Descartes en de rede in de Amsterdamse rechtspraak
Als bij de Westerkerk in Amsterdam een dode man wordt aangetroffen, ziet filosoof René Descartes zijn kans schoon om zijn nieuwe methode te testen. De calvinisten werken hem flink tegen.
Het is oktober 1634. Amsterdam beleeft gouden tijden. Vanuit alle windstreken voeren VOC-schepen de meest exotische handelswaar aan. Toch is niet alles pais en vree: er zijn strubbelingen tussen aanhangers van de Reformatie en de Rooms-Katholieke Kerk.
Rond deze tijd strijkt René Descartes in de hoofdstad neer. De Franse filosoof houdt van anonimiteit en laat zich daarom monsieur Duperron de Poitevin noemen. Die historische gegevens vormen de achtergrond van de „filosofische detective” ”Descartes in Amsterdam”. „Sherlock Holmes meets René Descartes” staat op de achterflap. Kan wetenschapsfilosoof Hans Dooremalen de verwachtingen waarmaken?
Historische achtergrond
”Descartes in Amsterdam” is niet de zoveelste fantasiedetective. Veel gebeurtenissen bedacht Dooremalen zelf, maar de docent aan Tilburg University deed wel grondig onderzoek. Door de moorden in oktober te laten plaatsvinden, kan de auteur bijvoorbeeld de affectieve relatie van Descartes met zijn huishoudster in het verhaal verwerken. Van die affaire –waaruit een dochter zou voortkomen– staat namelijk de exacte datum vast: 15 oktober 1634. Ook historische locaties, zoals de roomse schuilkerk aan de Kalverstraat en herberg Het Heidelbergse Vat aan het Rokin, kloppen. En passant komen ook diverse beroemdheden aan bod, zoals dokter Tulp – bekend van Rembrandts ”Anatomische les”.
Soms zijn al die feitjes –van namen van Amsterdamse notabelen tot gedetailleerde beschrijvingen– wat veel van het goede. Een enkele keer kloppen ze ook niet helemaal. Dooremalen schrijft bijvoorbeeld dat de beroemde schermmeester Gerard Thibault in 1631 een schermschool in Amsterdam had, terwijl hij enkele jaren eerder stierf.
Onderzoeksmethode
Binnen enkele weken sterft een aantal mannen onder verdachte omstandigheden. De nieuwsgierige Descartes stuurt zijn kamerjongen op onderzoek uit, waardoor deze in contact komt met de hulpschout die verantwoordelijk is voor het onderzoek; het biedt een uitgelezen kans om Descartes’ onderzoeksmethode te verifiëren. Toch zit niet iedereen op de bemoeizucht van de Franse filosoof te wachten. Voor Descartes is de rede immers het einde van alle tegenspraak, maar die mening botst met de gangbare denkpatronen.
Helaas zijn de hoofdpersonen nogal breedsprakig. Dat haalt de vaart uit het verhaal. Vaak zijn de verhandelingen bovendien te complex, waardoor ze nogal onnatuurlijk overkomen. Toch biedt ”Descartes in Amsterdam” een interessant inkijkje in de gedachtegangen van de filosoof. Wel is het boek soms meer methodologisch dan filosofisch: de filosofie van de rede speelt een grote rol, maar vooral de denkwijze moet helpen om de moorden op te lossen.
In het verhaal kan de schijnbare strijd tussen rede en religie niet ontbreken. Het levert een somber en eenzijdig beeld op van het calvinisme: religie wordt vooral gebruikt als kruiwagen voor maatschappelijk succes en het calvinisme zou een autoritaire stroming zijn die alle tegenstanders de mond wil snoeren. Vooral dokter Tulp en zijn geestverwanten moeten het ontgelden.
Zoals het een goede detective betaamt, blijven de daders tot het laatst toe onbekend. De plot is echter even historisch onjuist als ongeloofwaardig.
Baantjer
Na het lezen van ”Descartes in Amsterdam” blijft dan ook een gevoel van verwarring over. Een thriller is het boek zeker niet, een historische roman evenmin. Voor een detective is het verhaal af en toe te complex. ”Sherlock Holmes meets René Descartes” is dan een wat groteske aanduiding; ”Baantjer meets Descartes” zou ook prima passen, zonder afbreuk te doen aan de inhoud van dit boek.
Boekgegevens
Descartes in Amsterdam, Hans Dooremalen; uitg. Boom uitgevers Amsterdam; 280 blz.; € 20,-.