Glimpen van hoop voor toekomst in door ellende geteisterd Malawi
Het straatarme Malawi krijgt een stortvloed van ellende over zich heen: honger, aids, corruptie en een enorm aantal weeskinderen. Toch ziet Clifford Kuyokwa, directeur van Stéphanos in Malawi, lichtpuntjes.
Kuyokwa (1988) is voor de eerste keer in Nederland, zelfs in Europa. De afgelopen dagen heeft hij in verschillende kerken en op scholen presentaties gehouden. „Ik ben onder de indruk van de warmte en belangstelling van christenen voor het werk van Stéphanos”, zegt hij. „Maar ik heb ook veel van de mensen hier geleerd over het aanpakken van de talloze problemen in mijn land.”
Stichting Stéphanos is dertig jaar geleden begonnen op de locatie waar Kuyokwa nu directeur is. Ze zet zich in voor meer dan 7000 wees- en kwetsbare kinderen en hun families. De stichting is ook in Zambia actief, waar zij zich met name richt op evangelisatie.
Malawi telt ruim 17 miljoen inwoners, van wie er 2 miljoen wees zijn. „Bijna 8 miljoen inwoners zijn onder de twintig jaar”, vertelt Kuyokwa. „De meeste jongeren hebben niets te doen. Ruim 60 procent is werkloos. Ze hebben vooral vrijheid om verkeerde dingen te doen, wat leidt tot een grote vrije seksuele omgang.”
Armoede beïnvloedt álles, aldus Kuyokwa. „Een meisje denkt dat ze het beste maar getrouwd kan zijn, zodat iemand voor haar zorgt. Ze trouwt als ze veertien of vijftien is. Haar man verlaat haar echter al gauw, omdat hij niet voor haar kan zorgen. Gevolg is een groot aantal gebroken gezinnen. Jonge moeders verkopen hun lichaam om geld te verdienen om voor hun kind te kunnen zorgen. Er is sprake van een vicieuze cirkel: als een weeskind niet geholpen wordt, wordt haar of zijn kind ook weer een wees.”
Vicieuze cirkel
Kuyokwa benadrukt dat het een belangrijke taak voor de regering is om uit deze spiraal van ellende te komen. „Maar ze laat het afweten. Het land is een van de meest corrupte ter wereld. De leider is tachtig, denkt alleen aan zichzelf en gaat dit jaar opnieuw voor een termijn. Hij verbetert de infrastructuur en de positie van de wezen niet. Malawi gaat daarom alleen maar achteruit. Daarom bidden we dat er na de verkiezingen in mei een Godvrezende leider zal komen die de vicieuze cirkel van ellende doorbreekt.”
Vol lof is Kuyokwa daarentegen over de ngo’s. „Zonder ngo’s zou de situatie in Malawi werkelijk dramatisch zijn. Het probleem is dat onderwijs en gezondheidszorg nauwelijks functioneren. De levensstandaard moet omhoog. Je hebt zeer rijke mensen aan de top, en zeer arme mensen aan de basis die van nauwelijks één dollar per dag moeten rondkomen. Er bestaat geen middenklasse.”
Belangrijke prioriteit voor Stéphanos is het stichten van een eigen middelbare school. Kuyokwa: „Juist in een periode waarin jongeren kwetsbaar zijn en meisjes zwanger worden als ze niet oppassen, willen wij een veilige setting scheppen met een goed geestelijk klimaat. We proberen fondsen voor deze school te krijgen en hopen dat deze er binnen drie jaar komt. Dat is niet alleen van belang voor onze kinderen, maar voor het hele land.”
Zo’n 60 procent van de bevolking behoort tot een van de christelijke kerken. „Maar wat ontbreekt, is diepgang”, aldus Kuyokwa. „Want hoe komt het dat er zo veel corruptie is en zo veel mensen aids krijgen? Heeft dat niet te maken met een zondige levensstijl? We hebben in Malawi te weinig opgeleide voorgangers. Dit is typisch Afrika: 40 procent kan niet lezen of schrijven en daarom niet de Bijbel lezen of de psalmen zingen. Mensen kunnen slechts naar hun eigen voorganger luisteren, maar dat hij een gezonde leer heeft, kun je alleen maar hopen.”
Kerken hebben vaak niet de middelen om voorgangers te onderhouden. Daarom is Stéphanos bezig via haar beroepsopleiding aan predikanten in opleiding een programma aan te bieden waardoor ze een vak leren om in hun levensonderhoud te voorzien.
Kuyokwa houdt van zijn land. Spontaan zingt hij het volkslied, waarin vrijheid en nationale trots een belangrijke plaats innemen. De Stéphanosdirecteur maakt allesbehalve een deprimerende indruk. „Het goede nieuws van het Evangelie moeten we aan alle Malawianen brengen. Maar preken zijn niet voldoende. Christenen moeten weer goede voorbeelden worden. We vertrouwen erop dat God het in de toekomst beter maakt. Maar dat is niet genoeg. We moeten ook onze verantwoordelijkheid nemen.”