Het beste voornemen voor de rest van 2019: blijven leren
Het begin van een nieuw jaar staat voor veel mensen in het teken van goede voornemens, zoals meer bewegen of gezonder eten. Om eind januari te constateren dat daar weinig van terechtkomt.
Maar het is nog niet te laat voor het beste voornemen van 2019: meer leren. Investeren in je eigen kennis en vaardigheden wordt steeds belangrijker, in een loopbaan die dankzij de stijgende levensverwachting steeds langer wordt en een wereld die dankzij technologische innovaties in hoog tempo verandert. Bovendien helpen de economie en de overheid dit jaar een handje mee.
Zo blijft de arbeidsmarkt dit en volgend jaar krap. Dat biedt kansen voor wie met de baas wil onderhandelen over studiefaciliteiten, of juist het roer wil omgooien en een carrièreswitch wil maken. Wie 45 jaar of ouder is, kan bij dit laatste hulp krijgen in de vorm van een gratis ontwikkeladvies bij een loopbaanadviseur.
Ten slotte is het goed om te beseffen dat 2019 het laatste jaar is waarin scholingskosten fiscaal aftrekbaar zijn. Vanaf 2020 komt er een nieuwe regeling in de vorm van een ”individuele leerrekening”. De details zijn nog niet bekend, maar mogelijk heeft deze regeling een beperktere reikwijdte.
Wat blijft is dat iedereen recht heeft op een „bekostigde” bachelor- en masterstudie bij een publieke onderwijsinstelling tegen het wettelijk collegegeld –bekostigd, omdat dit collegegeld slechts een fractie is van de echte kosten– en een tweede bachelor of master in de sector zorg of onderwijs als de eerste opleiding in een andere sector was. Wie nog geen bachelor of master heeft, heeft dus nog wat tegoed. Bovendien kan iedereen gedurende het gehele leven bekostigd diplomagericht mbo-onderwijs volgen.
De meeste werkenden kiezen voor opleidingen bij private opleidingsinstituten. Het aanbod van publieke onderwijsinstellingen sluit namelijk nog onvoldoende aan bij de behoeften van werkenden, zowel qua inhoud als qua flexibiliteit. Publieke onderwijsinstellingen zijn vooral gericht op vakinhoudelijke en theoretische kennis en minder op vaardigheden. Terwijl digitale en communicatieve vaardigheden steeds belangrijker worden. Ook is het aanbod van deeltijd- en modulair onderwijs nog beperkt. In het mbo en hbo gaat het de goede kant op: daar bestaat circa de helft van alle opleidingen ook in deeltijdvariant. Bij universiteiten daarentegen geldt dat voor een klein deel van de studies.
Populaire masters die wel in deeltijd worden aangeboden, zoals bedrijfskunde, accountancy, management en marketing, zijn peperduur, vreemd genoeg ook voor wie nog geen master heeft. Wie zijn zinnen zet op zo’n opleiding, moet dus een dikke portemonnee meebrengen, een gulle werkgever hebben of een lening afsluiten, zoals het speciale ”Levenlanglerenkrediet” van DUO.
Inschrijven bij de voltijdsvariant en daar iets langer over doen is soms een optie. Bij een bacheloropleiding is dat echter riskant vanwege het bindende studieadvies. Gelukkig wil de minister van Onderwijs die norm vanaf 2020 weer afzwakken; de lat mag dan voor eerstejaars niet hoger liggen dan 40 van de in totaal 60 studiepunten.
Het is dus even puzzelen welke opleiding het beste past. Maar wacht niet te lang met dit voornemen. Het is al februari.
De auteur is econoom bij RaboResearch.