedaan op anderen om hierin een rol van betekenis te vervullen. Het is een uitnodiging om te luisteren. We willen allemaal gelukkig zijn, maar moeten leren verdragen dat het niet altijd kan. En we moeten ervoor zorgen dat we ons niet richten op een ‘dun soort’ van goed doen. Voltooid leven organiseren we niet weg met een beetje welzijn en eenzaamheidsbestrijding.
Levensvragen zijn trage vragen. Trage vragen moet je aandacht geven. Antwoorden helpen in zulke gevallen vaak niet. Over voltooid leven mag gepraat worden. Laten we mensen niet het idee geven dat er niet over gesproken mag worden. Pas als je luistert om te begrijpen, en niet om te antwoorden, voelt de ander zich gehoord. Dit vraagt luistervaardigheidstraining. Wat mij betreft krijgt dit een plek in het toegezegde politieke plan.
De auteur is bestuurder Coöperatie Palliatieve Zorg Nederland. Reageren? rubriekforum@refdag.nl