God is het die het doet
Verschrikkelijk was het wat er op die doordeweekse middag in de Midden-Duitse stad Mainz am Rhein was gebeurd. De Deutsche Allgemeine Zeitung van 24 november 1857 deed er melding van. Enkele dagen eerder had zich een verwoestende explosie in de Pulverturm, de kruittoren van de stad, voorgedaan. Tot ver in de omtrek was het te horen geweest. Het dramatische gevolg: meer dan 150 doden en honderden gewonden. Talloze gebouwen, waaronder veel woonhuizen, waren vernield en diverse kerken zwaar beschadigd.
Het betreft een ramp van lang geleden. Er is sindsdien nog wel meer gebeurd… Wat al niet in het nu bijna vergleden jaar 2018. De kranten en andere media zullen het ons dezer dagen ongetwijfeld in herinnering brengen. Natuurrampen zoals de bijna niet te blussen bosbranden in Griekenland, deze zomer, en de recente tsunami op de westkust van Java. Dramatische ongevallen in het verkeer: in augustus stortte plotseling de hangbrug in het Italiaanse Genua in en in oktober kwam een Indonesisch passagiersvliegtuig in de Javazee terecht. Het is maar een kleine opsomming. Met veel andere voorbeelden van leed en nood te vermeerderen. Alleen al in het afgelopen jaar.
Op zondag 22 november 1857 preekte dr. H. F. Kohlbrugge in zijn gemeente Elberfeld over Zondag 9 van de Heidelbergse Catechismus. Het ging over God, de almachtige Vader. Bij die gelegenheid verwees Kohlbrugge naar de poedertorenramp in Mainz, enkele dagen daarvoor. Wat daar en toen was gebeurd, zag de prediker als een teken van de macht van God. „Hij is almachtig! Hij werpt in één oogwenk een halve stad ineen terwijl Hij een granaatkogel vuur doet vatten, zoals wij het in deze week beleefd hebben. In één oogwenk werpt Hij een half werelddeel overhoop. Ook wanneer de vijanden het nog zo slim aanleggen, ook wanneer zij het nog zo mooi gemaakt hebben, er is nog een God voorhanden, die leeft en oordeelt…”
Dat is gedurfd gezegd. Hebben wij een God die Zijn macht demonstreert met verwoestingen die Hij op de aarde aanricht? Is het Zijn hand die we daarin moeten opmerken? Dat is inderdaad het Godsbeeld dat we in de preken van Kohlbrugge getekend vinden. „Alles heeft Hij in Zijn macht. Het ene jaar laat Hij het zo regenen, dat het vee niet op het veld kan blijven en er van louter natheid niets groeien kan. Een ander jaar laat Hij het zo droog worden, dat er van louter droogte niets groeien kan. Zo laat Hij het komen, dat boze koortsen en pestilentie hele steden, hele landen verwoesten. Niet van mensen, maar van God alleen hangt het af, rijk of arm te maken. Dat de mens een gulden, dat hij een stuiver verdient, dat hij rijk is of dat hij arm wordt, staat alleen in Gods hand. Dat hij gezond is of dat hij ziek wordt, God is het die het doet!”
Vragen te over. Aanvechtingen misschien wel. Maar toch, wat een troost: deze God is onze God! Gods kerk belijdt: deze almachtige God is om Christus’ wil mijn getrouwe Vader. Kohlbrugge nog eens: „In hoeveel leed, smart, dood zijn wij gedompeld! Wiens hand was het? Menigmaal kan men het niet geloven in de bange nacht dat het Zijn Vaderlijke hand is, maar later ziet men het wel. (…) Het is om ons te houden naar Zijn wil, opdat wij langs de smalle weg naar boven komen in Zijn heerlijkheid.”
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl