Prediking van het Koninkrijk is zichtbare hand van God
Onstuitbaar, vol macht en heerlijkheid: het Woord gaat rond onder de volken. Gods hand wordt zichtbaar in de geschiedenis. Maar we kunnen daarbij niet zonder het graven in de Schrift.
Gods hand schrijft geschiedenis. Bij de loop van Gods Woord wordt deze hand zichtbaar. Het slot van het Bijbelboek Handelingen wijst deze hand aan in de prediking van het Koninkrijk.
Een merkwaardig slot heeft dat Bijbelboek: „Predikende het Koninkrijk van God en lerende van de Heere Jezus Christus, met alle vrijmoedigheid, onverhinderd” (Hand. 28:31). Het is alsof het boek niet uit is. Sommigen spreken van „een open einde”. Tegelijk lezen we hier het laatste wat Lukas over Paulus vertelt. Het zou de moeite waard kunnen zijn om het eerste en het laatste wat hier van Paulus gezegd wordt naast elkaar te leggen. Het begint met zijn vreugde over de dood van Stefanus. Het eindigt met zijn bewogen prediking van Christus. Tussen het een en het ander ligt het werk van Gods hand.
Machtscentrum
Paulus is als gevangene in Rome, het machtscentrum van de wereld, gekomen. Hij predikt daar voor zijn bezoekers het Koninkrijk Gods. Is Rome wel een geschikte plaats voor de prediking van de Koning der koningen en Zijn Rijk? De keizer wordt daar als god geëerd. Wat bekijken wij ervan waar Gods hand wil werken? In Rome woont niet alleen de keizer, maar daar zal ook de Koning mensen aan Zijn voeten brengen.
Paulus leert daar van de Heere Jezus Christus. Het kan niet anders, als Hij echt Gods Koninkrijk verkondigt. Twee jaar is Paulus in zijn gehuurde huis zo bezig. Zouden christenen in Nederland in 2019 daarvan kunnen leren? Vergeet ook niet dat er tot aan de laatste dag van deze wereld mensen zullen rondlopen met honger naar de kennis van Christus in hun ziel. Daar zorgt de Geest voor.
Paulus preekt en leert met alle vrijmoedigheid en onverhinderd. Er is veel reden om bij die vrijmoedigheid te denken aan de houding en het innerlijk van Paulus. Hier zien we ook iets van Gods hand in de geschiedenis: Hij grijpt mensen zo aan, dat ze op een bepaald moment liever hun leven verliezen dan het Woord en de Heere Zelf kwijt te raken. Kleine, bange mensjes worden onder Zijn handen tot vrijmoedige dienaren van het Woord gemaakt.
Zonder hinder en belemmering kan Paulus zijn woord doen. Onverhinderd – het laatste woord uit Handelingen. Als er nu één Bijbelboek is waarin het voortdurend gaat over belemmeringen en tegenkantingen, dan dit boek wel. De apostelen ontmoeten mensen die te goed en te vroom zijn om als zondaren gered te worden door een Ander. Ze stuiten op massa’s mensen die zich hun afgoden niet laten afnemen. Filosofie van verschillende snit en allerlei wind van leer willen de gemeente uithollen en vergiftigen.
Ondanks dat alles eindigt Lukas met „onverhinderd”. We zien hier niets minder dan de overwinning die ten laatste en door alle nederlagen heen behaald zal worden door het Woord Gods. Als ons hart werkelijk belang heeft bij de voortgang van Gods werk – omdat we Christus oprecht hebben liefgekregen - kan het zich aan dit woord ophalen.
Onstuitbaar
In ditzelfde Bijbelboek lezen we enkele malen dat het Woord wies en zich verbreidde. Onstuitbaar, vol macht en heerlijkheid. Het gaat toch echt gebeuren: dat het Woord rondgaat onder de volken, de eeuwen door, totdat Gods werk voltooid is, het getal van de geredden vol is. Christus wil niet wederkomen om de volken te oordelen, wanneer niet eerst alle volken van Hem gehoord hebben.
In dat overweldigende machtscentrum van de wereld is een man Die Christus verkondigt. Is dat dan zo veelbetekenend? Zet dat zoden aan de dijk? Vergeet niet, Christus ontrukt hier mensen aan de dood en de duivel. Wat hier gebeurt, is een profetie en garantie van een schare die niemand tellen kan.
Uitholling
Jawel, een merkwaardig slot van de Handelingen. Waarom niet een ontroerend verslag van Paulus’ levenseinde? We zien iets dergelijks als het over Filippus en over Petrus gaat. Op een gegeven moment horen we niets meer van deze mannen. Blijkbaar gaat het Lukas, geleid door de Geest, niet vooral om deze mannen en hun leven, maar om de voortgang van het Woord van God. Af en toe klinkt de vraag: houden we het vol als kerk in Nederland, als gereformeerde gezindte te midden van alle stormen van afval en uitholling? Een andere vraag zou kunnen zijn: wil God ons leren dat al het onze geen uitkomst brengt en dat we alleen geholpen en gered kunnen worden als Hij Zich tot ons wendt? Dat alles, opdat we sterk roepen zullen tot Hem bij Wie zo’n sterke hand is.
Een open eind hier in Handelingen 28? In ieder geval niet in de zin dat Gods werk afbreekt. Als Jezus het heeft over de tekenen der tijden, klinkt het veelbetekenend: en nog is het einde niet. En dan volgt het: als het Evangelie gepredikt zal zijn in de gehele wereld, dan zal het einde zijn. Zo zal het gebeuren. Tot troost van allen die verdriet kennen over alle verzet tegen God en Zijn Gezalfde!
Geducht probleem
Intussen is in alle eeuwen de vraag naar (het zien van) Gods hand in de geschiedenis een geducht probleem. Ook voor de gelovigen. We horen een profeet roepen: „Heere, hoe lang schreeuw ik en Gij antwoordt niet?”
We hebben hier een onderwerp waarover enorm veel te zeggen valt. Ik volsta met het trekken van enkele lijnen vanuit het voorafgaande.
Meer dan ooit is vandaag het gevaar aanwezig dat bij ouderen en jongeren het besef dat Gods hand in alles is, kwijnt en wegebt. Vindt veel kerkverlating hier misschien haar begin?
Lukas weet van en schrijft over het werk van Gods hand, omdat de Geest hem dat leert. Wij hebben dezelfde Geest nodig, we hebben het geloof nodig om het juiste gezicht te hebben op het werken van God in de geschiedenis. Dan nog is het bewegen van Gods hand voor ons vaak zo ondoorgrondelijk.
We kunnen bij ons onderwerp niet zonder het graven in de Schrift. Groen van Prinsterer heeft gelijk als hij stelt dat zonder de Heilige Schrift de geschiedenis voor ons een groot raadsel blijft.
De wereldgeschiedenis geeft een geweldige strijd te zien tussen het Rijk van God en de boze met zijn rijk. Lukas wil ons aan het einde van zijn boek een uitzicht geven op het komen van Gods Koninkrijk. Het hart van de geschiedenis is de kerkgeschiedenis, of anders gezegd: de heilsgeschiedenis. Christus heeft eenmaal alle machten onder Zijn voeten. Heel Zijn Gemeente is dan vergaderd.
Wat ik in mij en om mij heen waarneem, lijkt er vaak op te wijzen dat God Zijn hand roerloos stil houdt en dat Zijn werk gebroken is. De laatste woorden van de Handelingen verzekeren me dat Zijn hand machtige verlossingen werkt.
Dit artikel is een op verzoek van de opinieredactie toegezonden samenvatting van een lezing die de auteur hield in Nieuwleusen op 7 februari.