Sancties VS zullen Turks offensief tegen Koerden niet afwenden
De Amerikaanse president Donald Trump heeft Turkije met „economische verwoesting” gedreigd als dat land het waagt Koerdische milities in het noorden van Syrië aan te vallen. Het is een ultieme poging van Washington zijn bondgenoten in de strijd tegen Islamitische Staat te beschermen. Maar of het veel zal helpen, is de vraag.
De geplande aftocht van Amerikaanse troepen uit Syrië is de Verenigde Staten al op veel kritiek komen te staan. Arabische landen voelen zich verraden, want weggaan uit Syrië betekent vrij spel voor Iran en Rusland in dat land – en mogelijk ook elders in de regio.
De Koerden maken zich nog de meeste zorgen. Zij vochten zij aan zij met de Amerikanen tegen Islamitische Staat. Met het vertrek van de Amerikaanse troepen uit Noord-Syrië verdwijnt voor hen de broodnodige buffer die hen tegen Turkse agressie beschermt.
Dat die angst voor Turkse agressie niet denkbeeldig is, mag genoegzaam blijken uit de vastbeslotenheid van de Turkse president Erdogan een grootschalig offensief tegen Koerdische milities in Noord-Syrië te lanceren. Turkije beschouwt hen als terroristen die met hun streven naar autonomie de Turkse staatsveiligheid en territoriale integriteit ernstig in gevaar brengen.
Washington erkent volmondig dat NAVO-bondgenoot Turkije het recht heeft zichzelf te beschermen en te verdedigen. Dat beklemtoonde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pomeo vorige week nog maar eens tijdens zijn rondreis door het Midden-Oosten. Tegelijkertijd willen de Verenigde Staten hun Koerdische strijdmakkers niet afvallen. Dat brengt Amerika in een lastig parket.
De Amerikaanse veiligheidsadviseur John Bolton probeerde vorige week veiligheidsgaranties voor de Koerden bij Turkije los te krijgen, maar kreeg nul op het rekest. Erdogan weigerde zelfs hem te ontvangen, uit woede over de dwingende toon die Bolton namens de Amerikaanse regering aansloeg.
President Trump probeert nu Turkije via het dreigen met economische sancties op andere gedachten te brengen. Dat is geen onbeproefd middel. Vorig jaar vaardigde Washington strafmaatregelen tegen Ankara uit om de vrijlating van de Amerikaanse voorganger Brunson voor elkaar te krijgen. Die leidden tot een dramatische koersval van de Turkse lira en uiteindelijk tot de vrijlating van de pastor.
Erdogan weet dus wat het effect van Amerikaanse sancties kan zijn. Maar in de Koerdische kwestie worden bepaald niet alleen economische afwegingen gemaakt. Al decennialang is het Koerdische streven naar onafhankelijkheid Turkije een forse doorn in het oog, zowel in eigen land als in de aangrenzende staten. Ankara zal er alles aan doen om de Koerdische nationalistische aspiraties een halt toe te roepen, zelfs als dat aanzienlijke economische pijn met zich meebrengt. Het is de vraag of dat besef voldoende in Washington is doorgedrongen.