EU-sancties tegen Russische Skripal-verdachten
De Europese Unie stelt sancties in tegen de twee Russische mannen die verantwoordelijk worden gehouden voor de aanval met zenuwgas op de Russische oud-dubbelspion Sergej Skripal en zijn dochter in het Engelse Salisbury. Ook van twee andere Russen, een Syrische organisatie en vijf Syriërs worden de Europese tegoeden bevroren. Ze zijn ook niet welkom meer in de EU.
De EU-ministers van Buitenlandse Zaken hebben hier maandag mee ingestemd. De EU introduceerde in oktober een sanctiesysteem om personen of organisaties die betrokken zijn bij aanvallen met chemische wapens te straffen, ongeacht hun nationaliteit. Dat wordt nu voor het eerst gebruikt.
De twee Russen zijn geïdentificeerd als leden van de Russische militaire inlichtingendienst GROe. Zij claimden op de Russische tv Salisbury als toeristen te hebben bezocht om de kathedraal te bewonderen. Skripal en zijn dochter overleefden de moordaanslag, die plaatshad op 4 maart 2018.
Het Kremlin zei in een reactie dat het nog geen bewijs heeft gezien voor de betrokkenheid van het duo bij de aanval. Maar volgens EU-buitenlandchef Federica Mogherini is er een „zeer sterke juridische basis” voor de strafmaatregelen.
De twee andere Russen op de lijst zijn de chef van de GROe en zijn adjunct. De Syrische organisatie betreft het Scientific Studies and Research Centre (SSRC), dat betrokken zou zijn bij de ontwikkeling en productie van chemische wapens. De vijf Syriërs op de sanctielijst hebben directe bemoeienis met de activiteiten van SSRC.
De Britse minister Jeremy Hunt sprak van „een heel belangrijke dag om het gebruik van chemische wapens internationaal een taboe te maken”. Zijn ambtgenoot Stef Blok vindt het „heel belangrijk dat de Europese Unie verenigd staat als internationaal recht geschonden wordt”. Er geldt een absoluut verbod op chemische wapens, memoreerde de minister. „Het is natuurlijk heel belangrijk dat we dat niet alleen zeggen, maar daar ook consequenties aan verbinden door sancties op te leggen.”