FNV Bondgenoten tegen WAO-akkoord
De bondsraad van FNV Bondgenoten, het ’parlement’ van de vakbond, heeft het SER-akkoord over de herziening van het WAO-stelsel vrijwel unaniem afgewezen. Dat heeft een woordvoerster van de grootste vakbond van Nederland vrijdag gezegd na afloop van de stemming van de raad.
Slechts één lid stemde in met de voorstellen van de SER. De federatieraad van de vakcentrale FNV bepaalt maandag zijn standpunt. Daarin zitten alle bij de centrale aangesloten bonden. FNV Bondgenoten is in zijn eentje goed voor 45 procent in het eindoordeel.
De bijeenkomst van de federatieraad maandag belooft spannend te worden. De vakcentrale blijft van mening dat het onderhandelaarsakkoord goed verdedigbaar is. „Het zal een stevig inhoudelijk debat worden”, verwacht een woordvoerder van de FNV.
De uitslag was overigens voorspelbaar. Tijdens ledenraadplegingen bleek al dat veel leden zich vooral niet konden vinden in de bepaling dat zieke werknemers in hun tweede ziektejaar niet meer dan 70 procent van hun laatstverdiende loon krijgen en dat dit bedrag niet mag worden aangevuld via CAO’s. Nu is dat in 90 procent van de CAO’s wel geregeld, aldus FNV Bondgenoten.
De bond valt er ook over dat werknemers die tot 35 procent arbeidsongeschikt zijn, in de nieuwe plannen evenmin een zeker salaris hebben. Voor hen dreigt volgens FNV Bondgenoten onredelijk inkomensverlies als zij minder gaan werken of ergens anders aan de slag gaan.
Een andere zwakke schakel in het WAO-compromis is de beoordeling van de vraag wanneer iemand volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. Over die vraag buigt de SER zich al enige tijd. De sociale partners lijken inmiddels een oplossing te hebben gevonden, bleek vrijdagmiddag. De ’mediprudentie’ moet uitwijzen welke gevolgen een bepaalde ziekte heeft.
Dat staat in andere bewoordingen in een concept van het advies dat de raad over enkele weken presenteert. Volgens betrouwbare bronnen moeten er „positieve, limitatieve lijsten” komen die aangeven welke lichamelijke en psychische stoornissen of aandoeningen „in beginsel duurzaam” zijn. Mensen met deze klachten hebben in het nieuwe WAO-stelsel recht op een WAO-uitkering.
Die lijsten zouden op grond van de medische statistieken en jurisprudentie door de medische beroepsgroepen moeten worden opgesteld. De eindverantwoordelijkheid ligt bij uitkeringsorganisatie UWV. Uiteindelijk zouden de lijsten moeten worden vastgelegd in de wet, luidt het voorstel. De precieze lijst met aandoeningen die in principe recht geven op een uitkering zou dan in een lagere regeling moeten worden vastgelegd, zodat die kan worden aangepast aan veranderde medische inzichten.
De lijsten zijn uitdrukkelijk bedoeld als leidraad voor de keuringsartsen. Uiteindelijk moet elke zieke nog altijd individueel worden beoordeeld.
Als voorbeelden van aandoeningen die „in beginsel” niet duurzaam zijn, worden onder meer whiplash, burn-out en de vermoeidheidsziekte ME genoemd. Mensen met dergelijke aandoeningen zouden beter af zijn als zij blijven werken. Voor mensen die last hebben van slijtage van het bewegingsstelsel zou de werkplek moeten worden aangepast.
Om de keuringsartsen en Arbo-diensten uit de vuurlinie te houden zou een onafhankelijke commissie uiteindelijk moeten oordelen of iemand meer dan 80 procent, en dus volledig, en duurzaam arbeidsongeschikt is.
Het adviesorgaan van de regering bepaalde in januari in een advies op hoofdlijnen dat alleen mensen die meer dan 80 procent arbeidsongeschikt zijn nog in aanmerking voor een WAO-uitkering komen. Als zij binnen vijf jaar kunnen herstellen, krijgen zij evenwel geen uitkering.