CDA, zorg voor balans tussen kleine luyden en kolencentrales
Het CDA lijkt de grote industrie niet te durven aanspreken in het klimaatdebat. De partij mag de CO2-heffing voor industrie niet uitsluiten. Maar ook richting de gewone man moet het CDA een eerlijk en duidelijk verhaal vertellen.
Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 voerde het CDA campagne met de slogan ”Voor een land dat we door willen geven”. Met een verkiezingsprogramma vol keuzes voor een beter Nederland werd de blik duidelijk gericht op de toekomst. Los van de waan van de dag en met een eerlijk verhaal voor iedereen. Juist die instelling zou het perfecte uitgangspunt zijn voor oplossingen in een steeds verder polariserend duurzaamheiddebat, maar twee jaar later blijft het CDA wat ons betreft veel te stil.
Eenzijdig
Al snel na de presentatie van het klimaatakkoord kwam uit diverse hoeken in de samenleving de reactie dat de rekening te eenzijdig bij burgers komt te liggen en dat de grote industrie er betrekkelijk eenvoudig vanaf komt. Om die reden stapten zelfs enkele belangrijke milieuorganisaties en de FNV uit het klimaatakkoord. Erg voorbarig wat ons betreft, maar de keuze is niet geheel onbegrijpelijk. De grote industrie zet in het huidige akkoord bijvoorbeeld vrijwel alleen in op het ondergronds opslaan van CO2. Een boekhoudkundige truc, want de tonnen CO2 die onder de grond worden gestopt, tellen als niet uitgestoten, waardoor echte verduurzaming kan uitblijven.
Terwijl juist dát niet de bedoeling was en is van het klimaatakkoord. In onze zoektocht naar de balans tussen samenwerking en snelheid, tussen draagkracht en dieselgates en tussen wens en werkelijkheid zullen we namelijk een paar echt grote stappen moeten zetten. Stappen waarbij de grote industrie niet mag achterblijven. Hier zou, wat ons betreft, juist een middenpartij als het CDA haar rol moeten pakken. Door een brug te slaan tussen de belangen van de industrie aan de ene kant en klimaatdoelstellingen aan de andere kant.
Draagvlak
Wanneer het CDA zich echter in deze discussie mengt, heeft ze nog te vaak slechts aandacht voor de negatieve kanten van de energietransitie, wat het draagvlak voor de onontkoombare maatregen niet vergroot. Want het eerlijke verhaal is dat ook de kleine luyden, waar CDA’ers graag over spreken, zullen moeten meebetalen. Er is nu eenmaal een omslag nodig in de economie, en die omslag zal ons allemaal pijn doen.
Maar tegelijkertijd zal deze groep ook gaan profiteren van de vele kansen die het klimaatakkoord met zich meebrengt. Die kansen zijn er: zo stijgt het aantal banen in de groene energie inmiddels zó hard, dat dit het aantal banen in de fossiele industrie bijna heeft ingehaald.
En toch blijft het CDA stil. Ze lijkt de grote industrie niet te durven aanspreken, waardoor ze in het debat wordt ondergesneeuwd door twee kampen die steeds meer tegenover elkaar komen te staan. In hoeverre werkt het CDA zo nog aan een land dat we willen doorgeven? Als het aan ons ligt, is dat niet een land waarin gele en groene hesjes mijlenver uit elkaar staan en alleen nog spreken via uithalen in protestleuzen, persberichten of parlementaire debatten. Nee, beide kampen zullen juist samen moeten werken. Dat is ook precies waar de rol van het CDA ligt. Door op te treden wanneer de grote energie een loopje neemt met de gewone man, maar tegelijk die gewone man ook te vertellen dat ook hij gaat meebetalen. Het is van groot belang dat er een eerlijk en duidelijk verhaal wordt verteld, dat burgers duidelijkheid en zekerheid biedt.
Het CDA heeft zich actief achter de Parijsdoelstellingen en de klimaatwet geschaard en daarmee A gezegd. Dan is het nu tijd om B te zeggen. De partij moet wat ons betreft in haar communicatie dan ook veel meer inzetten op de kanten die de energietransitie met zich meebrengt. De gele en groene hesjes meenemen, maar wel in het eerlijke verhaal.
Onevenredig
Tegelijkertijd moet het CDA in de Kamer en daarbuiten een belangrijke rol gaan vervullen, en de deelnemers aan het klimaatakkoord oproepen om tot een meer rechtvaardige verdeling te komen in de kosten van de energietransitie. Burgers hoeven daarin niet een onevenredig groot deel van de rekening te betalen ten opzichte van de grote industrie. Met andere woorden: plannen om massaal CO2 onder de grond op te slaan, zijn voor nu prima, maar dit mag niet ten koste gaan van verduurzaming. En het mag al helemaal niet bekostigd worden met de opbrengsten van belastingen die de gewone man extra raken. Ook de CO2-heffing mag daarbij door het CDA niet worden uitgesloten, zodat de vervuiler, wel zo eerlijk, ook zijn aandeel betaalt. Alleen zo komt de balans terug en zorgen we ervoor dat vlogs van verdeeldheid niet de beelden zijn die we van ons duurzaamheiddebat schieten.
Lotte Schipper is voorzitter en Klaas Valkering vice-voorzitter van het CDJA.