Taart bij een vast contract voor arbeidsmigrant
Nog niet zo lang geleden staken ze asperges of plukten ze champignons. Meestal vertrokken ze na korte tijd weer naar hun eigen land. Tegenwoordig werken Oost-Europese arbeidsmigranten in allerlei branches en blijven ze steeds vaker in Nederland hangen.
Het kantoor van uitzendbureau Sun-Power staat enigszins achteraf op een industrieterreintje van het dorpje Tienray, in de Limburgse gemeente Horst aan de Maas. Een strategische plaats. In de omgeving vinden duizenden Oost-Europese arbeidsmigranten werk. In de agrosector, de techniek en de logistiek.
Achter de units staan dikke rijen rode fietsen en op de parkeerplaats voor het pand rode auto’s met witte bedrijfsletters. Het kantoor is vastgemaakt aan de woonverblijven, met daarin 240 bedden voor seizoenskrachten. De helft ervan is in handen van het uitzendbureau, de bovenste etage is van een externe verhuurder. Het bedrijf beschikt op een naburige camping over nog eens 60 plaatsen. En her en der zijn nog wat onderkomens. „Onze totale capaciteit bedraagt 220 bedden. Op dit moment gaat het net. Maar volgend jaar hebben we er in totaal 300 nodig. We zijn alweer hard op zoek”, zegt Sun-Powereigenaar Twan Christiaens.
Als een bedrijf een Poolse of Roemeense arbeidsmigrant in vaste dienst neemt, gaat Christiaens met een taart naar de werkgever. „Dan hebben we ons doel –goede arbeidsbemiddeling– bereikt.” Het gebeurt regelmatig, zegt hij. „Onlangs al de zesde over de afgelopen twee jaar bij één klant. Bij een andere is het vijfde jaarcontract in de maak.”
De directeur-eigenaar van het achttien jaar oude bedrijf toont de units. Hij tikt tegen een van de kozijnen. „Eigenlijk zijn dit omgebouwde en gekoppelde containers.” De gangen zijn strak, netjes geschilderd en afgewerkt. Aan weerszijden bevinden zich kamers met wc, doucheruimte en een keukentje, geschikt voor vier personen. Polen bij Polen en Roemenen bij Roemenen.
De verblijven zijn gegroepeerd rondom een binnenplaats met een terras. Aan de buitenzijde is een beachvolleybalveld. Binnen zijn er ook enkele ontspanningsruimten, een fitnessruimte en in iedere gang een berging met wasmachines. Op elke machine staat een muntenautomaat. De geboren en getogen Limburger is door ervaring wijs geworden. „Anders wordt er een was met één werkbroek gedraaid.”
Trabantjes
Het openstellen van de grenzen binnen Europa in 2004 heeft de toestroom van Polen op gang gebracht, sinds 2014 gevolgd door inwoners van andere Oost-Europese landen die toetraden tot de Europese Unie. Veel glastuinbouwbedrijven, boomkwekerijen, telers van zacht fruit en technische bedrijven zouden niet meer zonder kunnen.
Sun-Power bemiddelt per jaar voor ongeveer 800 werknemers en kan met een omzet van circa 10 miljoen euro tot de middelgrote uitzendbureaus van Nederland worden gerekend. Christiaens: „Omdat het door de aantrekkende economie in Polen moeilijker werd, zijn we enkele jaren geleden ook gestart met werving in Roemenië. Het eerste jaar als pilot 5 man, het jaar daarop 130, dit jaar 400. Komend jaar bestaat zeker 70 procent van onze uitzendkrachten uit Roemenen.”
De komst van arbeidsmigranten roept al snel emoties op. Zelfs in Tienray, waar ze wel wat gewend zijn. Christiaens kan zich de komst van de eerste arbeidsmigranten nog herinneren. „Toen ik nog een jongetje was, kwamen er Polen voor de asperges en de champignonteelt.”
Enkele bewoners aan de rand van het industrieterrein hadden bezwaar toen Sun-Power de units plaatste. Er loopt nog een rechtszaak. „Not in my backyard”, typeert de Limburger hun mening. „Iedere verandering geeft weerstand. Mensen zijn in het begin altijd sceptisch.” Maar de verhouding met het 1200 zielen tellende dorpje is volgens hem verder prima. „Als er iets is, wordt het gemeld en direct opgepakt. Daarmee proberen we onvrede te voorkomen.”
Respect
In de units verblijven vooral zogeheten ”short stayers”, migranten die relatief kort in Nederland verblijven. Christiaens werft hen via tussenpersonen, maar ook zijn eigen vaste Poolse en Roemeense krachten zijn op dit terrein actief: „Op sociale media, via contacten en met behulp van partners in die landen.”
De meeste arbeidsmigranten komen voor drie tot negen maanden naar Nederland, in veel gevallen jaren achter elkaar. De echte blijvers hebben volgens Christiaens vaak het hele jaar door werk, veelal in de techniek of logistiek. „Ze zoeken een huurhuisje, stichten een gezin of laten vrouw en kinderen hiernaartoe komen.”
Het uitzendbureau heeft daarbij geen taak. De directeur ziet wel dat de groep die in Nederland wil blijven, groeit.
Zijn bedrijf communiceert de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden „zo helder mogelijk. Wij regelen huisvesting, zorgen ervoor dat conform de cao wordt betaald en zijn verantwoordelijk voor het vervoer: een fiets voor werk binnen 10 kilometer, met de auto over langere afstanden. In ruil daarvoor verlangen wij eerlijkheid en respect.” Hij wijst op de huisregels, die op verschillende plaatsen aan de wanden hangen. „Er is hier dag en nacht een beheerder die de taal spreekt. Alleen met een pasje kun je binnenkomen, zodat wij altijd kunnen zien wie er aanwezig is en wie niet.”
Biertje
Christiaens kent de typeringen en vooroordelen over arbeidsmigranten als geen ander. Polen werken hard, drinken veel en zijn rooms-katholiek. „Het klopt allemaal, hoewel ik wel moet zeggen dat ook Nederlanders wel een biertje lusten. Maar als een Pool met alcohol achter de kiezen iets overkomt, wordt dat breed uitgemeten.”
Hij beaamt dat de meeste short stayers er niets in zien om de taal te leren en (veel) contacten aan te gaan. „Wij bieden in de wintermaanden, als het wat rustiger is, Nederlandse taallessen aan. Maar de belangstelling daarvoor is gering.”
De taalbarrière brengt echter ook andere problemen mee. „Als het gaat om uitkeringen, inschrijvingen en allerlei administratieve zaken krijgen de mensen die hier wat langer verblijven vaak te maken met malafide adviseurs. Veel mensen doen wat zij zeggen.”
Hij ergert zich aan het gebrek aan controle door het UWV en de Belastingdienst. „Na een halfjaar zijn de migranten verplicht zich in te schrijven. Als ze een auto bezitten, moet die op Nederlands kenteken. Maar wie controleert dat? Terwijl alle gegevens voorhanden zijn en bij werkgevers zo kunnen worden opgevraagd. Niemand weet precies hoeveel arbeidsmigranten Nederland telt, maar ook die gegevens zijn te achterhalen als de overheidsinstanties in beweging komen.”
Fraude
Over de aanpak van uitkeringsfraude is Christiaens zeer ontevreden. „Wij geven een ontslagbrief. Maar als ik het UWV bel, is het bijzonder als ik iemand aan de lijn krijg. En als me dat al lukt, wordt me gevraagd waar ik me mee bemoei. Er is volgens mij maar één oplossing: strenge controle en mensen die beschikbaar moeten zijn voor de arbeidsmarkt zich net als vroeger elke week laten melden.”
Hoewel met de gemeente Horst de meeste rimpels wel zijn gladgestreken, ziet Christiaens ook dat er op gemeentelijk vlak nog werk ligt. „Veel gemeenten hebben geen duidelijk beleid voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Dan wordt bijvoorbeeld een langdurig verblijf op een camping gedoogd, terwijl het daar niet is toegestaan. Daar schiet je niets mee op. Ook wordt er soms te veel geprobeerd om met iedereen rekening te houden en te weinig duidelijk richting de burger gecommuniceerd.”
Dat is nog niet alles. „Woningcorporaties houden er in hun prognoses geen rekening mee dat er hier honderdduizenden arbeidsmigranten rondlopen, van wie een deel in Nederland wil blijven. Dan moet je ook niet verbaasd zijn als de krapte op de woningmarkt nog erger wordt dan je had verwacht.”
Service
Het huisvesten van migranten is voor hem geen winstgevende zaak, geeft hij aan. „Velen denken dat het een goudmijn is. Iedereen betaalt 11,40 euro per nacht. Daarvan is bijna 1 euro toeristenbelasting. Daarnaast heb je de rente en afschrijving van een miljoeneninvestering, gas, water en licht en bijkomende kosten.” Hij pakt er zijn telefoon bij en toont de getallen. „Eigenlijk is de huisvesting een noodzakelijke service, waaraan wij niets verdienen. Ons rendement komt uit de arbeidsbemiddeling.”
