De Wittenberg krijgt een abt
De Wittenberg in Zeist kiest voor een koerswijziging. De Bijbelschool start een monastieke gemeenschap en gaat kortdurende vormingstrajecten aanbieden.
Een aantal vragen aan interim-directeur Peter Oudshoorn en Edwin Verloop, die verantwoordelijk is voor de onderwijskundige kant van de Bijbelschool.
Waarom is verandering nodig?
Oudshoorn: „De Wittenberg heeft al langer financiële problemen. Tot komende zomer zijn de financiën geregeld, maar daarna wordt het heel onzeker. Er moet een blijvende oplossing komen. We hebben daarom onderzoek gedaan en kerkenraden en belangstellenden om ideeën gevraagd. Het idee om een monastieke gemeenschap te starten, sloeg bij velen aan. Meer dan 85 procent van de respondenten reageerde positief. Mensen hebben in deze tijd behoefte aan rust en het vormen van een community.”
Hoe gaat de monastieke gemeenschap eruitzien?
Oudshoorn: „We willen een dagelijks ritme bieden, net zoals in een klooster. Het gaat om twee tot vier gebedstijden per dag, waarop ook uit de Bijbel wordt gelezen. Iedereen doet daaraan mee: jongeren die een kamer huren, studenten van de leefgemeenschap en belangstellenden. De leiding ligt in handen van de directeur-abt.”
Welk klooster ziet u als voorbeeld voor deze monastieke gemeenschap?
Verloop: „We hebben ideeën opgedaan bij de Community of Saint Anselm in de omgeving van Londen, een anglicaanse gemeenschap. Maar ook bij Nederlandse kloosters, zoals dat in Diepenveen.”
De Bijbelschool blijft bestaan?
Verloop: „De Bijbelschool krijgt een vernieuwde opzet. De duur ervan wordt ingekort van tien naar vijf maanden. Zo ontstaat er ruimte voor jongeren om ook andere dingen te doen, zoals geld verdienen of reizen.
Uit ons onderzoek blijkt dat jongeren vooral willen groeien in hun geloof en dat ze zich willen verdiepen in de Bijbel. Daarop zullen we inzetten bij de lessen. Daarnaast sturen we jongeren op uitdagende missies, bijvoorbeeld bij kerkelijke gemeenten in de omgeving, om hun geloof handen en voeten te geven. In de komende maanden wordt het onderwijsprogramma ontwikkeld. We mikken op twee groepen van 25 studenten per jaar.”
Hoe wordt dat bekostigd?
Oudshoorn: „Begin volgend jaar houden we een eenmalige actie om 200.000 euro op te halen om te kunnen starten. Daarnaast is er structureel een bedrag van 180.000 euro per jaar nodig. Dat hopen we bijeen te krijgen met giften van particulieren, kerken en stichtingen, net zoals dat nu gebeurt. Dat bedrag is vooral nodig om de vorming van de jongeren te financieren. We verwachten dat de monastieke gemeenschap kostendekkend zal zijn. Overigens zal de nieuwe opzet consequenties hebben voor het personeel. Er zullen nieuwe functies ontstaan, terwijl andere zullen verdwijnen. We hebben er goede hoop op dat dit alles gaat lukken in de gestelde termijn van vier jaar.”