Opgeschrikte vissers
Zoals platvissen door kleine stroomstootjes opspringen van de bodem van de zee, zo reageerden de Nederlandse vissers deze week op het Europees onderhandelingsakkoord dat het pulsvissen op termijn volledig zal verbieden.
Nee, dat is te zacht uitgedrukt. Verbolgen zijn ze over het besluit. Woedend zelfs. Een woede die gevoed wordt door onbegrip. Hoe kunnen politici zo’n innovatie in de visserij met één pennenstreek de das om doen? Het pulsvissen bespaart immers brandstof en het spaart de zeebodem?
Lange tijd was er hoop dat het verbod er toch niet zou komen. Woensdag werd er voor gebeden op Urk tijdens de biddag voor de visserij. Minister Carola Schouten was erbij aanwezig en luisterde naar de verhalen van vissers. Maar wat kon ze nog doen?
Het verbod kwam er. Weliswaar iets minder radicaal dan waarvoor werd gevreesd, maar toch. Niet minder dan veertig kotters zullen over enkele maanden stoppen met de pulsvisserij. Weg investering van zo’n 3 ton. Een kostbare ombouw volgt. Stijgende brandstofkosten liggen in het verschiet. En de concurrentiepositie is foetsie met een dubbel zo hoge brandstofrekening.
Misschien, heel misschien opent zich nog een maas in het Europese vangnet. Wetenschappelijk onderzoek zal moeten aantonen dat pulsvissen niet schadelijk is voor het milieu. Voor veel vissers zal deze eventuele ontsnappingsroute echter te laat komen.