Opinie

Wees blij met de overheid

De overheid is een gave van God om de zonden in te dammen. Wel heeft de kerk de taak om profetisch richting de overheid te spreken wanneer de overheid Gods geboden negeert.

Drs. W. P. Emaus
24 January 2019 14:10Gewijzigd op 16 November 2020 15:08
In conflictsituaties met de overheid dienen we niet de harde lijn van de confrontatie te kiezen, maar de medische weg van het constructieve overleg. beeld ANP, Arie Kievit
In conflictsituaties met de overheid dienen we niet de harde lijn van de confrontatie te kiezen, maar de medische weg van het constructieve overleg. beeld ANP, Arie Kievit

Met name de woorden „om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valse godsdienst” roepen in onze tijd veel vragen op. Hoe moet een christen-politicus hiermee omgaan in onze tijd? Hadden de Gereformeerde Kerken dan toch gelijk toen zij deze woorden al in 1905 schrapten?

Guido de Brès, de opsteller van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB), wordt op 31 mei 1567 terechtgesteld. Staande op de ladder die hem naar de galg voert, houdt hij nog een korte toespraak. Hij roept de mensen op de overheid te eerbiedigen en te volharden bij de Bijbelse leer, die hij hun heeft voorgehouden. Dat is toch wel heel opmerkelijk: een man die ten onrechte door de overheid wordt geëxecuteerd, roept op om déze overheid te gehoorzamen! Daarmee brengt De Brès zelf in praktijk wat hij beleed in artikel 36: „Voorts een ieder, van wat kwaliteit, conditie of staat hij zij, is schuldig zich aan de overheden te onderwerpen”.

De NGB belijdt in de eerste plaats dat de overheid een gave is. We kunnen er gemakkelijk kritiek op uiten, maar artikel 36 zegt: wees blij met de overheid! Deze is door God Zelf ingesteld „vanwege de verdorvenheid van het menselijk geslacht”. En „opdat de ongedwongenheid van de mensen bedwongen wordt”. God heeft ons de overheid gegeven om de zonden in te dammen en het kwaad te beteugelen. Paulus noemt de overheid „Gods dienares” (Rom. 13). Zo heeft God de overheid bekleed met gezag om ons te regeren.

Theocratie

Als het om de taak van de overheid gaat, denkt De Brès, in de lijn van Calvijn, aan de handhaving van de beide Tafels van de Tien Geboden. Als taken noemt hij: de openbare orde handhaven, de kerk beschermen, alle afgoderij en valse godsdienst weren en uitroeien, het rijk van de antichrist te gronde werpen, het Koninkrijk van God bevorderen, het Evangelie overal doen prediken. Duidelijk is dat De Brès, in de lijn van het oude Israël in het Oude Testament, opteert voor de theocratie.

De veel gewraakte passage „om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valse godsdienst” roept vele vragen op. Is dit een uiting van christelijke jihad? Houdt het theocratisch beginsel intolerantie in; dus geen gewetensvrijheid voor andersdenkenden? Nee, De Brès roept in deze woorden allereerst koning Filips II op om de reformatie van de verworden kerk in de Nederlanden ter hand te nemen. Hij vraagt de koning dus om krachtig stelling te nemen tegen het roomse bijgeloof, omdat de Rooms-Katholieke Kerk in die tijd de menselijke instellingen plaatste boven het Woord van God.

Neutrale staat

Het zal duidelijk zijn dat wij in een geheel andere situatie leven dan toen. Wij kennen de zogenaamde ”neutrale staat”. De overheid kiest niet voor een bepaalde religie, maar garandeert voor iedereen vrijheid van godsdienst. Ook als reformatorische christenen maken we hiervan dankbaar gebruik.

Toch mogen we het theocratisch beginsel niet opgeven, ook al is strikte handhaving van artikel 36 in onze postchristelijke samenleving nauwelijks meer mogelijk. Bijbels gezien blijft de overheid ”dienares van God”. Ook in onze tijd kan de kerk voor het Nederlandse volk nog van (grote) betekenis zijn. Zo blijft het de taak van de kerk(en) om ook in onze tijd profetisch te spreken wanneer de overheid Gods geboden negeert en onteert. Dan wordt de kerk geroepen om profetisch te betuigen: in de Naam van God; dit strijdt met de heilige en heilzame Wet van God! Denk bijvoorbeeld aan de abortus- en euthanasiewetgeving.

De NGB belijdt gehoorzaamheid aan de overheid. Het respect voor de overheid is in onze tijd soms ver te zoeken. Dat geldt helaas ook voor verschillende plaatsen in de Biblebelt. Denk aan onlusten rond de jaarwisseling of het tegenwerken van de politie. Raken we in de gereformeerde gezindte het besef kwijt dat God ons door middel van de overheid regeert? Laten we als christenen hierin ons onderscheiden van de wereld!

Verzet

En wanneer de overheid het de burgers erg moeilijk maakt door ingewikkelde regelgeving, bijvoorbeeld in de visserij? Is verzet dan geoorloofd? In de lijn van wat de Heere Jezus ons leerde, geldt: in conflictsituaties dienen we niet de harde lijn van de confrontatie te kiezen, maar de medische weg van het constructieve overleg. Ga dit overleg dan ook biddend in.

Vraagt de NGB dan grenzeloze gehoorzaamheid aan de overheid? Artikel 36 stelt wel een duidelijke grens. Wanneer de overheid dingen van ons vraagt die tegen Gods geboden indruisen, moeten wij God meer gehoorzamen dan de mensen (Hand. 5:29). Calvijn geeft in dit verband in het uiterste geval de lagere overheden het recht van opstand. Dat gebeurde toen de adel in de Nederlanden in 1581 de koning van Spanje afzwoer.

Voor alles is nodig de voorbede van de gemeente voor onze overheid (1 Tim. 2:2). Vreest God, eert de koning (1 Petr. 2:17b).

De auteur is predikant van de hervormde gemeente De Bron in Urk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer