„Kind kiest niet voor een draagmoeder”
Homokoppels kunnen hun kinderwens vanaf volgend jaar ook in Nederland in vervulling laten gaan met een draagmoeder. Twee klinieken gaan ivf aanbieden aan homoseksuele stellen.
Te gek voor woorden dat homoparen nu naar het buitenland moeten gaan om met een draagmoeder een kind te krijgen, vindt directeur Marc Scheijven van Nij Geertgen in Elsendorp. „Terwijl alle medische en technische ervaring en kennis in huis is”, zei hij dinsdag bij tv-programma De Monitor, dat een rondgang maakte langs de ivf-klinieken.
Bij de behandeling die de twee klinieken gaan aanbieden wordt een embryo in de baarmoeder geplaatst die is ontstaan uit het zaad van één van de homoseksuele wensouders en een gedoneerde eicel.
In Elsendorp hoeven de draagmoeder en de eiceldonor niet dezelfde personen zijn. Bij MC Kinderwens in Leiderdorp gaat het om een behandeling waarbij de draagmoeder ook de biologische moeder is.
Na de geboorte adopteert een homostel het kind. Volgens de Nederlandse wet mag de draagmoeder dan alsnog besluiten dat zij het baby’tje wil houden. Er gelden meer regels. Zo mogen homostellen geen oproepen doen als ze een draagmoeder zoeken, om uitbuiting van vrouwen te voorkomen. Om dezelfde reden is het verboden dat vrouwen zich openlijk aanbieden als draagmoeder – iets waar ze financieel van profiteert.
René Hoksbergen, emeritus hoogleraar adoptie, keurt de keuze van de klinieken af. Die heeft volgens hem niets met de belangen van kinderen te maken. „Er is alleen een belang voor de wensouders. Zíj willen een kind. Dat wordt zo een consumptieartikel. Het recht van het kind om bij de eigen ouders te mogen opgroeien wordt genegeerd.”
Identiteit
Adoptie door twee mannen of twee vrouwen miskent volgens hem het belang om te leven bij degenen van wie het kind afstamt. „Vanzelfsprekend zullen zij zich opstellen als goede ouders. Maar deze manier van leven wordt het kind opgelegd. Wie zou ervoor willen kiezen om uit een draagmoeder geboren te worden?”
Hoksbergen wijst op identiteitsproblemen waarmee deze kinderen kunnen worstelen. „Van wie heb ik welke talenten en eigenschappen, vragen zij zich af. En: waarom is het zo gegaan in mijn leven? Heb ik dit wel zo gewild?”
Volgens Theo Boer, hoogleraar en ethicus, past het aanbod binnen het huidige streven om homostellen hetzelfde te behandelen als heteroparen. Daarnaast ziet hij de behandeling als „een volgende stap in de tendens om het ouderschap steeds meer als een project te zien. Het kind is dan als het ware het project van de ouders. Voortplanting wordt losgemaakt van de biologie.” Volgens de ethicus zouden biologie en sociologie juist dicht bij elkaar moeten blijven.
Boer wijst op de grote aarzelingen in het veld, gezien het feit dat maar twee klinieken de behandeling gaan aanbieden. „Het lijkt mij niet wenselijk als een moeder bij adoptie door twee mannen afscheid moet nemen van een kindje dat ze negen maanden onder haar hart heeft gedragen.”
Hij voorziet een groei van het aantal kinderen dat via ivf-draagmoederschap geboren wordt. „Een aanbod in Nederland heeft een aantrekkende werking. Lang niet alle wensouders zouden anders naar het buitenland gaan.”