Opinie

Column: Wij groeten de broeders

Van de meeste schrijvers die ik heb gelezen, weet ik nog wanneer ik hen ontdekte en voor het eerst las. Van één schrijfster weet ik dit vreemd genoeg niet. Die schrijfster is Wilma Vermaat (haar schrijversnaam is Wilma). Ze lijkt op een onbewuste manier mijn leven binnen te zijn gewandeld. Deze schrijfster is mij zeer dierbaar.

Dr. Ewald Mackay
21 November 2018 11:56Gewijzigd op 16 November 2020 14:41
„Wilma woonde met twee zussen in een houten huisje –de Neumshutte– midden in de bossen bij Beekbergen.” beeld iStock
„Wilma woonde met twee zussen in een houten huisje –de Neumshutte– midden in de bossen bij Beekbergen.” beeld iStock

Wilma Vermaat is op 14 mei 1873 geboren te Zetten en overleden op 20 maart 1967 te Blaricum. Haar vader was leraar aan het Christelijk Lyceum te Zetten. Het gezin was hervormd en het klimaat was sterk gestempeld door het Réveil, met name middels de zegenende invloed van de Heldringstichtingen, die in de omgeving van Zetten zeer sterk was. Wilma’s moeder overleed toen Wilma 11 jaar was. Het lijden hierom heeft haar gestempeld.

Wilma ging naar de kweekschool, maar zij geraakte al spoedig in een persoonlijke crisis en heeft nauwelijks voor de klas gestaan. Ze was zeer sensitief en ervoer in hevige mate de gebrokenheid én de schoonheid van deze wereld. Nadat ze de crisis te boven was heeft ze zich gericht op het schrijven van romans en verhalen. Haar mooiste boek vind ik ”Oom Johannes”, een boek dat over haar grootvader gaat, die een Koningskind was, zeer dicht bij God leefde en als een protestantse Franciscus van Assisi in het leven stond.

Wilma woonde met twee zussen in een houten huisje –de Neumshutte– midden in de bossen bij Beekbergen. Hier schreef ze haar boeken en leefde ze van de pen. Uit al haar boeken spreekt een diep geloof en een grote innerlijke rijkdom. Wilma was hervormd, maar had een brede kerkelijke blik en zag over de muren van haar kerk heen.

Wilma had een grote liefde voor de verschoppelingen van deze wereld. In de Eerste Wereldoorlog hielp ze Belgische vluchtelingen met voedsel en onderdak. In de Tweede Wereldoorlog hadden de gezusters onderduikers in de Neumshutte: die waren heel makkelijk te vinden, maar de Vermaten hadden een diepheilig en kinderlijk geloof dat God deze onderduikers zou beschermen. In haar boek ”Gods gevangene” (1923) pleitte Wilma ervoor om de homoseksuele medemens in Christus te omarmen. Ze wees de homoseksuele praktijk af, maar zag de homoseksuele mens niet als een crimineel maar als een naaste in Christus. Haar standpunt in dezen is tegenwoordig gemeengoed geworden in de behoudende kerken, maar in die tijd is ze hierom verguisd.

Altijd lees ik Wilma Vermaat als ik drukke tijden meemaak. Afgelopen tijd was zeer druk vanwege alle werk op school en in de kerk en omdat ik (op 9 november) mijn boek ”De gedenkbalk van het Grote Huis”, waar ik jaren aan gewerkt heb, in ontvangst mocht nemen op een avond die Uitgeverij de Banier en Driestar Hogeschool hadden georganiseerd: een zeer vreugdevol, maar ook inspannend moment. Na afloop heb ik ’s nachts, toen ik de slaap niet vatten kon, een boek van Wilma ter hand genomen: ”Wij groeten de broeders”. Toen ik dat begon te lezen kwam mijn ziel tot rust. In dit boek ademt alles de rust van de natuur en van de eenvoud.

Sommigen verslijten mij om mijn liefde voor dergelijke boeken voor een nostalgicus, maar eigenwijs als ik schijn te zijn, bestrijd ik dat natuurlijk! Ik geloof dat er een diepe waarheid ligt besloten in de eenvoud die uit de boeken van Wilma spreekt. We zijn hard op weg om die eenvoud kwijt te raken. Alles moet steeds maar complexer worden. Alles moet maar veranderen. Nergens is er nog rust, bestendigheid en eenvoudigheid. We zijn vervreemd geraakt van de natuur en van het wezen der dingen.

Wat zou ik wensen dat we die innerlijke wereld weer gingen zoeken waar Wilma uit leefde. Wat hoop ik dat de nieuwe generatie haar boeken gaat lezen, als een tegengif tegen de snelheid en de haast. Dat zal echt moeite kosten want haar taal is voor een modern oor wellicht archaïsch, maar wie eenmaal tot haar wereld doordringt, ontvangt grote innerlijke schatten. En laten wij, volwassenen, de moed hebben om tegen al het veranderen om het veranderen in te gaan en deze diepe, innerlijke rust zoeken, want anders gaan we met al onze veranderdrift razendsnel naar de haaien.

De auteur is historicus en filosoof. Hij werkt als docent aan de Driestar hogeschool te Gouda. Reageren? rubriekforum@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer