Natuur in DMZ-zone in gevaar door toenadering tussen Noord- en Zuid-Korea
Noord- en Zuid-Korea zoeken toenadering en daarvan dreigt een waardevol natuurgebied de dupe te worden: de DMZ-zone die al meer dan zestig jaar de twee kemphanen scheidt.
Militaire wachtposten, veel prikkeldraad en een kilometerslang hekwerk dat ook nog eens onder stroom staat. Ziedaar de gedemilitariseerde zone tussen Noord- en Zuid-Korea, afgekort aangeduid met “DMZ”. De zone was natuurlijk nooit bedoeld als beschermd natuurgebied. De zware bewaking dient er een veel grimmiger doel: de bestandslijn handhaven die tussen het communistische Noord-Korea en het vrije Zuid-Korea ligt sinds die twee in 1953 een staakt-het-vuren overeenkwamen.
Het gebied is een strook niemandsland tussen noord en zuid, een lap ruigte van 4 kilometer breedte en bijna 250 kilometer lengte die vanwege de hoge hekken en de talloze landmijnen voor mensen zo goed als ontoegankelijk is. Daardoor is het er nu al zestig jaar des te aantrekkelijker voor de natuur.
Natuurbeschermers weten het al jaren: gaan de twee Korea’s zich ooit herenigen, dan valt die beschermde status van de DMZ-zone weg, maar ook die van de omringende gebieden, inclusief het kraanvogel- en arendenreservaat.
Nu Noord- en Zuid-Korea voortvarend te werk gaan om toenadering te zoeken, wordt het tijd om de alarmklok te luiden, vinden natuurbeschermers in het zuiden. Seoul en Pyongyang willen een spoorwegverbinding en snelwegen door het gebied aanleggen, en ook zouden er fabrieken moeten komen. Natuurbeschermers proberen invloed te krijgen op de plannen die nu worden gesmeed.
Er staat dan ook veel op het spel. Het Koreaanse schiereiland is voor trekvogels in deze regio van groot belang. De trekroute in de herfst en de winter loopt van Siberië via China naar Noord- en Zuid-Korea, en vandaar verder in zuidelijke richting. In het voorjaar gaat de route in omgekeerde richting.
Juist de DMZ-zone is voor overwinterende en doortrekkende kraanvogels van groot internationaal belang. En dat geldt ook voor de duizenden arenden die er iedere winter neerstrijken.