Italië eist in 1944 geroofde kunst terug
De Uffizimusea in Florence eisen van Duitsland de teruggave van een schilderij van de Nederlandse meester Jan van Huysum.
„Ik heb een beeldschoon olieverfschilderij met bloemen daarop en ik hoop een bijpassende doos te krijgen om het naar jou te zenden.” Dat schrijft korporaal Herbert Stock vanuit Italië aan zijn vrouw Magdalena in Duitsland. Het is juli 1944 en de Duitsers worden opgejaagd door de Amerikanen en zijn zich aan het terugtrekken. In Florence worden snel nog wat musea leeggehaald, waaronder de beroemde Uffizi. De Toscaanse kunst wordt in eerste instantie naar Zuid-Tirol, op de grens met Oostenrijk, gestuurd.
Vandaar had het vermoedelijk naar Duitsland gemoeten. Maar daar komt het niet van. Na de Tweede Wereldoorlog vinden Amerikaanse troepen 109 kisten met kunstschatten in Tirol en sturen die terug naar Toscane. Tien werken ontbreken echter, waaronder een stilleven met bloemen van de Nederlandse schilder Jan van Huysum (1682-1749), het cadeau voor Magdalena. Het schilderij, afkomstig van de Galleria Palatina (nu onderdeel van de Uffizi), werd kennelijk ontfrutseld door de handige korporaal, die voor de oorlog een verzekeringsagent was. Mogelijk ruilde hij het doek voor een slof sigaretten, meent Der Spiegel deze maand een artikel over deze kunstroof publiceerde.
Het stilleven van Van Huysum is lang niet de enige oorlogsbuit die nog niet terecht is. In 1998 stemden 44 landen in met de zogeheten Washington Principles, waarin ze bezwoeren alles in het werk te stellen om geroofde kunst boven water te krijgen. Hoewel er resultaten zijn geboekt, zijn er nog altijd zo’n 100.000 schilderijen zoek. Een deel is mogelijk verloren gegaan, maar zeker niet alles. Schattingen gaan ervan uit dat de gehele Duitse oorlogsbuit 600.000 schilderijen omvatte.
Italië heeft ervaring in het opsporen van geroofde kunst. Ze heeft er dan ook de eeuwen door mee te maken gehad. Zo liet Napoleon rond 1800 de mooiste beelden en schilderijen uit Italiaanse collecties halen om het Louvre ermee te verrijken. Bij het Commando voor Cultureel Erfgoed van de carabinieri, de politie, werken 300 rechercheurs. In 40 jaar tijd hebben ze meer dan 1,4 miljoen culturele en archeologische items teruggevonden.
Het is echter nog niet gelukt om het schilderij van Jan van Huysum terug in Florence te krijgen. Na de val van de Berlijnse Muur dook het schilderij voor het eerst weer op, althans: toen werd duidelijk dat het schilderij de oorlog had overleefd. In 1991 kreeg de directeur van de Galleria Palatina het aanbod om het schilderij terug te kopen.
De directeur weigerde echter de gevraagde 566.000 Duitse Mark op tafel te leggen. Italië hoefde toch zeker niet voor zijn eigendom te betalen, vond hij. In 2008 probeerde de verkoper, waarschijnlijk een kleinzoon van Herbert Stock, het nog eens. Via een andere tussenpersoon wilde hij 2 miljoen euro als „vindersloon.” Drie jaar later werd de „onkostenvergoeding” teruggebracht tot 250.000 euro.
Inmiddels wordt het de Italianen te gortig. In 2017 diende het Florentijnse gerecht een aanklacht in tegen de tussenpersoon en afgelopen zomer legde Italië een claim neer bij het Duitse hof. Om de eisen kracht bij te zetten, plaatste de directeur van de Uffizi begin januari een kopie van het schilderij in zijn museum. Op de rand is zes maal het woord ”gestolen!” aangebracht. De directeur heeft Duitsland opgeroepen het schilderij terug te geven. „Duitsland kan niet doen alsof ze van niets weet,” zegt hij. Het wil mogelijk wel helpen dat de directeur Eike Schmidt heet en zelf een Duitser is.