„Wet arbeidsmarkt lost problemen niet op”
De Raad van State is kritisch over de nieuwe wet die onder meer de ontslagbescherming van werknemers regelt. Vooral voor mensen met een zwakke positie op de arbeidsmarkt bieden de voorgestelde maatregelen volgens het belangrijke adviesorgaan nog steeds onvoldoende bescherming.
De Raad van State wijst er met name op dat in de nieuwe plannen de mate van bescherming afhankelijk blijft van het soort arbeidsrelatie. Hoewel vast en flexibel volgens het kabinet dichter bij elkaar komen te liggen, blijven daarmee „voor zowel werkgevers als werknemers forse verschillen bestaan”.
Werkenden met een slechte uitgangspositie blijven volgens de Raad van State het risico lopen dat zij genoegen moeten nemen met de arbeidsrelatie die voor de werkgever het goedkoopst is. De voorgestelde aanpak is daardoor „weinig kansrijk om daadwerkelijk een nieuwe balans op de arbeidsmarkt tot stand te brengen.”
Ook het voorstel om de mogelijkheden voor opeenvolgende tijdelijke contracten te verruimen, stuit op kritiek. Volgens minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) gaat die maatregel zorgen voor meer vaste banen, maar de Raad van State mist „een overtuigende analyse” waaruit dat blijkt.
Over het voorstel om payrollers hetzelfde loon te geven als werknemers is het advies eveneens erg kritisch, net als over de voorgestelde verlenging van de maximale proeftijd. De Raad van State acht het onwaarschijnlijk dat die maatregelen effectief zullen zijn en raadt het kabinet aan ze niet in de huidige vorm in het wetsvoorstel op te nemen.