Opinie

Oppassen voor ”verrekking” EU

Turkije, wel of geen lid van de Europese Unie? In Duitsland woedt daarover een diepgaande discussie. Voorstanders wijzen op het belang van een brug naar de islam. Tegenstanders wijzen op de grote culturele verschillen. Dr. Hans Ester vat de discussie samen en vraagt zich af of het Europese wijgevoel wel zo rekbaar is dat het de oevers van de Eufraat en de Tigris bereikt.

23 July 2004 22:41Gewijzigd op 14 November 2020 01:27
„Gezien de oude banden die Turkije en Duitsland met elkaar onderhouden en gegeven het feit dat Duitsland miljoenen Turken onder zijn burgers heeft, is de discussie in de Bondsrepubliek van het grootste gewicht.” Foto: de smalle doorgang naar de Zwarte Zee
„Gezien de oude banden die Turkije en Duitsland met elkaar onderhouden en gegeven het feit dat Duitsland miljoenen Turken onder zijn burgers heeft, is de discussie in de Bondsrepubliek van het grootste gewicht.” Foto: de smalle doorgang naar de Zwarte Zee

In het tijdschrift ”Kulturjournal” dat het Duitse Goethe-Instituut uitgeeft, worden interessante discussies gevoerd. De redactie vlooit de Duitse dagbladen en andere periodieken uit op bruikbare artikelen die vervolgens in het ”Kulturjournal” terechtkomen. In nummer 1 van 2004 gaat het onder meer om de toekomstige status van Turkije ten opzichte van de Europese Unie. Voor de oordeelsvorming in Nederland acht ik het van het grootste belang om kennis te nemen van gezaghebbende meningen in de Duitse Bondsrepubliek.

Twee historici komen in ”Kulturjournal” aan het woord, historici die een tegengestelde visie op het probleem Turkije/Europa hebben. De ene geschiedkundige is Wolfgang Burgdorf uit München. Burgdorf pleit hartstochtelijk voor een warm welkom aan Turkije vanuit Europa: „Het zou een ramp zijn, een echec tegenover de eisen van de geschiedenis, wanneer men uitgerekend dat land van de islamitische wereld dat sinds lange tijd in de richting van het Westen beweegt, de integratie in de Europese Unie ontzegt.”

Op alle tegenargumenten gaat Burgdorf in: de vermeende achterlijkheid van de islam, de onverenigbaarheid van wetenschap en islam, de moord op de Armeniërs. Hij wijst op het feit dat in 2003 in Thessaloniki aan de islamitische landen Albanië, Macedonië en Bosnië-Herzegovina het perspectief van toetreding tot de EU werd geboden.

Dus waarom mag Turkije niet van de partij zijn? Verder stelt hij dat West-Europeanen zich ook lang tegen de Verlichting hebben verzet. Waarom zou het dan met de Turken niet goed komen?

Armeniërs en Joden
Wat de Armeniërs betreft, vindt Burgdorf dat de Duitsers dit argument maar liever niet moesten gebruiken, omdat de moord op de Europese Joden heel wat dichterbij ligt dan die op de Armeniërs door de Turkse machthebbers. Bovendien, zo stelt Burgdorf, heeft de EU binnen haar grenzen religieuze conflicten, zoals de strijd in Noord-Ierland, die nog lang niet zijn uitgewoed.

Sterker zijn de argumenten van Burgdorf wanneer hij positieve aspecten van de betekenis van Turkije voor de Europese geschiedenis noemt: „Als een gebedsmolen leggen de tegenstanders van toetreding van Turkije tot de EU de nadruk op het gegeven dat de Bijbel en de klassieke Oudheid de twee fundamenten van de Europese identiteit vormen. De Bijbel wordt hier als synoniem met het christendom gebruikt. Maar, juist de cultuurgoederen van de Oudheid werden ons door Arabieren en Osmanen overgedragen. Zij gaven ons Aristoteles terug, de grote denker die wij kwijt waren geraakt. Van hen hebben we onze getallen en onze koffie. De eerste grote concilies der christenheid vonden in Klein-Azië plaats. Constantinopel was een van de vroegste residenties van een christelijke patriarch en is dat ook heden nog.”

