Je wordt in hoge mate beïnvloed door het milieu waaruit je komt
Psychologie is tegenwoordig in trek. Het Psychologie Magazine heeft een oplage van meer dan 100.000 exemplaren. Aan de Nederlandse universiteiten studeren een kleine 15.000 studenten psychologie. Dat is meer dan in enige andere studierichting. Daartegenover staan nog geen 2000 studenten sociologie.
Mark van Ostaijen, als bestuurssocioloog verbonden aan Tilburg University, moet dan ook tot zijn verdriet constateren dat de sociologie in de verdrukking is geraakt. Het individu staat tegenwoordig centraal en er is weinig aandacht voor de grote betekenis van sociale verbanden.
Dat die betekenis er wel degelijk is, wil hij duidelijk maken met zijn boek ”Wij zijn ons”, met als ondertitel: ”Een kleine sociologie van grote denkers”. Tal van onderwerpen komen daarin aan de orde: het effect van voorspellingen, normoverschrijdend gedrag, rouwrituelen, het spel en de ver- houding tussen autochtonen en nieuwkomers. Die thema’s worden opgehangen aan beschouwingen van bekende sociologen als Merton, Weber, Simmel en Elias.
Evenzo schenkt Van Ostaijen aandacht aan de opvattingen van de Franse socioloog Pierre Bourdieu over het belang dat sociaal-culturele kenmerken in de moderne maatschappij hebben. Een maatschappij die evenwel pretendeert meritocratisch te zijn. Daarin zouden mensen uitsluitend beoordeeld worden op basis van hun eigen prestaties.
Wie opgegroeid is in een hogere sociale klasse beschikt echter over een bepaalde hoeveelheid cultureel kapitaal. Denk aan de vertrouwdheid met de ‘hogere’ cultuur, goede omgangsvormen, reputatie enz. Dat voordeel onderscheidt hem van mensen die zichzelf vanuit een lagere sociale klasse hebben opgewerkt. Wellicht klinkt de eigen levenservaring van Bourdieu als zoon van een postbode hierin door.
Gelovig
In het hoofdstuk met de titel ”Wij zijn gelovig” komt, opvallend genoeg, vooral de sport aan de orde. Volle voetbalstadions zijn immers de keerzijde van lege kerken. De analogie tussen voetbal en godsdienst is volgens de auteur duidelijk aanwijsbaar. In Amsterdam denkt men te beschikken over godenzonen, het Wembley-stadion heeft heilig gras en de Rotterdamse Kuip heet een voetbaltempel. Een zaligverklaring in de Rooms-Katholieke Kerk verschilt niet zo veel van de metafysische status die Johan Cruijff bij Ajax heeft.
Als het stadion tot de nok gevuld is, maakt zich een welhaast religieuze stemming van de aanwezigen meester. Er wordt dan ook gezongen, geen gregoriaans, maar „een massaal, doordringend en weinig harmonisch geblèr.”
Eenzelfde analyse geeft Van Ostaijen van de wielersport. De mens is ongeneeslijk religieus, zo is de conclusie, maar kennelijk moeten we ons daar inhoudelijk niet veel van voorstellen.
Alles bij elkaar is het boek een poging om duidelijk te maken dat je in hoge mate beïnvloed wordt door het milieu waaruit je komt, de personen met wie je omgaat en de waarden die je thuis of op school meegegeven zijn. Die sociale kant verdient een belangrijke plaats in het denken over onszelf.
Als gevolg van de individualisering en subjectivering van onze cultuur zijn mensen tegenwoordig sterk geneigd om zichzelf als uniek te beschouwen. Ze zijn heel bijzonder en passen daarom niet in een hokje. Uiteraard is ieder mens uniek en maakt hij zijn eigen keuzes, maar dat neemt niet weg dat hij daarbij duidelijk de invloed van zijn sociale omgeving ondergaat. Veelal hebben mensen dat te weinig in de gaten. Dat is te betreuren, want niet zelden valt die invloed negatief te duiden.
Het sociale milieu waar je uit komt, heb je niet zelf gekozen. Van het milieu waarin je nu verkeert, geldt veelal dat het deels het gevolg is van eigen keuzes. En die hebben weer allerlei consequenties voor de volgende generatie die in dat milieu opgroeit. Zo is er een dialectische relatie tussen mens en maatschappij.
Boekgegegens
Wij zijn ons, Mark van Ostaijen; uitg. Vantilt, 159 blz.; € 15,-.