Buitenland

Achterstelling Arabieren Iran kan regime Teheran ondermijnen

De Arabische minderheid in Iran profiteert nauwelijks van de olieopbrengsten in de provincie Khoezestan. De Golfstaten zouden de onvrede van die bevolkingsgroep kunnen aangrijpen om het regime in Teheran te ondermijnen.

Martin Janssen
17 January 2019 12:02Gewijzigd op 16 November 2020 15:05
De Arabische minderheid in Iran wordt al decennialang achtergesteld. Ze heeft ook nauwelijks invloed in het parlement. beeld EPA, Abedin Taherkenareh
De Arabische minderheid in Iran wordt al decennialang achtergesteld. Ze heeft ook nauwelijks invloed in het parlement. beeld EPA, Abedin Taherkenareh

Enkele maanden geleden bracht de zelfmoord van de 12-jarige Meysam heel Iran in beroering. Meysam behoorde tot de minderheid van Ahwazi-Arabieren die in de Iraanse provincie Khoezestan wonen. Deze provincie ligt in het zuidwesten van Iran en grenst aan de Perzische Golf.

Toen Reza Pahlavi in 1925 tot Shah werd uitgeroepen, veranderde hij de naam van zijn land Perzië in Iran. Sindsdien worden de inwoners Iraniërs genoemd. Zij vormen echter geen homogene groep, omdat ongeveer 50 procent van de Iraanse bevolking uit etnische minderheden bestaat. Het zijn de Koerde die meestal wegens onderdrukking door het regime in het nieuws komen. De Arabieren in Iran zijn minder bekend.

De Iraanse provincie Khoezestan werd in het verleden ook wel Arabistan genoemd, gezien de aanwezigheid van een aanzienlijke Arabische minderheid in deze regio. De zelfmoord van Meysam, die van Arabische origine was, bracht de discriminatie van deze Arabieren in de huidige Iraanse Islamitische Republiek opnieuw onder de aandacht.

De Arabische landen zijn voor een groot deel bevoorrecht met de ruimschootse aanwezigheid van oliebronnen. De religieuze verdeeldheid in het Midden-Oosten brengt ook ten aanzien van het zwarte goud de nodige problemen met zich mee. In het strenge wahhabitische Saudi-Arabië worden sjiieten als ketters beschouwd. De oliebronnen in dit land bevinden zich echter vooral in het oosten, waar sjiitische moslims een demografische meerderheid vormen. In het sjiitische Iran daarentegen, vormt het door soennnitische Arabieren bewoonde Khoezestan het zwaartepunt van de Iraanse olieindustrie.

Voor de Arabieren bleek dit echter bepaald niet alleen maar een zegen te zijn. Ze lijden onder de enorme milieuvervuiling die gepaard ging met de winning en exploitatie van olie in hun provincie. Ahvaz is de hoofdstad van Khoezestan, en in diverse studies wordt Ahvaz de meest vervuilde stad ter wereld genoemd.

De Arabieren in Khoezestan hebben ook nauwelijks geprofiteerd van de opbrengsten van deze olieindustrie die rechtstreeks naar Teheran vloeien. Ze blijken in meerderheid onder de armoedegrens te leven. Uitzichtloosheid, gebrek aan toekomstperspectief en depressies hebben volgens het ”Ahwazi Centrum voor de Mensenrechten” geleid tot een alarmerende stijging van het aantal zelfmoorden.

Afgelopen september pleegde de ”Beweging voor de Bevrijding van Ahwaz” een aanslag in Khoezestan die aan minstens 25 mensen het leven kostte, vooral leden van de Iraanse Republikeinse Garde. Dat speelde de regering in Teheran in de kaart. Deze organisatie streeft naar een eigen onafhankelijke staat voor Arabieren in Khoezestan. Het Iraanse regime, dat de Arabieren in Khoezestan toch al wantrouwde, kreeg door deze aanslag een extra impuls om de repressie en onderdrukking in deze provincie nog verder op te voeren.

De Saudische kroonprins Mohammed bin Salman heeft diverse keren dreigende taal richting Iran geuit. Vorig jaar zei hij dat hij niet zou wachten tot het conflict met Iran het Saudische grondgebied zou bereiken. Hij beweerde dat „we ervoor zullen zorgen dat het in Iran zelf zal worden uitgevochten.” Iran vreest dat bepaalde Arabische Golfstaten etnische spanningen in Iran willen aangrijpen om het regime in Teheran te ondermijnen. En de Arabieren in Khoezestan zijn hierbij de eerste verdachten.

Demonstraties

Sinds maanden hebben er in vrijwel alle Iraanse steden demonstraties plaats uit onvrede over het politieke en economische beleid van de regering in Teheran. De provincie Khoezestan vormt hierop geen uitzondering, maar er zijn geen aanwijzingen dat de Arabieren in Khoezestan massaal naar afscheiding streven.

Toen de toenmalige Iraakse president Sadam Hussein in 1980 Iran binnenviel, gebeurde dat in eerste instantie in Khoezestan. Sadam Hussein had verwacht dat de hier wonende Arabieren hem geestdriftig zouden verwelkomen als bevrijder, maar dat pakte anders uit. De Arabieren in Khoezestan vochten samen met de rest van Iran tegen het Iraakse leger. Discriminatie en economische uitsluiting waren echter hun loon. Met als treurig gevolg dat jonge Arabieren zoals de 12-jarige Meysam uiteindelijk nog maar één uitweg zien.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer