Mannen zetten graafactie vermiste Dost door
Twee mannen uit Drenthe zetten hun plannen voor een graafactie naar de in 1992 verdwenen vijftienjarige Willeke Dost vrijdag door. De twee, Jan Huzen en Ab Bruintjes, hadden dinsdag een gesprek met de politie over hun verzoek voor hernieuwd onderzoek naar een plek op 150 meter afstand van de boerderij in Koekange waar de pleegouders van het meisje toen woonden. Het gesprek leverde niks op, zei Huzen na afloop. „We gaan nu zelf graven.”
Volgens Huzen wilde de politie het onderzoek nog maanden uitstellen „áls ze het al zouden willen doen”. Huzen en Bruintjes gaan dat niet afwachten. Huzen zegt dat zeker vijfhonderd mensen zich hebben aangemeld die willen helpen bij de graafactie. „De meesten zullen in cirkels om de plek heen gaan staan om te voorkomen dat onze graafactie door de politie wordt gestopt”, aldus Huzen. De plek in het weiland hoort bij de grond van de boerderij.
De Drentenaar zegt dat de politie hen heeft gewezen op het risico en de juridische consequenties voor het mogelijk verstoren van een plaats delict. Toch weerhoudt ze dat niet van hun zoekactie, omdat ze vinden dat er duidelijkheid moet komen in de zaak. Een politiewoordvoerder kon dinsdag nog geen commentaar geven op het gesprek.
Volgens Huzen is een hernieuwd onderzoek voor de politie en het Openbaar Ministerie (OM) een enorm dilemma. Dat heeft te maken met eerdere beslagleggingen en onderzoeken op en om de boerderij. Dat leverde niets op. Destijds werden de pleegmoeder en -zoon korte tijd verdacht in de vermissingszaak.
De graafplannen vloeien voort uit een particuliere zoekactie met lijkhonden en een grondradar. Volgens Huzen sloegen drie honden onafhankelijk van elkaar aan op die nieuwe plek. „Het is opmerkelijk dat ze na 26 jaar iets ruiken, dus ja, we moeten voorzichtig zijn. Niets is zeker.”