„Vervolging niet alleen een bedreiging, maar ook een kans”
„Ik ben het levende bewijs van het feit dat God gebeden verhoort”, stelde de Tsjechische Petr Jasek vrijdag op het predikantensymposium van Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK) in Nijkerk.
Zo’n zeventig predikanten en andere geïnteresseerden luisterden afgelopen vrijdag naar het getuigenis van Jasek, regiodirecteur Afrika van de christelijke mensenrechtenorganisatie Voice of the Martyrs, die in 2017 na veertien maanden gevangenschap in Sudan vrijkwam.
Voor zijn gevangenschap reisde Jasek de wereld rond om vervolgde christenen te steunen. Vaak nam hij zijn vrouw en kinderen mee. In 2015 was hij voor een kort bezoek in Sudan. Hij was al op het vliegveld om te vertrekken, toen hij opgepakt werd door Sudanese militairen. „Ik had mijn boardingpass al in mijn hand toen ik gearresteerd werd.”
IS-strijders
Na zijn arrestatie volgde een urenlange ondervraging. Hij werd opgesloten in de gevangenis op verdenking van spionage en het brengen van negatief nieuws over Sudan in het buitenland. Hem hing een doodstraf boven het hoofd.
De cel moest hij delen met een groep medegevangenen, onder wie een aantal IS-strijders. Toen hij aan hen vertelde dat hij christen was, scholden ze hem uit. Later martelden ze hem ook. „Die IS-strijders waren jonge, hoogopgeleide mensen, die maar een ding voor ogen hadden: strijden voor het kalifaat. Toen ik de cel binnenkwam, wilden ze eerst nieuws van de buitenwereld horen, omdat ze daar in de gevangenis compleet van waren afgesloten. Ik vertelde hen dat bij de aanslagen in Parijs 129 doden waren gevallen, waarna ze me onderbraken om dat met elkaar te vieren.”
Toch kon Jasek zijn vervolgers vergeven. „Ik denk daar niet makkelijk over. Het is zeker een speciale kracht en genade die ik van God heb gekregen. In de cel was ik een ambassadeur van Gods liefde. Ik kon mijn medegevangenen niet alleen het Evangelie vertellen, ik moest het ook laten zien in mijn leven. Zo kon ik hen soms letterlijk de andere wang toekeren.”
Spiegel
Naast Jasek sprak ook ds. Anne van Olst, predikant van de christelijke gereformeerde kerk te Antwerpen-Deurne. Hij stelde dat de vervolgde kerk een spiegel moet zijn voor christenen in Nederland. „Het Evangelie wordt niet ondanks het lijden, maar dankzij het lijden verkondigd. Wij denken al snel dat tegenslag het werk in de kerk hindert, maar vaak is die juist een manier waarop we in de voetsporen van Christus mogen lopen.”
Ds. Van Olst stelde dat een heroriëntatie nodig is op het leven als christen. „Het valt in de maatschappij van vandaag op als je dienstbaar bent, als je mensen vergeeft.”
In het middagprogramma sprak ds. Luite-Harm Kooij, predikant van de gereformeerd vrijgemaakte kerk te Nieuwleusen, over zijn reis met SDOK naar Pakistan. Het viel hem op dat de christenen, die vaak in uitzichtloze situaties leven, veel meer dan christenen in Nederland lijken uit te zien naar de wederkomst. „Ze wachten vol verlangen op de dag waarop God recht zal doen op aarde.”
Ook Richard Groenenboom, woordvoerder van SDOK, vertelde iets over zijn ervaringen in Pakistan. Hij zag een jaar of acht geleden kans om in de Pakistaanse gevangenis Asia Bibi te spreken. Daarmee is hij één van de weinige Nederlanders die de Pakistaanse christin hebben gesproken tijdens haar gevangenschap. Hij wil het niet zozeer over de pas vrijgelaten Bibi hebben: „Er zijn nog veel meer christenen die in Pakistan vastzitten om blasfemie, over wie we niets horen. Ook voor hen is gebed nodig.”