Koffie
Koffie als argument ten gunste van de toetreding van Turkije tot de EU had ik nog niet eerder gehoord. Het valt niet te ontkennen dat de productiviteit van Europa goeddeels op de motor berust die koffie heet. Dit verschijnsel gaat terug op de overwinning van Karel de Vijfde bij Wenen op de Turkse legers in 1529. In de verlaten kampen der Turkse troepen troffen de soldaten van Karel de Vijfde een onbekende drank aan die na het eerste slokje verslavend bleek te werken. De opmars van de koffie was begonnen.

Een laatste argument tegen de Turkse toetreding is samengevat in het Duitse woord ”Überdehnung”. Ook daarop heeft Burgdorf een antwoord. Het is een argument van geopolitieke aard. Geopolitiek is de leer van de ruimtelijke bepaaldheid van politieke toestanden en gebeurtenissen. De gedachte van de ”Überdehnung” is dat Europa zich verrekt bij de acceptatie van Turkije als lidstaat. Burgdorf wijst dit argument af met behulp van het begrip globalisering als tendens van deze tijd waarbinnen vooral de toenadering Europa-China voor hem van belang is. Wanneer China ons nader komt, waarom dan nog zeuren over Turkije?

Verrekking
De beroemde historicus Heinrich August Winkler is in hetzelfde nummer van ”Kulturjournal” de tegenovergestelde mening toegedaan. Hij gaat uit van de fundamentele voorwaarde dat Europa een idee, een voorstelling moet hebben van zichzelf. Voor Winkler staat het onomstotelijk vast dat de Europese identiteit door West-Europa is gevormd. Hij ziet een wezenlijk verschil tussen Rome en Byzantium wanneer het om de scheiding van de wereldlijke en de geestelijke macht, dus van kerk en staat gaat. West-Europa, de Occident, is ten diepste door die scheiding bepaald. Hieruit is de scheiding van wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht voortgekomen. Ook Winkler gebruikt het woord ”Überdehnung”. Voor hem is dat juist wel een serieus tegenargument: „De Europese Unie is geen Rijk en wil het ook niet worden. Van een ruimtelijke ”verrekking” echter zouden we moeten spreken wanneer de EU na eventuele toetreding van Turkije over gemeenschappelijke buitengrenzen met Syrië, Irak en Iran zou beschikken. Aan een Europees wijgevoel zou een zo sterk vergrote Europese Unie niet meer kunnen appelleren. Dan zou de EU geen politieke unie meer kunnen zijn en ook niet kunnen worden. Dan zou de EU zich terugwaarts ontwikkelen tot een vrijhandelszone of een los verband van zelfstandige staten.”

Volgens Winkler eindigt Europa daar waar de voorwaarden voor een Europees wijgevoel niet bestaan. Wanneer de Europese Unie bij de uitbreiding dit basisprincipe volgt, beschikt ze over een betrouwbaar kompas.

Tigris
Gezien de oude banden die Turkije en Duitsland met elkaar onderhouden en gegeven het feit dat Duitsland miljoenen Turken onder zijn burgers heeft, is de discussie in de Bondsrepubliek van het grootste gewicht. Als Nederlanders mogen we de signalen vanuit Duitsland niet negeren. Ik blijf vasthaken aan het begrip ”Überdehnung”. Wanneer ik een spier verrek, weet ik dat ik een verkeerde beweging heb gemaakt. Maar hoe weet de Europese Unie wanneer zij iets heeft verrekt? Wie bepaalt het wijgevoel in Europa? Wil niet een groot deel van de wereldbevolking bij ons horen en net als wij zijn?

Uiteindelijk komen we weer terecht bij de cruciale vraag naar de afbakening van de eigen Europese identiteit. Zelf dagdroom ik dikwijls van Europa in de zin van de Romantiek als een door en door christelijk continent met een gemeenschappelijk geloof en gedeelde morele waarden. Hoe graag zou ik in dat Europa wonen!

Maar ik moet de realiteit van een brede religieuze en niet-religieuze veelvormigheid onder ogen zien. De islam is onder ons en het ongeloof geeft in de cultuur van onze tijd de toon aan. Dat leidt tot de vraag of het overgebleven wijgevoel zo rekbaar is dat het de oevers van de Eufraat en de Tigris bereikt.

voetnoot (u17(De auteur doceert Duitsland-Studies aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer