Opinie

Schaarste aan netcapaciteit is oplosbaar

Voor initiatiefnemers met vergevorderde plannen voor de productie van groene stroom is het buitengewoon frustrerend als hun project strandt vanwege een gebrek aan stroomnetcapaciteit. Als alle betrokkenen het écht willen en samen de schouders eronder zetten, is hieraan echter wat te doen.

Prof. dr. ir. Han Slootweg
18 January 2019 13:33Gewijzigd op 16 November 2020 15:06
Er is in grote delen van Noord-Nederland te weinig netcapaciteit om alle geplande zonneparken aan te sluiten. Foto: zonnepark van het Canadese goudmijnbedrijf Iamgold in Brokopondo (Suriname). beeld ANP, Pieter Van Maele​
Er is in grote delen van Noord-Nederland te weinig netcapaciteit om alle geplande zonneparken aan te sluiten. Foto: zonnepark van het Canadese goudmijnbedrijf Iamgold in Brokopondo (Suriname). beeld ANP, Pieter Van Maele​

Het feit dat in een aantal gebieden in Nederland het elektriciteitsnet onvoldoende capaciteit heeft om alle geplande zonneparken te kunnen aansluiten, heeft breed de aandacht getrokken. De media berichten over deze situatie en leden van de Tweede Kamer en van Provinciale Staten vragen zich af hoe dit probleem heeft kunnen ontstaan en, nog belangrijker, hoe het kan worden opgelost!

De directe oorzaak van het gebrek aan netcapaciteit is de sterke stimulering van de productie van duurzame elektriciteit door de SDE+ subsidieregeling. Deze subsidieregeling is zo opgezet dat, naarmate de aangevraagde subsidie lager is, de kans op toekenning van de subsidie groter is. Op zich logisch, want zo kan voor het beschikbare subsidiebudget zoveel mogelijk groene stroom geproduceerd worden. Initiatiefnemers proberen de kostprijs daarvan immers zo laag mogelijk te houden, om zoveel mogelijk kans te maken op subsidie.

Omdat voor de productie van zonnestroom flink wat ruimte nodig is, heeft de grondprijs veel invloed op de kostprijs en zijn gebieden waar de grondprijs laag is aantrekkelijk voor ontwikkelaars. In deze dunbevolkte gebieden is daarnaast veel ruimte beschikbaar. Er zijn bovendien minder potentiële bezwaarmakers, wat natuurlijk ook gunstig is. Het elektriciteitsnet is vanuit het verleden echter aangelegd op het verbrúik van elektriciteit – de productie van elektriciteit vond plaats in grote kolen- en gascentrales, die op het hoogspanningsnet werden aangesloten. Het verbruik was en is in deze gebieden bescheiden, met als gevolg dat het lokale net bij lange na niet voldoende capaciteit heeft om grote volumes duurzame elektriciteit af te voeren en te transporteren naar verbruikers elders.

Tijdrovend

De doorlooptijd van een project om de capaciteit van het net flink te vergroten, zoals het bouwen van een hoogspanningsstation of het bouwen of verzwaren van een hoogspanningslijn, bedraagt zomaar vijf tot tien jaar. Waarbij de helft of meer van deze periode wordt besteed aan onderzoeken en studies, vergunningverlening en beroepsprocedures, en de daadwerkelijke bouwtijd zelden meer dan een jaar of drie is. Dergelijke doorlooptijden staan niet in verhouding tot de termijn waarbinnen een zonnepark kan worden gerealiseerd – dat lukt prima in één tot twee jaar.

Dit grote verschil in doorlooptijden voor de realisatie van installaties voor de productie van zonnestroom enerzijds en van de daarvoor vereiste netverzwaringen anderzijds leidt tot de situatie waarin wij nu beland zijn: te weinig netcapaciteit in grote delen van Noord-Nederland om alle geplande zonneparken aan te sluiten. En binnenkort mogelijk ook in andere dunbevolkte gebieden. En dus ook te weinig netcapaciteit om zonnepanelen op de daken van stallen, clubhuizen, kerken en bedrijfspanden aan te sluiten – want uiteindelijk komt de elektriciteit die daardoor wordt geproduceerd via het laagspanningsnet ook terecht op de midden- en hoogspanningsnetten, die inmiddels volledig zijn volgelopen. Kleinschalige, maatschappelijke initiatieven komen door het capaciteitsgebrek dus ook in het gedrang.

Afstemming

Een structurele oplossing voor dit probleem is om meer samenhang aan te brengen tussen ruimtelijke ordening en de planning van elektriciteitsnetten. Lokale en regionale overheden krijgen regie over hoevéél duurzame energieproductie wáár en wannéér gerealiseerd wordt. Daarbij kan rekening worden gehouden met de lokaal beschikbare netcapaciteit en met de doorlooptijd die gemoeid is met netverzwaringen, wanneer die nodig zijn om het beoogde eindplaatje te kunnen realiseren. Zo kan worden voorkomen dat ontwikkelaars zich massaal op hetzelfde gebied storten en daar projecten ontwikkelen die nooit allemaal binnen afzienbare termijn op het netwerk aangesloten kunnen worden.

In (het ontwerp voor) het Klimaatakkoord van minister Wiebes zijn de lijnen voor deze insteek uitgezet; de komende tijd zullen deze worden uitgewerkt en juridisch worden verankerd in de nieuwe Omgevingswet. In de Regionale Energie Strategieën (RES’en) waaraan in het hele land wordt gewerkt, zijn ondertussen het inhoudelijke gesprek en de daadwerkelijke afstemming tussen planologie en netcapaciteit in volle gang. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de productie van duurzame elektriciteit, maar ook naar ontwikkelingen als elektrisch vervoer en elektrificatie van verwarming, om aardgas geleidelijk overbodig te kunnen maken. Deze ontwikkelingen hebben ook veel invloed op het elektriciteitsnet en het is natuurlijk zaak om door een goede coördinatie te voorkomen dat dit leidt tot vergelijkbare problemen.

Op korte termijn biedt het tijdelijk interen op de reservecapaciteit van het elektriciteitsnet soelaas. De betrouwbaarheid van de Nederlandse elektriciteitsvoorziening is met 99,994% ongekend hoog! Dat is mede te danken aan het feit dat er reservemarges worden aangehouden bij het gebruik van het netwerk. Technisch is het mogelijk om deze reservemarges uitslúitend voor elektriciteitsprodúctie af te bouwen en zo de beschikbare netcapaciteit te vergroten. De betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening voor elektriciteitsverbrúikers hoeft daar niet onder te leiden. De betrouwbaarheid voor de producenten neemt wel af – totdat de capaciteit van het netwerk is uitgebreid en de reservemarges weer aangehouden kunnen worden.

Energietransitie

Het is helder dat het voor initiatiefnemers met vergevorderde plannen voor de productie van groene stroom buitengewoon frustrerend is als hun project strandt vanwege een gebrek aan netcapaciteit. Als alle betrokkenen het écht willen en samen de schouders eronder zetten, dan is het probleem echter oplosbaar. De schaarste aan netcapaciteit die nu in een aantal gebieden aan de orde is, is daarmee dus zeker geen bewijs dat de energietransitie piepend en krakend tot stilstand komt nog voordat hij goed en wel begonnen is. De gang van zaken laat juist zien dat de energietransitie vaart krijgt – dat leidt voortdurend tot nieuwe uitdagingen, maar waar een wil is, daar is een weg!

De auteur is directeur Netstrategie bij een netbeheerder en deeltijdhoogleraar elektrische energietechniek aan de TU Eindhoven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer