Spin in het web van het christelijke kinderboek
Ze realiseert zich amper hoe belangrijk ze was voor veel kinderboekenauteurs. Twintig jaar lang werkte ze als ambassadeur, leesbevorderaar, jurylid, recensent en nog veel meer. Dit voorjaar zwaait ze af. Annemarie Prins, die zich „de spin in het web” van christelijk kinderboekenland noemde.
Het lijkt al wel voorjaar in de Zwolse woonkamer. De zon valt royaal binnen door de brede raampartij van het huis in de wijk Stadshagen. Op meerdere plekken in het huis staan bossen bloemen en voor de kamerhoge ramen is een hoge tafel geplaatst, met planten erop.
Dit is niet alleen de woonplek van Annemarie Prins, jarenlang het gezicht van christelijk kinderboekenland, het is ook de plaats waar ze de afgelopen twintig jaar veel werk verzette. Ze las talloze kinderboeken en deelde veel ervan weer uit („de Eliëzer- en Obadjaschool was er altijd erg blij mee”). Ze schreef recensies voor de website christelijkekinderboeken.nl, mailde met uitgevers en auteurs, regelde sprekers voor de jaarlijkse studiedag voor auteurs en bereidde zich voor op vergaderingen van de Hoogste Woordjury, de prijs voor het beste christelijke kinderboek.
Prins (59), getrouwd en moeder van drie zoons, kondigde vorige week aan te stoppen met haar activiteiten die sinds 2015 onder de paraplu van het Platform Christelijke Kinderboeken vallen. Ze doet dit jaar nog wel de redactie van de werkmap voor de Christelijke Kinderboekenmaand („zo snel iemand anders vinden, dat lukt niet”) en kijkt nog één ronde mee met de jury („om de boel over te dragen”).
„Annemarie weg, dat kan niet!” Het was de teneur in reacties van auteurs.
„Ik heb mezelf eigenlijk nooit zo’n grote rol toebedeeld. Ik dééd gewoon wat ik voor mijn gevoel moest doen. Ik vind het wel heel leuk om te horen dat auteurs me zo waardeerden. Ik heb me dat nooit zo gerealiseerd. Ik deed veel dingen ook samen met anderen.”
Uw man en de vriendin van uw oudste zoon schonken zaterdag koffie tijdens de jaarlijkse studiedag, in de tuin serveerden jullie eens een rijsttafel voor juryleden van het Hoogste Woord. Werk en privé lopen flink door elkaar.
„Ik vind dat helemaal geen probleem, juist leuk. En Gerrit staat er ook zo in, toch Gerrit?
We doen sowieso veel dingen samen. Welke klus zullen we deze keer oppakken, zeggen we dan.”
Wat heeft u met boeken en lezen?
„Ik las als vierjarige mijn buurmeisje van zes al voor. „Hoe kan het dat Annemarietje kan lezen?” vroeg zij verbaasd. Ik kon de tekst van het boek, dat mijn moeder vaak voorlas, inmiddels dromen.
Mijn vijf zussen en ik lazen later de hele plaatselijke bibliotheek leeg. Toen ik vijftien was, vroeg de bibliothecaris of ik wilde helpen. Er vertrok een vrijwilliger. Ik was stomverbaasd: „Hoe weet u dat ik dat graag wil?” Ik heb daar een prachtige tijd gehad. Met een paar scholieren runden we de jeugdafdeling. De bibliothecaris kwam tegen sluitingstijd kijken hoe het bij ons ging.
In die tijd kwam ook de Bibliotheekwet: kinderen mochten gratis lid worden. Voor mijn gevoel heb ik toen het halve dorp ingeschreven.”
Werkgroep
Leuk detail: de vrijwilliger die opstapte was Els van Gurp, de latere directeur van de Brancheorganisatie voor het Christelijke Boeken- en Muziekvak (BCB) en nu verantwoordelijk voor de kinderboeken van Royal Jongbloed en Ark Media. Zij vertrok destijds naar Deventer om naar de Bibliotheekacademie te gaan. Prins volgde een paar jaar later en koos voor de specialisatie schoolbibliothecaris. Ze werkte bij de provinciale bibliotheekcentrales in Papendrecht en Schiedam. „We hielpen scholen in plaatsen met minder dan 30.000 inwoners bij het opzetten van een bibliotheek en documentatiecentrum.”
Eind 1989 verhuisde Prins naar Zwolle. Haar al jaren werkloze man kon daar een baan krijgen. Oudste zoon Hoite –die afgelopen weekend dertig werd– was nog klein. Voor Prins was het slikken. „Ik wandelde vaak langs boekhandels en bibliotheken en keek jaloers naar nieuwe boeken.”
Toen eind jaren negentig in het Nederlands Dagblad een discussie ontstond over de kwaliteit van christelijke kinderboeken, raakte ze weer verzeild in de boekenwereld. „De tijd van de tranentrekkende treurnis” noemt Prins het. „Probleemboeken van Lemniscaat werden veel gelezen en christelijke kinderboeken gingen ook vaak over verdriet en dood. Of liepen steevast uit op een bekering.”
