Groeten uit Scheveningen
Als Jacob Pronk –hoe Schevenings kan een naam zijn– in 1818 zijn gloednieuwe badhuis opent, schrijft hij historie. Maar wat weet Jacob daarvan; hij wil gewoon gegoede burgers laten genieten van de helende werking van het zeewater. En er zelf aan verdienen natuurlijk. Intussen is onder zijn handen de ”badplaats” Scheveningen geboren.
Het woord toerisme is nog onbekend, maar het begrip badgasten burgert langzaam in. Het zijn mensen die wat te verteren hebben en de toegenomen vrije tijd aan de kust doorbrengen. Er is in één generatie tijd veel aan het veranderen.
Jacobs vader zwaaide nog de scepter op het oorlogsschip De Dappere Patriot. Een Haags bankiershuis heeft dit laten bouwen om er de Engelsen mee te lijf te gaan. De overheid juicht dit soort initiatieven toe. Holland is in oorlog met de Britten, beschikt zelf over een te kleine vloot en nodigt particulieren daarom uit om naar hartenlust mee te doen aan de strijd.
De Dappere Patriot is geen lang leven beschoren. Jacobs badhuis wel. Na enkele jaren vervangt Jacob het houten onderkomen door een stenen gebouw. Sterke verhalen over het gezonde zeewater geven Scheveningen de grandeur van Lourdes. Kramp in de ingewanden, hardnekkige buikverstoptheid, verlamming der ledematen, vliegende reumatische pijnen; het verdwijnt alles als sneeuw voor de zon. Een man die zijn spraakvermogen verloor en al zijn geld uitgaf aan doktoren, had uiteindelijk genoeg aan drie baden in het badhuis, gecombineerd met twaalf dompelingen in zee. En „de stem is in alle hare vorige kracht wedergekeerd.”
Domein van ontspanning
”Welkom aan de kust”, van de schrijver Danny Verbaan, vertelt gedetailleerd 200 jaar geschiedenis van Scheveningen-Bad. Hoe strand en zee steeds meer het decor voor ontspanning vormen. In eerste instantie nog gecombineerd met het vissersleven op het strand, waar de bomschuiten aanlanden en de gevangen vis ter plaatse verhandeld wordt. Waar de Scheveningse vissersvrouwen en -meisjes de manden naar wal sjorren, of op het strand de netten boeten, in de duinen handwerken of uitzien naar de terugkomst van hun geliefde vissermannen. Dat alles gadegeslagen door de schilders van de Haagse School die op het strand hun ezels opzetten, of hun schetsboeken volkriebelen. En door de badgasten die zich in badkoetsen naar de zee laten rijden om zich in het zoute zeewater onder te dompelen.
Als in het begin van de twintigste eeuw de Scheveningse vissers aanmeren in een nieuwgebouwde haven en de vis naar de pas geopende afslag gaat, hebben de badgasten het rijk alleen. Rond strand en boulevard vestigt zich een economische cultuur. Wat begint met een badhuis, wat badkoetsen en limonadetentjes of wat ezeltjes tot vermaak van de badgasten, wordt aangevuld met het Kurhaus, de wandelpromenade (later de pier genoemd) en hotels met veelzeggende namen als het Grand Hotel, het Oranjehotel, Hotel Garni, het Palace Hotel. Zelfs is er een medisch Inhalatorium. Via het Schevenings treinstation komen kuur- en badgasten aan. Later zijn het de trams die hen naar het Gevers Deynootplein brengen.
Kuuroord Scheveningen wordt steeds meer een mondaine badplaats; zonnebaden is mode geworden, flaneren op pier en boulevard is in trek gekomen; het is zien en gezien worden. Langs de kust ontstaat een eigen wereld van horeca en cultureel en werelds vermaak.
Smalle wereld
Jammer is dat het boek zich beperkt tot deze drukke, smalle wereld aan de zeezijde van de duinen. Het aangelegen vissersdorp Scheveningen komt nauwelijks aan bod. Terwijl dat dorp enerzijds werd meegezogen in de economische groei, en anderzijds de tradities van een vissersdorp handhaaft. Twee werelden die zo ver uit elkaar liggen, maar zich ook aan de rafelranden vermengen.
De Eerste Wereldoorlog gaat ogenschijnlijk voorbij aan het Scheveningse badleven. Maar in de vissershuisjes, een paar honderd meter verderop, heersen de spanning en angst over de mannen op zee. Menige schuit loopt op een mijn of wordt getorpedeerd door Duitse U-boten. De dominee gaat niet voorbij, maar stopt bij de getroffen gezinnen, de lakens gaan voor de ramen. Er is rouw om de dood van de vissers.
De Tweede Wereldoorlog kan niet genegeerd worden. De kuststrook vormt onderdeel van de Atlantikwall en er worden versperringen opgeworpen, alle huizen die in het schootsveld van de kanononnen staan, worden afgebroken. Het strandleven, eerst nog krampachtig in stand gehouden, wordt beheerst door Duitse soldaten. Bombardementen leggen diverse gebouwen in puin. Maar na de oorlog verrijst Scheveningen-Bad weer uit de desolate puinhopen.
Menselijke verhalen
”Welkom aan de kust” staat vol met menselijke verhalen, variërend van de kwartjesvinder uit Amsterdam (de criminele David Vet, die ook Scheveningen als werkterrein heeft) tot Kwok Shu Cheung, de grondlegger van Chinees restaurant Het Verre Oosten. Voor Scheveningers en Hagenaars zijn de bezorgautootjes van Het Verre Oosten lange tijd een begrip.
De geschiedenis van Scheveningen-Bad wordt beschreven tot augustus 2018. Foto’s van de badgasten tijdens de hittegolven van deze zomer zijn nog in het boek opgenomen. Maar ook de grootse plannen voor het Scheveningen van de toekomst. Want de oude grandeur van Scheveningen moet nieuw leven worden ingeblazen. De Noordboulevard, die nu oogt „als de Negev-woestijn”, moet ook worden ingericht met een vernieuwde wandelpromenade en winkels en horeca; heel hip en met veel glas.
Kennelijk moeten er nog meer hedendaagse badgasten komen. Staan aan het begin van de eeuw de korfstoelen en badkoetsjes nog schouder aan schouder, nu liggen de badhanddoeken mannetje aan mannetje. Het zand uit de schepjes van de kinderen belandt in de ogen van de buren, de frisbees scheren vlak over de gebruinde hoofden van de zonnebaders, afgezwaaide ballen doen slapers recht overeind schieten, de radio’s van opgeschoten jeugd overschreeuwen de golven, de meeuwen en zelfs elkaar. Anno 2019 is Scheveningen-Bad vol.
Wie werkelijk wil genieten van strand en zee kan dus beter naar Terschelling gaan. Maar vergeet dan niet dit prachtige kijk- en leesboek mee te nemen. Tot vermaak en lering.
Boekgegevensw
Welkom aan de kust. Tweehonderd jaar Scheveningen-Bad achter de schermen, Danny Verbaan; uitg. Scriptum in samenwerking met Muzee Scheveningen; 320 blz.; € 25,-.