Hypotheekadviseur moet boeten voor de helft
Een aantal jaar geleden raadden veel adviseurs aan de lopende band budgethypotheken aan, schermend met loyaliteitskorting en scherpe rentes. De adder onder het gras was de boeteclausule.
Voor veel mensen die nu hun huis verkopen, komt die boete als een complete verrassing. Gaat in zo’n geval de toenmalige adviseur vrijuit? Eind 2018 deed de geschillencommissie van de financiële wereld (KiFiD) een uitspraak over zo’n boete. Die uitspraak leidde ertoe dat de desbetreffende adviseur mee moest betalen aan de boete van zijn toenmalige klant.
Wat was er gebeurd? In 2011 beveelt een adviseur een klant een hypotheek aan van Westland Utrecht. In de offerte staat duidelijk vermeld dat er sprake is van een boete bij verkoop. Die kan oplopen tot 3 procent van de hypotheeksom. In ruil daarvoor krijgt de klant een korting op de rente van zijn hypotheek. De klant leest deze offerte door en vraagt aan zijn adviseur per e-mail wat deze boete betekent. Op die vraag krijgt hij nooit antwoord. Toch tekent hij.
Zes jaar later krijgt de klant bij de verkoop van zijn woning een boete in rekening gebracht van ruim 8000 euro. De klant dient een klacht in bij de adviseur en legt het geschil voor bij het KiFiD. Omdat de klant ook een voordeel heeft gehad in de vorm van een korting en de boete aftrekbaar was, kwam de werkelijke schade op 4300 euro. De helft betaalde de klant, de andere helft was voor de adviseur.
Is deze uitspraak reëel? Als je voor een dubbeltje op de eerste rang wilt zitten, is dit toch de consequentie? Die verhuisboete, daar heb je toch gewoon voor getekend?
Het ligt genuanceerder. Bij het kopen van een woning staat er een enorme druk op het hypotheektraject. Kopers moeten in korte tijd veel keuzes maken. Daarnaast zijn hypotheken voor veel mensen complexe materie. Het is niet voor niets dat een hypotheek vrijwel niet te regelen is zonder adviseur. Als adviseur heb je daarom een grote verantwoordelijkheid en een sterke plicht tot het geven van goed advies.
Ook kunnen veel mensen percentages lastig beoordelen. Als een adviseur zegt dat je 0,1 procent korting krijgt als je trouwe klant blijft, dan klinkt dat anders dan wanneer je zegt dat je bruto 22 euro minder betaalt, maar wel een risico hebt op een boete van 8250 euro. En dat je na 29 jaar opgeteld 2,9 procent korting hebt gehad, maar bij sommige banken nog steeds een risico loopt op een boete van 3 procent.
Dit kun je met recht een woekervoorwaarde noemen. Een goede adviseur zou op deze voorwaarden hebben moeten wijzen. Helaas blijkt dat vaak niet het geval.
Daarnaast is het ongebruikelijk dat er een boeterente wordt berekend bij het aflossen van een hypotheek na een woningverkoop. Het past dus ook totaal niet in het verwachtingspatroon van een verkoper.
In dat licht is dus de uitspraak dat er „niet gehandeld is als redelijk handelend en bekwaam adviseur” van het KiFiD verheugend. Juist nu met de enorme lage rente komt deze voorwaarde steeds vaker aan het licht. Veel banken stelden dit soort voorwaardes, dus de bank in deze uitspraak had net zo goed een andere bank kunnen zijn. Een consument kan tot vijf jaar na de schade de adviseur aansprakelijk stellen. Mocht die boete jaren terug al zijn betaald, dan is deze nog niet verjaard.
De auteur is Master of Financial Planning. Reageren? financieel@refdag.nl