In artikel 31 klopt het hart van de Dordtse kerkorde
De vijf hoekstenen van artikel 31 van de Dordtse kerkorde verdienen ook 400 jaar na de Nationale Synode van Dordrecht nog steeds aller instemming en toepassing in de kerken.
Artikel 31 van de Dordtse Kerkorde is een centraal artikel in het gereformeerd kerkrecht. Het staat bekend als het artikel over het ”recht van appel”. En dat is ook de inzet van het artikel: „Zo iemand zich beklaagt, door de uitspraak der mindere vergadering verongelijkt te zijn, zal hij zich op een meerdere kerkelijke vergadering beroepen mogen.”
Maar er staat veel meer in het artikel. Het gaat om een fundamentele voorziening in de kerkorde, een kernbepaling met blijvende betekenis.
Acta van Dordrecht
Wie in de dikke Acta van de Nationale Synode van Dordrecht naar de kerkorde op zoek gaat, wordt teleurgesteld: er staat niets over in. Je vraagt je verbaasd af: hoe kan dat?
In de oproep tot de synode, die uitging van de Staten-Generaal een jaar voor de synode begon, vind je ook al geen verwijzing naar de kerkorde. De aangekondigde agenda van de synode was in hoofdzaak gevuld met de grote controverse rond de remonstranten. En daarna stond er nog in korte algemene bewoordingen op het programma „de behandeling van de overige moeilijkheden of bezwaren, zowel in het algemeen als in het bijzonder”.
Een reden voor dit stilzwijgen vooraf over de kerkorde is wellicht gelegen in de delicate verhouding tussen kerk en staat. De Hoogmogende Heren Staten-Generaal wilden hun invloed in kerkelijke zaken handhaven. Bedenk dat er op de synode niet minder dan achttien Politieke Gecommitteerden aanwezig waren. De vaststelling van een kerkorde met nadruk op kerkelijke onafhankelijkheid in interne kerkelijke zaken was nu niet iets dat de Staten-Generaal wilden promoten. Men maakte dit onderwerp dan ook niet vooraf bekend.
Post-Acta
De kerkorde kwam aan de orde aan het eind van de synode, na het vertrek van de buitenlandse afgevaardigden en na een korte onderbreking van de synodezittingen. De synode was nu een puur nationale vergadering. Dit verklaart waarom het verslag van de behandeling van de kerkorde niet in de Acta staat, maar in de zogenaamde Post-Acta! Dit is het verslag van de laatste twee synodeweken, vanaf 13 mei 1619. En dit verklaart ook meteen waarom we gewend zijn om te spreken van de Dordtse Kerkorde van 1619.
Hoewel we het doorgaans hebben over de Dordtse Kerkorde, gaat het in feite om een kerkorde die al door eerdere synoden was opgesteld. Ten aanzien van artikel 31 is dan vooral de Nationale Synode van Middelburg 1581 van belang. Die heeft namelijk artikel 31 samengesteld uit twee eerdere bepalingen en zo kennen wij het artikel nog steeds.
Voor deze samenvoeging zijn in het verleden verschillende redenen genoemd. Prof. P. Deddens schreef in 1946 dat dit zou zijn gebeurd om meer kans te maken op goedkeuring van de kerkorde door de overheid. Anderen, zoals C. Hooijer en J. Kamphuis, wijzen erop dat door de samengevoegde tekst juist nog sterker werd benadrukt dat de kerken ook in de kerkelijke rechtspraak zelfstandig wilden zijn. In 1581 had men te maken met zowel de druk van buitenaf van de overheid als de druk van binnenuit door de toen al opkomende remonstrantse opvattingen. De Leidse dominee Casper Coolhaas beschouwde een zelfstandige kerk als het begin van een nieuwe pauselijke hiërarchie. Met die opvatting stond hij lijnrecht tegenover de gereformeerden. Maar zij hielden met artikel 31 het eigen recht van de kerk overeind. Geen staatje in de staat, maar wel een vrije kerk in een vrije natie.
Inhoud
Wat staat er dan in artikel 31 DKO? Na het eerste deel over het recht van appel is er een tweede deel bijgevoegd, zodat het totaal luidt:
„Zo iemand zich beklaagt, door de uitspraak der mindere vergadering verongelijkt te zijn, zal hij zich op een meerdere kerkelijke vergadering beroepen mogen; en hetgeen door de meeste stemmen goed gevonden is, zal voor vast en bondig gehouden worden, tenzij dat het bewezen worde te strijden tegen het Woord Gods, of tegen de artikelen in deze generale synode besloten, zo lang als dezelve door gene andere generale synode veranderd zijn.”
Feilbaarheid
In die lange zin ligt een aantal belangrijke uitgangspunten besloten, die nog steeds van belang zijn voor het samenleven in de kerken. Ik noem er vijf:
Artikel 31 erkent de ”feilbaarheid” van beslissingen in de kerk. Er kunnen foute besluiten genomen worden. Het recht van appel is bedoeld als een correctiemiddel, als een verzoeningsinstrument om meningsverschillen weg te nemen, om persoonlijk onrecht te bestrijden, om tegen dwalingen op te komen, om in goede orde en vrede te leven (1 Kor. 14:40).
Artikel 31 geeft uitdrukking aan het principe van ”kerkelijke autonomie” in interne kerkelijke zaken. De kerken hebben het recht om zelf hun eigen zaken te behandelen, maar dat schept tegelijk ook de plicht om daar een goede uitvoering aan te geven via eerlijke rechtspraak en met Bijbelse wijsheid.
Artikel 31 bevestigt dat kerkelijke besluiten ”bindende kracht” hebben. Kerkelijke vergaderingen zijn bevoegd om beslissingen te nemen, of het nu om rechtspraak in een kerkelijk appel gaat of over beleidszaken. Als iets bij meerderheid van stemmen is besloten, dan is dat niet vrijblijvend, maar wordt dat „voor vast en bondig gehouden”.
Artikel 31 gaat uit van een ”kerkverband”, van het bestaan van ”meerdere vergaderingen”, zoals de classis en de particuliere en generale synode. Als die er niet zijn, kun je immers ook nergens in beroep.
Artikel 31 stelt ten slotte de juiste norm: ”Gods Woord” is de beslissende instantie en alle menselijke beslissingen en overwegingen in de kerk die daarvan afwijken, hebben daarvoor te wijken. Want Christus regeert Zijn kerk.
Deze vijf hoekstenen verdienen ook 400 jaar na de Nationale Synode van Dordrecht nog steeds aller instemming en toepassing in de kerken.
Van 14 tot 16 november vond in Dordrecht een internationale conferentie plaats naar aanleiding van de Grote Synode van 1618-1619. Wetenschappers vanuit diverse universiteiten en instellingen in de wereld en andere geïnteresseerden volgden een programma van lezingen en presentaties over de betekenis van ‘Dordt’, afgewisseld door excursies langs historische plaatsen en gebouwen in de stad. Mr. dr. P. T. Pel vroeg in zijn bijdrage aandacht voor artikel 31 DKO.