„Gemakzucht is hét probleem in Armenië”
De ontwikkeling van Armenië lijkt al dertig jaar stil te staan. Net als eind jaren 80 leven veel Armeniërs in armoede en verwerkt het land nog steeds de verwoestende aardbeving van 1988. Toch zet Armenië kleine stapjes vooruit.
Dat constateert de Armeense Arev Sarukhanyan, directeur van jongerenorganisatie Youth for Christ. Ze kan maar één reden geven waarom het land zich niet verder ontwikkelde: gemakzucht. „Nadat de aardbeving Armenië trof en kort daarop de Sovjet-Unie uiteenviel, kwamen hulporganisaties naar ons land om de basisbehoeften te verschaffen. De oudere generatie is eraan gewend geraakt om te worden voorzien van alle benodigdheden zonder daar iets voor te hoeven doen.”
„Dat heeft een hele mentaliteitsverandering teweeggebracht. Ze verwachten dat iemand anders voor hen opstaat en voor ze zorgt.” De 35-jarige Sarukhanyan wil met haar hulporganisatie precies dit mentaliteitsprobleem aanpakken. Haar strategie? Focus op de nieuwe generatie. „Kinderen zijn een schone lei. Je kunt daarop schrijven wat je maar wilt. Volwassenen zijn al gevormd en daarom moeilijk te veranderen.”
De afgelopen negen jaar heeft Youth for Christ samen met lokale kerkgemeenschappen zestien dagopvangcentra voor kinderen uit arme en kwetsbare gezinnen opgezet. Sarukhanyan noemt de opvangen een brug tussen het kind en de kerk. Volgens haar zijn Armeense kerken niet in staat om zonder deze hulp de kinderen te bereiken. „De kerken in Armenië zijn niet te vergelijken met de kerken in Nederland. Ze zijn kleiner. De meeste kerkgemeenschappen hebben maximaal 150 leden. Het merendeel daarvan is arm, waardoor financiële middelen in de gemeentes ontbreken.”
Door de bestaande kerken te steunen, wil de organisatie kinderen tussen de zes en achttien jaar mentale, fysieke en geestelijke steun bieden. Daarnaast wordt zelfstandigheid en onafhankelijkheid gestimuleerd. Met succes, meent de directeur.
Ze geeft het voorbeeld van een elfjarig meisje dat zo’n twee jaar geleden naar een van de dagopvangen kwam. „Ik vroeg aan het meisje wat haar droom was. Die had ze niet, zei ze. Ik was geschokt. Al op zo’n jonge leeftijd had zij geen motivatie meer. Ik sprak haar onlangs weer en stelde dezelfde vraag. Nu wil ze graag gaan studeren en een goede docent worden. Dankzij ons programma heeft ze geleerd dat er vele mogelijkheden zijn.”
Werkloosheid
In een land waar de werkloosheid relatief hoog is, lijkt het stimuleren van studeren niet een bevredigende oplossing. „Dat klopt”, zegt Sarukhanyan, „maar alles is beter dan zitten wachten op de hulp van een ander. Al is het maar een kleine klus, of weinig geld. Het is tenminste iets.”
Als jongerenorganisatie zou het te verdedigen zijn dat ze alleen de Armeense jeugd helpt. Maar is dat niet een gemiste kans om de oudere generatie ook te motiveren? „Daar zat precies onze fout”, biecht de directeur eerlijk op. „In het begin focusten we ons alleen op de jongeren, waardoor we geen oog hadden voor de ouders. Voor hen waren onze opvangen een ideale plek om hun kinderen overdag te dumpen. Wij werden dus een soort vervanging van het gezin en de familie.”
Volgens Sarukhanyan streeft haar organisatie ernaar om het gezinsleven juist niet te ontregelen, maar om die te versterken. Daarom verlenen ze nu ook diensten aan de ouders. Deze variëren van lessen over hoe ze moeten communiceren met hun kinderen tot het sturen van een maatschappelijk werker die de problemen thuis analyseert en vervolgens een oplossing biedt.
Het resultaat? „Ouders zijn meer betrokken. Ze komen in onze opvangen koken en schoonmaken. Maar het belangrijkste is dat sommige ouders tot geloof komen”, zegt de directeur stralend.