Zware kritiek oud-rechter op Strafhof
Chris Van den Wyngaert heeft zware kritiek op het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag, waar zij tot voor kort rechter was. „Voor de zoveelste keer wist de aanklager de bewijzen niet hard te maken. Het Strafhof moet lessen trekken,” zegt de oud-rechter zaterdag in een interview met de Belgische krant De Standaard. Aanleiding is de recente vrijspraak van de Ivoriaanse oud-president Laurent Gbagbo.
Gbagbo stond terecht voor misdaden tegen de mensheid vanwege het geweld dat uitbrak toen hij na de verkiezingen in 2010 weigerde zijn nederlaag tegen Alassane Ouattara te aanvaarden.
„In de chaos na de verkiezingen die Gbagbo verloren had van Ouattara, zijn door beide kanten zeer zware feiten gepleegd. De aanklager moest echter bewijzen dat deze zware schendingen van mensenrechten ook misdaden tegen de mensheid zijn, wat niet hetzelfde is, en dat Gbagbo daarvoor verantwoordelijk was, wat concrete bewijzen veronderstelt”, aldus Van den Wyngaert.
Al in 2013, toen ze deel uitmaakte van de ‘pre-trial kamer’ met drie rechters, was de Belgische van oordeel dat het bewijs niet volstond.
Van den Wyngaert stelt in het interview dat dossiers wel vaker niet goed voorbereid zijn en dat de bewijslast dikwijls onvoldoende is. „Ook slepen procedures jarenlang aan omdat er een fout zit in de juridische infrastructuur. De pre-trial kamers die zaken moeten controleren op voldoende bewijslast, zorgen ervoor dat alles wordt vertraagd”, zegt ze.
Op de vraag of het Strafhof zijn 145 miljoen euro per jaar nog waard is, antwoordt Van de Wyngaert dat het geld beter aangewend kan worden dan nu gebeurt. „De slachtofferhulp zou men bijvoorbeeld kunnen loskoppelen van de strafzaken”, zegt ze. „Het hof moet nu eens goed in de spiegel kijken om te zien wat er veranderd kan worden. In de eerste plaats zal de kwaliteit van de bewijsvoering moeten verbeteren. Jegens de slachtoffers moet er veel meer duidelijkheid komen over wat ze kunnen verwachten.”