WRR pleit voor terugkeer spaar- en betaalbank
Is mijn geld bij de bank wel veilig? En waar gebruikt die het allemaal voor? De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) wil dat er voor mensen met bedenkingen op deze punten, een alternatief komt.
Het adviesorgaan van het kabinet pleit ervoor een betaalbank in het leven te roepen; ofwel een nationale spaarbank. We moeten denken aan een financiëel bedrijf –al dan niet van de overeid– waarbij burgers tegoeden aanhouden, maar dat die middelen niet aanwendt voor allerlei risicovolle constructies. Wellicht wordt het ingelegde kapitaal ondergebracht in, als het gaat om de terugbetaling, betrouwbare staatsobligaties of uitgezet in hypotheken met een goed onderpand. Betalen en sparen vormen in ieder geval de kernactiviteiten van zo’n bank. De precieze taken en inrichting, die keuzes zijn aan de politiek, zegt Casper de Vries, hoogleraar monetaire economie in Rotterdam en lid van de WRR.
Het betekent een stap terug in de geschiedenis van ons financiële systeem. In het verleden opereerden de Rijkspostspaarbank (RPS) en de Postcheque- en Girodienst (PCGD) op die wijze. In 1986 fuseerden zij tot de Postbank en die ging later op in ING. Een echte spaarbank kennen we vandaag de dag niet meer. Wie weet, kan de in 2013 genationaliseerde Volksbank (SNS, RegioBank en ASN Bank) in de toekomst in dit verband een rol spelen.
Rente
De beoogde bank zal overigens qua rendement voor de rekeninghouder niet aantrekkelijk zijn. Bij de huidige lage rente, ontvangt hij van de bestaande banken een minimale vergoeding over zijn saldo. Een spaarbank die alleen belegt in obligaties en niet meedoet aan riskante, maar lucratieve activiteiten, heeft op dat punt nog minder te bieden.
De WRR overhandigde donderdag in Den Haag het rapport ”Geld en schuld, de publieke rol van banken” aan minister van Financiën Wopke Hoekstra. Een aantal jaren geleden, onder invloed van de crisis, ontstond het burgerinitiatief ”Ons Geld”, met het voorstel om geldschepping voortaan niet over te laten aan de banken, maar in publieke handen te leggen. Het lukte om meer dan 120.000 handtekeningen te verzamelen. De Tweede Kamer verzocht vervolgens, in 2016, de WRR ons geldstelsel eens goed onder de loep te nemen. Het nu gepubliceerde rapport is het resultaat van de studie.
Banken creëren geld. Als zij krediet verlenen aan particulieren en bedrijven, krijgen die de beschikking over meer financiële middelen. De banken hoeven daarvoor niet eerst extra euro’s aan te trekken. Per saldo is de geldhoeveelheid dus toegenomen. De WRR voelt niet voor het bovengenoemde plan om over te schakelen naar een publiekgeldsysteem, waarbij alleen de centrale bank (De Nederlandsche Bank) geld kan scheppen en daarbij de vinger aan de pols houdt om roekeloze kredietverlening te vermijden. „Een ongewenst experiment”, luidt het oordeel. In geen enkel land is het bankwezen op die manier georganiseerd en daarom zijn de gevolgen ervan moeilijk vast te stellen, constateert de WRR.
Niet een geheel nieuw geldsysteem dus. Maar de betrokken instelling wil wel veranderingen. Zo dringt zij aan op meer diversiteit in de sector. Oprichting van een betaalbank kan daartoe bijdragen. Er is nu sprake van sterke concentratie bij drie spelers: Rabo, ING en ABN AMRO. De komst van een soort nieuwe Postbank zal de concurrentie bevorderen en beperkt de macht van de zogeheten systeembanken. Het zuigt geld weg bij die grote partijen en die moeten daardoor beter opletten wat zij zich kunnen veroorloven.
Schuldenberg
De WRR waarschuwt verder voor het probleem van de enorme schuldenberg in de private sfeer, van gezinnen en bedrijven. Die staan voor maar liefst 290 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in het krijt. Tem de overmatige schuldengroei, maant de raad, want die verhoogt het risico op nieuwe malaise. De Vries: „De directe aanleiding tot een financiële crisis verschilt vaak, maar schuld is altijd een onderliggend fenomeen bij een crisis.”
Concreet oppert het adviescollege toe te werken naar een gelijke fiscale behandeling van schuld en eigen vermogen: de aftrekbaarheid van de rente op hypotheken en andere leningen dus afbouwen. Maar zet een beperking van de kredietverlening de economische groei niet onder druk? „Dat hoeft niet”, zegt Bart Stellinga, staflid van de WRR, „dat staat internationaal ter discussie.”