Evangeliseer in de gestalte van het kruis
Lijden of ten minste de bereidwilligheid om te lijden moet een essentieel kenmerk zijn van onze missionaire levensstijl, stelt drs. Anne Th. van Olst.
„Het bloed van de martelaren is een zaad”, zei kerkvader Tertullianus. Verdrukking en vervolging zullen de kerk niet klein krijgen, maar de kerk groeit tegen de verdrukking in. Dit is natuurlijk geen automatisme. Vervolging of verdrukking kan de kerk in sommige regio’s zelfs vrijwel geheel doen verdwijnen. Maar toch gaat de bewering van Tertullianus vaak wel op. Blijkbaar sluiten kerkgroei en verdrukking elkaar niet uit maar in.
Tertullianus’ stelling was in mijn gedachten altijd verbonden met de vervolgde christenen. Pas sinds enige tijd zie ik dat de gedachte erachter ook van toepassing is op mijzelf en de kerk in West-Europa: lijden, vervolging, verdrukking en smaad staan de voortgang van het Evangelie niet in de weg, maar dienen die juist.
Twee eeuwen voor Tertullianus was Paulus al dezelfde gedachte toegedaan. In zijn brieven besteedt hij aandacht aan vervolging wegens de verkondiging van het Evangelie. Hij had de overtuiging dat het Evangelie van Christus niet wordt verkondigd ondánks lijden en vervolging, maar dankzíj.
Paulus heeft ook heel goed begrepen dat zijn lijden niet op zichzelf stond, maar nauw verbonden was met het lijden van Christus. In 2 Korinthe 1:5 zegt hij dat „het lijden van Christus overvloedig over hem komt” of „in hem aanwezig” is. Hij gaat in de voetsporen van Jezus Christus en verkondigt het Evangelie in de gestalte van het kruis. Het kruis van Christus is niet alleen de inhoud van de prediking, het bepaalt ook de wijze waarop het Evangelie verkondigd wordt. En zonder Paulus’ lijden zou de impact van zijn prediking niet zo groot geweest zijn (1 Thess. 1).
Vrucht dragen
Wat betekent dit voor ons? Ik denk dat we ons bij de bezinning op de marginalisering van de kerk en op de vraag hoe we mensen die niet geloven met het Evangelie kunnen bereiken, moeten spiegelen aan Paulus’ lijden en missie. Paulus is ondertussen ook niet de enige in de Bijbel die wijst op het lijden als de wijze waarop het Evangelie verkondigd wordt. Jezus zei: „Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen” (Matth. 16:24).
De wet van het tarwegraan, zoals Jezus die uitlegt in Joh. 12, is een wet die allereerst Hemzelf betreft. Doordat Hij sterven zal, geeft Hij leven. Zijn weg is echter ook de weg van Zijn gelovigen. „Als de tarwekorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen, maar als hij sterft, draagt hij veel vrucht. Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen, en wie zijn leven haat in deze wereld, zal het behouden tot het eeuwige leven” (Joh. 12:24-25).
De Canadese theoloog Glenn Penner stelde daarom terecht dat gelijkvormigheid aan Christus, juist in Zijn lijden, een eerste vereiste is voor Zijn boodschappers. Zoals Christus’ kruis nodig was om Zijn kerk te vestigen, zo zijn onze kruisen nodig om Zijn kerk te bouwen.
Een kerk zonder kruis is een onvruchtbare kerk. Zending en evangelisatie zonder de gestalte van het kruis zullen onvruchtbaar zijn. Lijden of ten minste de bereidwilligheid om te lijden moet een essentieel kenmerk zijn van onze missionaire levensstijl.
Afhankelijkheid
Toen Jezus Zijn discipelen uitzond, zei Hij: „Zie, Ik zend u als schapen te midden van de wolven; wees dus bedachtzaam als de slangen en oprecht als de duiven” (Matth. 10:16). Kort na die tekst staat de oproep om niet van tevoren te bedenken wat je zeggen zult als je je moet verantwoorden voor een rechtbank. „Het zal u op dat moment gegeven worden wat u spreken moet.” Dat hoort bij het als schaap gezonden zijn.
