Column: Kerkelijke (eigen)aardigheden
Soms valt het je ineens op: hoe wij er in onze reformatorische erediensten een geheel eigen cultuur op nahouden, zo anders dan wat in de samenleving gebruikelijk is.
Laatst kwam er iemand met een rugtas de kerk binnen. Een rugtas! Iedereen die geen vreemde is in bevindelijk gereformeerd kerkelijk Jeruzalem weet dat je dat niet doet. Vrouwen hebben handtasjes: kleinere, iets grotere of –inmiddels– forse. Mannen hebben hooguit een klein documententasje voor de autopapieren; en natuurlijk hun Bijbel los in de hand. Maar een rugtas? Die is voor doordeweeks, voor naar school en in de trein. Niet voor de kerk. Tuurlijk niet. Weet die onbekende veel…
En wat te denken van het hoofddeksel? In het gewone leven draagt vrijwel geen vrouw een hoed. Alleen koningin Máxima. En natuurlijk de hooggeplaatsen tijdens de hoedenparade op Prinsjesdag. Nee, het zijn de mannen die zich doorgaans tooien met een hoofddeksel: van stemmig zwarte door begrafenisondernemers, dominees en ouderlingen tot cowboy-achtige exemplaren waar inmiddels ook bekende organisten zich mee laten zien. In de kerk zijn het echter de vrouwen die hun hoofd bedekken. Zou een man met hoed –hetzij stemmig hetzij cowboy-achtig– de kerkzaal betreden, dan wordt hij argwanend aangekeken. Hoe moet een buitenstaander dat weten…?
Nog zoiets. De hele week trekken we te pas en te onpas onze smartphone om alles wat er gebeurt met de camera vast te leggen. Maar de onkerkelijke oom die tijdens de doopdienst van zijn neefje half gaat staan om van het hoogtepunt een filmpje te maken, kan op afkeurende blikken rekenen. Dat kan hij toch niet ruiken…?
Zo zijn er meer kerkelijke (eigen)aardigheden. Waar in de samenleving zijn collectezakjes in gebruik? We kennen de collectebus. Maar met zakjes langs de deur? Wanneer zitten we op lange houten banken met rugleuning? Als we met grote groepen bijeen zijn kennen we de theaterstoelen, de collegebanken, de kuipstoeltjes. Maar kerkbanken? Wanneer eten we binnen 35 à 50 minuten drie snoepjes? Geen opvoeder die dat een goed idee vindt. Waar kennen we het gebruik dat onder grote stilte een lange rij in het zwart geklede mannen komt binnenschrijden? Alleen een begrafenisstoet komt in de buurt.
Een eigen kerkelijke cultuur: dingen en gedragingen in onze erediensten die door buitenstaanders als vreemd (kunnen) worden ervaren. Is het erg dat we die hebben? Dat zeg ik niet. Maar het is wel zaak dat we ons ervan bewust zijn.