Akkoord over Europese Arbeidsautoriteit
EU-onderhandelaars hebben een politiek akkoord gesloten over de oprichting van een Europese Arbeidsautoriteit (ELA). Het agentschap moet ervoor zorgen dat de nationale inspecties niet langs elkaar heen werken, met name bij grensoverschrijdende arbeid.
Het tot de orde roepen van bedrijven die de regels overtreden, blijft in handen van de lidstaten. Maar de nationale arbeidsinspecties moeten wel Europees gaan opereren, zegt Jeroen Lenaers (CDA), die namens het Europees Parlement onderhandelde. Verbindingsofficieren van de arbeidsinspecties gaan straks in één gebouw samenwerken. Waar dat komt te staan, wordt later besloten.
17 miljoen Europeanen wonen of werken in een andere lidstaat dan waar ze vandaan komen. Oneerlijke concurrentie en fraude worden lang niet altijd goed genoeg aangepakt. „We kunnen tevreden zijn dat het is gelukt om de vakbonden de mogelijkheid te geven om misstanden te melden”, meldt PvdA-Europarlementariër Agnes Jongerius. „En dat straks ook brievenbusbedrijven worden gecontroleerd, want zij spelen een grote rol in het vermijden en ondermijnen van de rechten van werknemers.”
Vanaf volgend jaar komen er zo’n 140 mensen te werken bij de nieuwe dienst. Die zou in 2023 op volle kracht moeten draaien met een jaarlijks budget van 50 miljoen euro. De Europese Commissie ziet het akkoord als een grote stap naar een socialer Europa. „De kers op de taart van een een eerlijkere Europees arbeidsmarkt”, aldus EU-commissaris Marianne Thyssen (Werk en Sociale Zaken).
De EU-ministers van Sociale Zaken hadden liever de naam Europees Arbeidsagentschap gezien, maar die heeft het niet gehaald. Minister Wouter Koolmees beschouwt de oprichting als „grote winst”, en een nuttig instrument om bijvoorbeeld arbeidsuitbuiting tegen te gaan.