Olieprijs schiet omhoog en ploft neer
Automobilisten hebben het vast gemerkt: tanken is de laatste weken goedkoper geworden. Die meevaller voor de portemonnee heeft alles te maken met de snel gedaalde prijs van ruwe olie.
Als de daling aan de pomp gelijke tred zou houden met de ontwikkeling op de mondiale markt voor die nog altijd belangrijkste grondstof in de wereld, zou het voordeeltje voor de consument nog forser uitpakken. Maar zo werkt het nu eenmaal niet, want de overheid drukt een stevig stempel op wat we betalen voor benzine en diesel. Het bedrag bestaat voor ongeveer driekwart uit accijns en btw.
In ieder geval hebben de olieprijzen de afgelopen maanden een wilde beweging gemaakt. De notering van Brent (uit de Noordzee) ging van zo’n 70 dollar per vat (159 liter) half augustus, naar bijna 87 dollar begin oktober –wat het hoogste peil sinds vier jaar betekende– en plofte vervolgens terug tot, eind vorige week, onder de 70 dollar. Sommige analisten hielden er al rekening mee dat binnen afzienbare tijd de grens van 100 dollar zou worden gepasseerd, maar dat niveau verdwijnt even achter de horizon. Binnen een maand nagenoeg 20 procent eraf, het beeld is gekanteld.
Iran
De marktverwachting eerder dit jaar was dat de nieuwe sancties die de Amerikaanse president Donald Trump afkondigde tegen Iran, na het opzeggen van het nucleaire akkoord met dat land, zou leiden tot krapte en dus tot hogere prijzen. De effecten van de strafmaatregelen blijken echter minder drastisch dan voorzien. De Verenigde Staten vinden het goed dat een aantal landen, waaronder Japan, India en Zuid-Korea, olie blijven kopen van Iran. Uiteindelijk is ook Trump natuurlijk niet gebaat bij steeds duurdere brandstof, want dat dreigt een rem te zetten op de economische activiteit, ook in Amerika. Het Internationale Energie Agentschap waarschuwde daar in oktober nog voor.
Bovendien staat de prijs onder druk door berichten over overal volle opslagtanks en een recordproductie in de VS. Bij stijgende prijzen (in januari 2016 lagen die zelfs kortstondig onder de 30 dollar) en dus hogere opbrengsten is het uiteraard rendabel om daar meer schalie-olie op te pompen.
Afgelopen weekeinde waren de voornaamste olieproducerende landen voor informeel beraad bijeen in Abu Dhabi. De minister van Energie van Saudi-Arabië, Khalid Al-Falih, meldde na afloop dat zijn land, een van de grootste spelers, zijn productie zal terugschroeven. Onduidelijk is welke van de overige leden van de OPEC (de organisatie van olie-exporterende landen) en andere leveranciers zich daarbij aansluiten. Zo zou Rusland, dat niet tot het kartel behoort, weinig voelen voor een stap terug.
Op 6 en 7 december vergadert de OPEC in Wenen. Dan horen we waarschijnlijk meer over wat in de nabije toekomst aan de aanbodzijde in het verschiet ligt.