Kerkelijke schuld
Jesaja 5:2b
„En Hij heeft verwacht, dat hij goede druiven voortbrengen zou, maar hij heeft stinkende druiven voortgebracht.”
Gij hebt met Uw goedertierenheid gekroond, en Uw voeten hebben gedruipt van vettigheid. En, hetgeen het hoofd van Uw tijdelijke weldaden onder ons is, Gij hebt onze Hoogmogende Heeren, als de zaken op het zwaarst en de stormen op het hoogst waren, gegeven een buigzaam hart, dat zij Uw volk, over wie Gij hen gesteld hadt, met wijsheid richtten. Gij hebt hun heilzame raad ingegeven en wonderbaarlijk gezegend en gemaakt als gezalfde kinderen der ere, die staan zouden bij de regering van het gehele land. Gij hebt voor deze uwe weldaden verwacht van Uw wijnstok lieflijke druiven, maar ziet, hij heeft wilde druiven voortgebracht. Gij hebt Uw volk verhoogd, en zij hebben U veracht. Daarom hebt Gij ons ook met recht niet gespaard. Gij zijt geworden als een gast in het land en als een vreemde, Die slechts om te overnachten daarin blijft. Als een held, die bevreesd is, en als een reus, Die niet helpen kan. Gij hebt onze lippen verward en het einde van de uitheemse oorlog is bijna geweest het begin van burgeroorlog. In de vrede is de bitterheid Uw Bruid het bitterst geweest. Gij hebt de bijl aan de wortel van de boom gelegd om de onvruchtbaren vijgenboom af te houwen. Uw erfdeel is geworden als een leeuw in het woud die tegen U heeft gebruld. Vele herders hebben Uw wijnberg neergeworpen, Uw erfdeel vertreden…
Balthasar Lydius, predikant te Dordrecht
(”Openingsgebed Nationale Synode”, 1618)