In die tijd werden de Samenwerkende Christelijke Boekhandels (later de BCB) en de Werkgroep Christelijke Kinderboeken opgericht. In 1999 belde Els de Jong-van Gurp Prins op. „Els zei al snel dat ik de jury maar „moest doen.” En zo is het gegaan. Van die pioniersjaren heb ik enorm genoten. Als ik nu trouwens zie welke titels de jury in die begintijd besprak… De kwaliteit is flink toegenomen.”
De BCB stopte in 2014 met de kinderboekenwerkgroep. Pijnlijk, lijkt me.
„Het kwam voor mij echt onverwachts. Achteraf gezien had ik het misschien kunnen zien aankomen. Het ging slecht bij de BCB. Wat geld kostte ging eruit.
Ik móést toen wel doorgaan. In de website had ik zo veel energie gestoken! Ik ben altijd de verantwoordelijke oudste geweest, dat is een goede slechte eigenschap van me. Maar vanaf toen was de sjeu er wel af.”
En nu bent u helemaal klaar met de kinderboeken?
„Dat is het woord niet. Ik ben wel klaar met het fulltime bedienen van een ander. Ik wil ruimte in mijn hoofd, zodat ik ook zelf eens kan schrijven. Een prentenboek, of gedichten.
Ik heb ook heus eerder weleens gedacht: Ach, het is elk jaar eigenlijk een beetje hetzelfde. Dat was al in de tijd dat de werkgroep nog bestond. Afgelopen jaar heb ik veel nagedacht hoe het verder moest, juist omdat ik overwoog te stoppen. Ik heb ook gebeden om duidelijkheid. Ik vond het toen heel mooi om te zien dat er allerlei mensen op mijn pad kwamen. Er is inmiddels een flink aantal recensenten, iemand voor het Hoogste Woord en via Driestar Educatief kwam ik in contact met een reformatorische pabostudente. Alle boeken komen nu binnen bij Geertje Oskam, vroeger secretaresse bij de BCB. Ik word eind dit jaar zestig, ik vind het tijd dat de jongere generatie het overneemt. Ik blijf wel af en toe een boek recenseren.”
U kwam in aanraking met een veelkleurig publiek. Hoe ging u om met verschillen links en rechts?
„Ik heb geprobeerd om met zo veel mogelijk smaken rekening te houden. Ik ben opgegroeid in een vrijgemaakt gereformeerd dorp en pas tijdens mijn werk als schoolbibliothecaris maakte ik kennis met reformatorischen. Volgens mij had ik altijd goed contact met hen. Ik herkende de intentie en de bewogenheid die ik bij hen zag, heel mooi.
Omgaan met mensen uit de evangelische hoek was voor mij moeilijker. In 2004 was het thema van de Kinderboekenweek ”De toveracademie”. Veel evangelische mensen belden me toen op en wilden een discussie aangaan. Ik ben daar sowieso niet goed in, eerder erg slecht. Uiteindelijk kozen we voor het thema ”Wonderlijk”, met als actieboek ”De toverhazelaar” van Jeannette Donkersteeg. Ook op die titel kwam commentaar.”
Wat waren hoogtepunten?
„Het leukste vond ik alle contacten. Ik dacht dan weleens: hoe bestaat het, ik zit gewoon thuis, en ik ken zo veel mensen! Hoogtepunt was de jaarlijkse CLK-beurs, in de tijd dat die in Zwolle werd gehouden. Daar keek ik naar uit, daar leefde ik naartoe. Geweldig, dan zag ik de mensen in het echt!
We hadden altijd een stand met alle actiematerialen van de Kinderboekenmaand. Ik heb in de stand zelfs een keer een echte boomhut gebouwd, met een heel duur beeld dat ik van een tuincentrum mocht lenen. Zo leuk was dat, Els gaf altijd alle ruimte om er iets van te maken.”
Van reizen tot rijsttafel
Ze is bekend door haar kinderboekenwerk, maar zet zich ook al jaren in voor het Nederlands Bijbelgenootschap en geeft taalles aan nieuwe Nederlanders. Annemarie Prins in steekwoorden.
Chaotisch of enthousiast?
„Vooral enthousiast. Omdat ik chaotisch ben, werk ik juist ook heel gestructureerd.”
Reizen of lezen?
„Kan het niet allebei?”
Taalles of studiedag?
„Ik krijg van allebei energie.”
Humor of moraal?
„Oh, humor!”
Corien Oranje of Piet Prins?
„Niet zo moeilijk. Corien Oranje.”
Koos Meinderts of Annie M. G. Schmidt?
„Hm, dat zijn twee verschillende dingen. Meinderts is meer van deze tijd. Maar Schmidt heeft zo veel betekend…”
Tuinieren of organiseren?
„Moeilijk. Voor nu: tuinieren.”
Rijsttafel of pizza?
„Rijsttafel. We woonden de eerste jaren van ons huwelijk in Den Haag, in een straat met vier toko’s. De mensen in die winkel zeiden: dit moet je proeven, en: dat is lekker. Vandaar die voorkeur.”