Consument

Leuke rok! Ruilen?

Een rok waar het prijskaartje nog aan hangt. Die ene blouse achter in de kast, die twee jaar geleden voor het laatst is gedragen. Onze kledingkasten zitten vaak vol met dingen die we niet meer dragen. Weggooien is jammer, maar gelukkig is er een milieubewust alternatief: de kledingruil.

18 February 2019 15:32Gewijzigd op 16 November 2020 15:19
De vriendinnen kennen elkaar van de jeugdvereniging van de hervormde  gemeente in Nieuwer ter Aa. Zo'n vier keer per jaar organiseren ze een kledingruil. beeld Martin Droog
De vriendinnen kennen elkaar van de jeugdvereniging van de hervormde gemeente in Nieuwer ter Aa. Zo'n vier keer per jaar organiseren ze een kledingruil. beeld Martin Droog

De een na de ander komt binnenvallen in de gezellige woonkamer van het rijtjeshuis in Woerden. Naast de grote hoekbank groeit de hoeveelheid meegebrachte wasmanden en boodschappentassen vol met kleding gestaag. In de keuken begroeten de vrouwen elkaar enthousiast. „Zo, jij hebt al een behoorlijk buikje! Gaat alles goed met de zwangerschap?”

Het is maandagavond, acht uur. Tijd voor de vaste kledingruilavond van de groep met negen vriendinnen. Ze kennen elkaar van vroeger, van de jeugdvereniging van de hervormde gemeente in Nieuwer ter Aa. Inmiddels zijn ze allemaal getrouwd en hebben ze een of meerdere kinderen.

Een paar keer per jaar spreken ze af om bij te praten. En om kleding te ruilen. „Meestal kiezen we een nieuwe datum als iemand in de groepsapp meldt dat ze net de kledingkast weer heeft opgeruimd”, zegt Gerdine, een van de vrouwen uit de groep.

Als alle negen vrouwen zijn gearriveerd, zet de gastvrouw van deze avond onder luid gejuich een etagère vol lekker eten op tafel. Chocoladebrokken, brownies, kaasstengels en hier en daar een verdwaalde druif. Aan snacks geen gebrek. „Vergeet je de toastjes niet? Die liggen nog op de keukentafel!” roept iemand.

De vrouwen zijn vier jaar geleden begonnen met het organiseren van de ruilavonden. De eerste avond beviel zo goed dat ze er een gewoonte van hebben gemaakt. „Je hebt extra motivatie om je kledingkasten op te ruimen, je maakt anderen blij met dingen die je zelf niet meer draagt en het is een milieubewuste manier om aan iets nieuws te komen zonder daar geld aan uit te geven”, zegt Gerdine.

Teddybeergilet

Nu het eten op tafel staat, kan het ruilen beginnen. Om de beurt presenteren de vriendinnen hun meegebrachte kleding.

Gerdine is als eerste aan de beurt. Ze diept een zwart jurkje uit de plastic boodschappentas op. „Zoiets is altijd handig om in de kast te hebben. Maar ik heb nog twee andere zwarte jurkjes, dus ik heb deze niet meer nodig.” Marianne is wel geïnteresseerd. „Ik zing op koor altijd in het zwart.” Het kledingstuk wordt over de tafel naar haar toegegooid.

Dan volgen twee parfumflesjes van het merk Bruno Banani. „Ik vind ze zelf te zoet, en ik krijg er uitslag van.” Iemand roept droog: „Goed verkooppraatje dit.”

De volgende in de rij, Marianne, sleept een grote vuilniszak naar haar zitplek. Ook hier komt weer van alles uit: sportshirts in een felle neon kleur („daar krijg je extra energie van”), een sieradendoosje en wat kinderkleding. Soms is ze zelf verrast door wat er allemaal uit de tas komt. „Het is een tijdje geleden dat ik dit heb ingepakt.”

Ze houdt een zomerjurkje omhoog dat de vriendinnen meteen herkennen, zoals alleen vrouwen dat kunnen. „Hé, die had je op vakantie in Corsica een keer aan.” Er vliegen meteen allerlei vakantieherinneringen over tafel.

Niet alle kledingstukken zijn even populair. Het harige vestje dat Lisette presenteert, oogst vooral veel hilariteit. „Mooi teddybeergiletje toch?” grapt ze. „Het kan altijd in de verkleedkist.”

De kledingstukken waar niemand belangstelling voor heeft, komen in een hoopje op de vloer terecht. Die gaan straks naar een kledingbank in Mijdrecht.

