„OM moet op inhoud letten bij anti-Israëlprotest”
De Dam in Amsterdam is al jaren het toneel voor pro- en anti-Israëldemonstraties. Wat daar wordt gezegd, is vaak op de rand van het toelaatbare. Politie en OM moeten daarom explicieter op de inhoud gaan letten, bepleit de VVD-raadsfractie.
„Jezus Christus heeft de Joden vervloekt en nu zijn wij christenen het volk van God. Jullie Joden hebben Hem aan het kruis genageld.” Dat zei een jonge betoger afgelopen zaterdag op de Dam tijdens een pro-Palestijnse demonstratie op de Dam.
„De Joden noemen ons beesten”, vervolgde de man. „Terwijl jullie ons uitmoorden (…) De Joden zijn de vijand van alle mensen (…) Ik zeg u, meneer de Jood, uiteindelijk gaan wij, gojiem, zien wat jullie doen en dan is het niet meer zo heel lang dat jullie met dit soort dingen kunnen rondlopen (…) Ze zijn een heel racistisch volk, die Joden.”
Naar aanleiding van deze uitspraken deed het CIDI aangifte. Ook stuurden het CIDI en het Centraal Joods Overleg een open brief naar burgemeester Femke Halsema. Ze vroegen haar alle op Israël gerichte demonstraties onmiddellijk en tot nader order te verbieden op de Dam en op het Jonas Daniël Meijerplein.
Wat de briefschrijvers betreft, kan demonstreren tegen Israel op alle andere plaatsen in de stad. Maar niet op genoemde plekken, die voor Amsterdamse Joden historisch beladen zijn. „Amsterdam ontleent trots aan haar diversiteit als stad waar iedereen, ongeacht afkomst, religie of geaardheid, zich veilig kan voelen. Het voortaan niet meer toestaan van op Israël gerichte demonstraties op de Dam zou een krachtig signaal zijn dat de stad deze waarden nastreeft.”
De VVD-raadsfractie stelde woensdag schriftelijke raadsvragen over de kwestie. De partij wil onder meer weten of politie, openbaar ministerie en burgemeester de zaterdag gedane uitlatingen hebben besproken en of er vervolgstappen zijn genomen.
In een telefonische toelichting donderdag zei VVD-raadslid Marianne Poot dat het recht op meningsuiting en demonstreren „bijkans heilig” is, maar dat de grenzen van wat er gezegd mag worden onvoldoende helder zijn. Israeldemonstraties –„demonstraties met een risicoprofiel”– hebben volgens haar als kenmerk dat betogers uitingen doen die „op of over de rand zijn.”
Het raadslid wil dat politie en openbaar ministerie tijdens deze demonstraties niet alleen de orde handhaven, maar ook gaan letten op wat betogers inhoudelijk zeggen. „Net zoals we bij haatpredikers doen.”
Door op te treden tegen strafbare uitingen, hoopt de VVD’er dat het voor elke Amsterdammer glashelder wordt wat de scheidslijn is tussen het demonstratierecht en het oproepen tot haat, geweld of discriminatie.
Poot: „Grondrechten zijn een groot goed, maar niet bedoeld voor haatzaaien.”