Rutte: Betogen bij Sint mag, maar liever niet
Minister-president Mark Rutte vindt niet dat het recht om tegen Zwarte Piet te demonstreren wettelijk moet worden ingeperkt in de weken voor Sinterklaas. Maar hij blijft er wel bij dat het beter zou zijn als mensen in die periode geen gebruik zouden maken van dat recht.
Dat zei Rutte dinsdag tijdens het Vragenuur in de Tweede Kamer. Zijn partijgenoot Klaas Dijkhoff, aanvoerder van de VVD-fractie in de Kamer, opperde maandag om rond de intocht van Sinterklaas geen demonstraties tegen Zwarte Piet meer toe te staan. Afgelopen weekeinde werden in verscheidene steden demonstranten belaagd en bedreigd door voorstanders van Zwarte Piet.
Coalitiepartner D66 vroeg Rutte afstand te nemen van het voorstel van Dijkhoff en zich uit te spreken voor het recht om te demonstreren. „De premier van dit vrije land moet daar heel duidelijk over zijn”, zei Kamerlid Jan Paternotte. Hij noemde het „de wereld op zijn kop” dat het demonstratierecht zou worden ingeperkt, omdat juist tegenbetogers zich hebben misdragen.
Rutte antwoordde dat hij staat voor het demonstratierecht. „Iedereen die een fatsoenlijke discussie wil voeren moet dat op elk moment kunnen doen”, zei de premier. „Maar ik zou het logisch vinden als volwassenen kinderen niet lastigvallen met de extremen in dit debat.” Hij voegde eraan toe dat de discussie door het overgrote deel van de samenleving op een rustige manier wordt gevoerd.
De premier veroordeelde opnieuw scherp degenen die verbaal en fysiek geweld hebben gebruikt tegen vreedzame demonstranten. Hij sprak van „doorgesnoven aso’s” die helemaal niet geïnteresseerd zijn in een inhoudelijke discussie. „Dit zijn volstrekte malloten die rotzooi trappen als ze de kans krijgen.”