De aansporing om niet berekenend te werk te gaan, geldt voor de hele missionaire bezinning van de kerk. We mogen en moeten in zekere zin strategisch te werk gaan, maar we moeten tegelijk zeer terughoudend zijn in het inschatten van kansen en in het beoordelen van wat ‘werkt’. We zijn als schapen in de wereld, weerloos, onmachtig en totaal afhankelijk van Gods herderlijke zorg. Het is helemaal niet verkeerd als we ons totaal verlegen voelen met de situatie van de kerk, opdat we onze plaats innemen met de nederigheid van het kruis en in diepe afhankelijkheid van de kracht van Gods Geest.
De onmacht en kwetsbaarheid van de kerk betekenen ook dat we de missie en de toekomst geheel over moeten laten aan God. De Heere heeft ons niet geroepen om de weg te overzien, maar om Zijn weg te gaan. Trouw aan het Woord moet voor ons belangrijker zijn dan kerkgroei of missionair succes.
Kwetsbaarheid
Het Nieuwe Testament is geschreven door christenen in een minderheidspositie, zonder macht. In de loop van de kerkgeschiedenis heeft de kerk aan wereldlijke macht en invloed gewonnen. Door leegloop van kerken en secularisatie neemt die macht momenteel gaandeweg af. Dat is niet per se negatief te duiden, omdat de kerk de Gekruisigde volgt en daarom weet wat het is om geen gehoor te vinden.
Het is een essentieel kenmerk van de kerk dat ze de gestalte van het kruis vertoont. Wellicht is het net zo essentieel dat ze een minderheid is. De invloed die christenen mogen uitoefenen in de samenleving moet een invloed van dienstbaarheid zijn, zeker niet van macht of dwang.
Christenen moeten niet proberen in getuigende gesprekken te ‘winnen’, omdat ze daarmee de gestalte van het kruis van Christus verliezen. Daarom moeten we ons verre houden van alle vormen van manipulatie en onoprechtheid, maar van meet af aan eerlijk zijn over de boodschap van het kruis. Het Evangelie wordt in de vorm van een smeekbede verkondigd (2 Kor. 5:20).
Bereid om te lijden
Zijn we bereid om te lijden voor Christus? Dat zal voor ons waarschijnlijk niet het martelaarschap betekenen, al is dat nooit uit te sluiten. Maar zijn we bereid?
De evangelicale theoloog John Stott schrijft over de bereidwilligheid om te lijden en te sterven: „Dat kan het sterven aan onze populariteit betekenen (door getrouw het niet populaire Evangelie te prediken), of het sterven aan onze trots (door bescheiden middelen te gebruiken en te vertrouwen op de Heilige Geest), of te sterven aan raciaal en nationaal vooroordeel (door ons te identificeren met een andere cultuur), of aan materieel gemak (door een eenvoudige levensstijl aan te nemen).”
Stott houdt ons de spiegel voor: Is onze houding die van dienstbaarheid? Lopen wij als predikanten en voorgangers niet het gevaar zuinig te zijn op onze deftigheid en status? We kunnen niet-gelovigen maar al te graag willen uitnodigen om onze kerkelijke wereld te betreden, maar zijn we al bereid geweest ons comfort te verlaten om in de leefwereld van de mensen om ons heen te treden? We dreigen de kerk te veel te beschouwen als van ons, in plaats van als van Christus.
Volharding als getuigenis
Niets maakt het christelijk getuigenis krachtiger dan een leven waaruit de kracht van het Evangelie blijkt. Die blijkt het meest in de volharding onder het kruis. Door christenen die laten zien dat ze lijden anders dragen dan niet-gelovigen, namelijk met de verwachting dat eens de tranen van de ogen worden afgewist. En zonder wrok, zonder haat, maar met de bereidheid om te vergeven en om te verdragen. De christelijke liefde is het beste christelijke getuigenis.
De auteur is christelijk gereformeerd predikant te Antwerpen-Deurne. Dit artikel is een samenvatting van de lezing die hij vrijdag hield op het predikantensymposium van de SDOK.