Commissie-Remkes biedt weinig originele oplossingen
Stel, er is een maatschappelijk probleem, waar je als politici en regering niet goed uit komt. Oplossing? Benoem een commissie onder voorzitterschap van een oude rot in het politieke vak met een klinkende naam. Dat wekt de indruk dat je het probleem serieus neemt. Die commissie gaat het probleem grondig onderzoeken. Dat levert tijdwinst op, waardoor het gevoel van urgentie verdampt. Na maanden komt ze met een lijvig eindrapport met oplossingen en vooral met veel nuances. Gevolg is dat de burger afhaakt omdat hij door het lezen van het rapport –als hij er al aan toekomt– in verwarring raakt. Volgende stap? De regering belooft met een reactie te komen. Dat vraagt opnieuw tijd. En als dan het officiële antwoord er ligt, weet niemand meer waar het over gaat. De discussie is uitgewoed. En het rapport? Dat komt in een la, die overigens al bijna helemaal vol zit met andere indrukwekkende en grondige studies.
De commissie-Remkes bracht donderdag een rapport uit over het onderzoek naar verbetering van de relatie tussen burger en politiek. Het advies is het parlementaire stelsel een update te geven, waardoor het meer toekomstbestendig zal zijn.
Belangrijke punten zijn: invoering van een bindend correctief referendum en meer gewicht geven aan voorkeurstemmen. Ook moet de formateur door de burger kunnen worden gekozen. Verder vinden Remkes en zijn commissieleden het belangrijk dat er meer transparantie komt over de financiering van politieke partijen.
Wie deze suggesties doorneemt, krijgt de indruk dat ze vooral een catalogus vormen van proefballonnetjes die in de achterliggende jaren zijn opgelaten. Misschien is het meest originele idee om een Constitutioneel Hof in te stellen, waar de burger terecht kan die vindt te zijn aangetast in zijn grondrechten. Dat geluid is tot nu toe nog niet veel gehoord.
Dat er iets in de samenleving gaande is, kan iedereen constateren die het nieuws volgt van protesten in Frankrijk, België en, in mindere mate, in ons land. De ‘gele hesjes’, die oorspronkelijk symbool stonden voor pech onderweg, zijn uitgegroeid tot signaal van protest tegen politieke doofheid.
De klacht van veel burgers is immers: de parlementariërs zijn druk met van alles en nog wat –meest met het profileren van zichzelf– maar geven geen antwoord op hetgeen in de samenleving gebeurt. Daarom laten mensen de politiek links liggen en gaan ze de straat op.
Wat burgers eigenlijk willen, is: geef als parlement allereerst aandacht aan de meest basale vragen vanuit de samenleving; durf de problemen helder te benoemen zonder al te veel nuances en geef duidelijke oplossingen. Kortom, vat de koe bij de horens en toon daadkracht. Zo simpel is het. Daarvoor heb je geen dik rapport nodig. En verder? Er gaat ook veel goed, zegt de commissie-Remkes. Ook dat is waar.