Column (Jan van Klinken): Gortdroog
„Het is over! Dit kabinet is vastgelopen, als een oude auto die vast zit in het mulle zand. Het piept nog een beetje, het kraakt. Iedereen kan zien dat het beestje nooit meer een meter zal rijden. De accu is leeg. Het is voorbij.” Deze woorden sprak PVV-leider Geert Wilders tijdens de algemene beschouwingen van 2009.
Ik kom hierop door een bezoek dat ik recent bracht aan het Nederlands Debat Instituut. Ik was daar te gast tijdens een avond die in het teken stond van overtuigend spreken. Het instituut traint iedereen die zijn bekwaamheden als spreker wil bijspijkeren. Dat kunnen politici zijn, maar ook zakenlui, vakbondsleiders en noem maar op. Of ook predikanten het instituut weten te vinden, durf ik niet te zeggen, maar daarover straks meer.
Wat kun je bij het debatinstituut zoal leren? Nee, geen goedkope trucjes. Wie kiezers wil bedriegen of huisvrouwen een nepstofzuiger denkt aan te kunnen smeren, hoeft in Hilversum niet aan te kloppen. Vereiste is dat je kwaliteit wil bieden. Daar word je op beoordeeld. Vandaar dat het instituut elk jaar de beste debater verkiest. Al twee keer werd dat Geert Wilders. Het gaat daarbij vanzelf niet om de vraag of hij het gelijk aan zijn zijde heeft, maar om de wijze waarop hij zijn standpunt uitdraagt. En wat je dan ook mag vinden van de man, je kunt hem om een boodschap sturen.
Ik kan in het bestek van deze column onmogelijk weergeven wanneer er sprake is van een geslaagde voordracht, maar een enkel voorbeeld wil ik wel noemen. Een krachtige binnenkomer is van cruciaal belang. Wie met een cliché begint, kan het eigenlijk wel schudden. De aandacht van de toehoorder komt te voet en gaat te paard.
Meteen aansluiten bij een actuele gebeurtenis doet het goed. Daar zijn mensen immers mee bezig en iedere verwijzing zal direct boeien. Bijvoorbeeld: „Deze week kwamen 35 mensen om door een kogelregen afkomstig van nietsontziende terroristen.” Zelfs luisteraars die al aan hun dutje waren begonnen, zullen ijlings overeind schieten. Meer weten? Koop het boek ”Debatteren om te winnen” en je weet alles.
In een eerdere column heb ik het weleens gehad over het retorisch gehalte van preken. Momenteel heb ik niets te klagen, maar in de loop der jaren heb ik al heel veel predikanten uit diverse denominaties gehoord van wie ik denk dat die nog een hoop kunnen leren. Net zo goed als je overtuigend kunt leren spreken, kun je overtuigend leren preken. Zouden ook de reformatorische kerken op zeker moment leeglopen, laat het dan niet vanwege gortdroge preken zijn.