Stichting Balkanzending constateert openheid onder Roma voor Evangelie
De oproep om God te zoeken is weliswaar echt, maar niet bedoeld als een cursus zelfredzaamheid. Voor ieder mens, zowel in Nederland als op de Balkan, geldt dat geen mens vanuit zichzelf God zoekt, aldus ds. C. L. Onderdelinden.
„Voor Gods volk, overal ter wereld, zal het altijd tot verwondering blijven dat het God was Die naar hen omzag”, zei de predikant van de oud gereformeerde gemeente te Rijssen (Bevervoorde) zaterdag in zijn openingswoord op de jaarlijkse zendingsdag van de stichting Balkanzending, in Kampen. Ds. Onderdelinden is voorzitter van de stichting.
De stichting Balkanzending werd opgericht om het evangelisatiewerk van ds. Simo Ralevic te ondersteunen. Ds. Ralevic (78) preekt en schrijft nog steeds, maar hij wordt ouder en voelt zijn krachten afnemen. „Bij hem leeft het verlangen ontbonden te worden en met Christus te zijn”, aldus ds. Onderdelinden. Hij vertelde dat het zendingswerk in Servië en andere Balkanlanden wordt voortgezet. Het verspreiden van lectuur en verzorgen van onderwijs aan het Balkan Theological Seminary (BTS) in de Servische stad Nis wordt mede verricht door gezinsleden van ds. Ralevic.
Openheid onder Roma
Ds. Onderdelinden vertelde dat de stichting Balkanzending ook activiteiten gaat ontplooien in samenwerking met de Hongaars-gereformeerde predikant ds. László Harangozo uit Subotica (Noord-Servië). De tweedehands kleding die van Staphorst naar Servië wordt vervoerd, wordt voornamelijk onder Roma uitgedeeld.
De predikant constateerde een opmerkelijke openheid onder de Roma voor het Evangelie en sprak de wens uit dat de goederen mogen leiden tot de hemelse Gever. Een Bijbels dagboek, dat door Timothy Ralevic uit het Engels in het Servisch werd vertaald, blijkt in zo’n behoefte te voorzien dat een tweede druk al nodig was.
Onversneden
Emeritus predikant ds. A. den Hartog uit Ochten sprak over Handelingen 17, waar Paulus het waagt in het afgodische Athene het Evangelie te verkondigen ondanks de tegenstand en het feit dat hij voor „een zwetser” werd uitgemaakt. Verwijzend naar de recente ophef rond de Nashvilleverklaring, zei ds. Den Hartog: „Hoe kon het toch zover komen? Hebben wij niet teveel gezwegen en onze landgenoten maar laten gaan in hun on-Bijbelse opvattingen?”
Ds. Den Hartog gaf aan dat we „in plaats van de neiging tot zelfbeklag meer van de houding van Paulus moeten hebben. Zouden wij in een van God vervreemde samenleving net als Paulus in Athene de boodschap van God onversneden verkondigen, dan zou dat ook niet zonder uitwerking zijn.”
Ds. B. J. van Boven, predikant van de gereformeerde gemeente te De Valk-Wekerom, besloot de ochtendbijeenkomst met een meditatie over Ezechiël 34. Daarin wijst de profeet op de goede en grote Herder Die Zijn schapen weidt en het oordeel aankondigt over de valse herders die zichzelf weiden en verrijken ten koste van de schapen. Volgens ds. Van Boven zoekt de Goede Herder Zijn schapen op in hun diepe verlorenheid en brengt Hij het weggedrevene weer terug. Kenmerk van de opgezochte schapen is ootmoed, omdat zij die het oprapen niet waard waren, toch door de Herder zijn opgeraapt, zo zei hij.
Ds. M. A. Kempeneers, christelijk gereformeerd predikant in Katwijk aan Zee, opende de middag met een overdenking over de gelijkenis van het zaad uit Mattheüs 13. „Elke Evangelieverspreiding betekent het uitstrooien van zaad. Het zaad is goed, maar de uitwerking verschillend omdat het in verschillende soorten aarde valt.” Geloof kent wel blijdschap, maar blijdschap is niet het bewijs van het geloof, aldus ds. Kempeneers.
D. J. Koppelman vertelde voor de jeugd over een zekere Razaka, die de christenvervolging op het eiland Madagascar onder koningin Ranavalona overleefde. Ds. H. Zweistra uit Urk, emeritus predikant in de Hersteld Hervormde Kerk, besloot de zendingsdag met een overdenking uit Lukas 17:24.
Voorzitterschap
Ds. Onderdelinden maakte zaterdag bekend dat hij dit jaar stopt met het voorzitterschap van de stichting Balkanzending. Zijn opvolger is nog niet bekend. Bestuurslid K. Mulder sprak de predikant toe en memoreerde hoe deze vanaf de oprichting van de stichting –toen nog ”Macedonië zending” geheten– betrokken was en een sterke band onderhield met ds. Ralevic.