Tegenover werkgevers is Christiaens duidelijk. „We evalueren de bevindingen van onze werknemers. Als iemand ontevreden is, wordt dat besproken. Als er geen sprake is van een respectvolle bejegening nemen we afscheid. Aan de andere kant krijg ik klachten als men ‘slechts’ 32 uur hoeft te werken. Arbeidsmigranten willen graag meer. Bovendien is het in de tuinbouw hollen of stilstaan. Of het volgens de arbowetgeving nu verantwoord is of niet. Wat moet je als iemand zelf door wil gaan en het is op dat moment de enige oplossing? Dan is er maar weinig keus.”
Meer dan kwart miljoen Polen in Nederland
Het aantal Polen in Nederland is de afgelopen jaren razendsnel gestegen tot boven een kwart miljoen. Driekwart van hen zegt volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek voor langere tijd hier te blijven. Een onbekend maar wel groeiend aantal vestigt zich blijvend.
Velen van hen zijn gekomen om geld te verdienen in sectoren met laaggeschoold werk, zoals de bouw, de industrie en de land- en tuinbouw. Ze hebben geen enkele moeite met fysiek zwaar werk en maken lange dagen. De laatste tijd vlakt de instroom iets af doordat de economische situatie in Polen verbetert, maar dat wordt meer dan goedgemaakt door een aanzwellende stroom arbeidsmigranten uit andere Oost-Europese landen zoals Roemenië, Bulgarije en Letland.
Toch vormen de Polen onbetwist de grootste groep en zullen dat ook de komende jaren blijven. De meesten van hen wonen in het westen en zuiden van Nederland. Den Haag telt van alle gemeenten de meeste Poolse inwoners. Procentueel is Zeewolde koploper: van elke duizend inwoners zijn er daar vijftig van Poolse afkomst. Andere concentratiegemeenten zijn Noordwijkerhout, Helmond, Westland, Rotterdam, Amsterdam en Tilburg.
Veel Polen komen als alleenstaande naar Nederland. Dat begint met een kort verblijf (”short stay”), dat zich in de maanden en jaren daarna herhaalt. Een onbekend maar groeiend aantal vormt een gezin en vestigt zich langdurig of zelfs permanent (”long stay”). Een kwart van de blijvers heeft inmiddels een koophuis, meldt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Veel migranten zijn tevreden over Nederland.
Tot zover niets aan de hand. Maar ”short stayers” en ”mid stayers”, die voor enkele maanden of nog wat langer in groten getale nodig zijn tijdens piekmomenten, zijn nog steeds gebaat bij niet al te dure huisvesting. En die is vaak niet beschikbaar. Campings bieden onvoldoende soelaas. Volgens cijfers van de uitzendbranche is er landelijk sprake van een tekort van meer dan 100.000 bedden.
Buurtbewoners zijn vaak niet blij met Polen (of Roemenen): die spreken de taal niet, sommigen gedragen zich enigszins luidruchtig in de weekenden, de Oost-Europese cultuur is Nederlanders onbekend en van integratie is geen sprake. De Polen hebben hun eigen radio- en tv-zenders, winkels, cafés en zelfs hondentrimsalons. Ze vormen op die wijze een parallelle samenleving.
Op tal van plaatsen was en is er gedoe over zogeheten Polenhotels, illegale bewoning en verdringing op de woningmarkt. „Om woonwijken leefbaar te houden”, hebben de gemeenten Tiel, Zuidplas, Maasdriel en Zaltbommel besloten regels op te stellen die moeten voorkomen dat er zich te veel Oost-Europese arbeidsmigranten vestigen. Zo is Zaltbommel nog naarstig bezig beleid te maken. De raad schrok toen een groot deel van de inwoners van het dorpje Zuilichem vorig jaar in opstand kwam omdat een restaurant zou worden omgebouwd tot Polenhotel. Ondertussen kopen werkgevers die ruimte voor hun werknemers zoeken de goedkopere woningen in de dorpen op. Tuinders zetten soms woningen op naam van hun jonge kinderen en verhuren de kamers aan hun werknemers. Starters hebben het nakijken, waardoor de ontevredenheid onder de bevolking verder toeneemt.
De vooroordelen zijn groot. Problemen met huisvesting, taal en migratie worden negatief beïnvloed door recente berichten over uitkeringsfraude. Hoogleraar Europese studies Paul Scheffer waarschuwde onlangs dat de geschiedenis van de gastarbeid in jaren zestig van de vorige eeuw zich dreigt te herhalen. „Velen zullen hier wortel schieten, maar hoe voorkomen we dat straks weer migranten met weinig opleiding afhankelijk worden van de sociale zekerheid?”
Alle reden om in de wereld van de arbeidsmigranten te duiken, met de nadruk op de grootste groep, de Polen. De serie ”Polen in Nederland” belicht de komende weken de rol van de gemeenten, het Rijk, de uitzendbureaus, de werkgevers en niet te vergeten de werknemers zelf. Op zoek naar de goede voorbeelden.