Nieuw curriculum voor godsdienst op voortgezet onderwijs
Een „kerncurriculum” voor het vak godsdienst, opgesteld door vakorganisaties en docenten, moet het vak een stevigere plek geven in het voortgezet onderwijs.
Het initiatief tot een curriculum komt vanuit het in juni gepresenteerde Expertisecentrum Levensbeschouwing en Religie in het Voortgezet Onderwijs. Dat is een samenwerkingsverband met beroepsorganisaties, lerarenopleidingen en docenten.
„Elk kind in het voortgezet onderwijs heeft baat bij levensbeschouwelijke educatie”, zegt Leo van Hoorn vrijdag. Van Hoorn is voorzitter van een stuurgroep van het expertisecentrum. „Op dit moment zijn er geen landelijke eindtermen voor het vak godsdienst. Dat geeft docenten veel vrijheid, maar daardoor is er weinig gemeenschappelijkheid. Het vak is kwetsbaar en staat op veel scholen sterk onder druk. Soms is het teruggebracht tot een vak van één uur in de brugklas.”
Het nieuwe leerplan richt zich op „zingevingsvragen, het gesprek met andersdenkenden en kennis van diverse levensbeschouwingen”, zegt Van Hoorn. „Deze thema’s moeten ergens in het curriculum van scholen een plek gaan krijgen. De manier waarop dat gebeurt is aan de scholen zelf.”
Actualisering
Jan van Mourik, godsdienstdocent aan het Calvijn College Goes, „begrijpt” een curriculum voor scholen waar het vak „gemarginaliseerd wordt. Die geluiden herken ik vanuit contacten met collega’s van openbare scholen.”
„Als reformatorische scholen hebben we onze eigen syllabus”, vertelt Van Mourik. „Maar we kunnen dit curriculum altijd gebruiken om ons eigen programma weer tegen het licht te houden. Actualisering is altijd goed.”
De kernwaarden vanuit het nieuwe leerplan herkent Van Mourik. „Die hebben bij ons al een plaats. Maar dit is natuurlijk niet het enige wat wij onze leerlingen meegeven. Voor ons is bijvoorbeeld Bijbelonderwijs en onderwijs in de belijdenis of kerkgeschiedenis onopgeefbaar.”