Stempelkaart

Kledingruilavonden als deze zijn in opkomst. Kerken organiseren kinderkledingruilmarkten, vriendinnengroepen ruilen kleding met elkaar en er zijn zelfs bedrijven die kledingruildagen opzetten.

Awearness Kollektif is zo’n bedrijf. Initiatiefnemers Laura Suijkerbuijk en Monique Drent willen iets doen aan de enorme verspilling en overconsumptie van kleding. „Natuurlijk zijn er aan de productiekant goede initiatieven als duurzame kleding”, zegt Laura Suijkerbuijk. „Maar het probleem is juist dat we op grote schaal veel te veel kopen en dat de verspilling zo hoog is. Kleding ruilen is een goede en laagdrempelige manier om daar tegen te strijden.”

De vrouwen organiseren evenementen door het hele land. Bij zo’n ‘kledingswap’ kunnen mensen hun overbodige kleding inleveren. Daar krijgen ze punten voor, die ze vervolgens weer kunnen inzetten om andere dingen mee te nemen. Bezoekers krijgen een stempelkaart, zodat ze hun punten ook later kunnen gebruiken.

Bewustwording is belangrijk voor Suijkerbuijk en Drent. Tijdens een evenement vertellen ze de bezoekers daarom ook het een en ander over de kledingindustrie. „Dat er in Nederland jaarlijks 240 miljoen kilo textiel wordt weggegooid, bijvoorbeeld”, zegt Suijkerbuijk. „En toch blijven we maar kopen. Uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde Nederlander zo’n 46 nieuwe kledingstukken per jaar koopt, waarvan een deel niet eens wordt gedragen. De verspilling is enorm. Wij willen mensen graag leren welke invloed hun koopgedrag heeft op de wereld en wat ze bij kunnen dragen aan een beter milieu.”

Koopjes

De vrouwen kopen zelf al een tijdje helemaal niets nieuws meer. Ze schaffen alleen nog tweedehandskledingstukken aan, of ruilen onderling. „Hoe meer je van de kledingindustrie weet, hoe meer het je gaat tegenstaan”, zegt Suijkerbuijk. Het mooie aan kleding ruilen is volgens haar dat je veel bewuster naar je eigen garderobe gaat kijken. „Toen ik laatst voor mijn kast stond, dacht ik ineens: Belachelijk, ik heb helemaal niet zoveel nodig. Het geeft ook rust als je niet voortdurend achter de laatste koopjes aan hoeft.”

Suijkerbuijk en Drent hebben veel plannen voor de toekomst. Zo willen ze vaste ruilpunten opzetten door het hele land, winkels waar mensen kleding met elkaar kunnen ruilen. Ze denken na over gastlessen op scholen. En ze zijn bezig met een eigen naaiatelier, waar ze tassen, kussens en truien gaan maken van oude kleding. „We willen laten zien hoe leuk het is om hier bewust mee bezig te zijn.”

Bijkletsavond

Bij de kledingruilavond in Woerden raken de boodschappentassen en wasmanden ondertussen langzaam leeg. Enthousiasme werkt aanstekelijk, zo beamen de vriendinnen. „Er zijn al meerdere mensen in onze omgeving ook begonnen met het organiseren van ruilavonden.”

Dat ze elkaars kleding dragen, vinden ze geen probleem. „Leuk toch? Dan kom je op een verjaardag iemand tegen die schoenen van jou aan heeft. Beter dat ze gebruikt worden dan wanneer ze in de kast blijven liggen.”

Bovendien helpen ze elkaar met het uitwisselen van spullen. Zo heeft Lisette deze avond wat babyspullen bij zich. Ze trekt een slang uit een doos. „Kijk, die kun je gebruiken om het water uit een babybadje te laten lopen.” Ze kijkt naar de zwangere in het gezelschap. „Iets voor jou, Matthanje?”

Als de tassen leeg zijn en iedereen nieuwe kledingstukken heeft verzameld, gaan de vriendinnen passen. Ook dan wordt er vaak nog onderling geruild. En gratis advies gegeven. „Dit jurkje kun je leuk combineren met een donker jasje en een panty. Heb je meteen een nette outfit.”

De voorraad eten op tafel is ondertussen flink geslonken. „Wie wil de laatste brownie?” roept de gastvrouw. „Als we deze avonden niet hadden, zou ik nooit zo vaak mijn kast uitmesten”, zegt Johannie, terwijl ze nog een glas thee inschenkt. „Dit is een goede stok achter de deur.”

En niet geheel onbelangrijk: het is gezellig. „Heerlijk, zo’n bijkletsavond zonder man en kinderen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer